‘Go back to Europe!’

Mijn moment van 2014 vond plaats op het parkeerterrein van de lokale supermarkt. Ik reed mijn auto uit het parkeervak, en zonder dat ik mij er bewust van was kwam een andere auto daarbij klem te zitten. In de achteruitkijkspiegel zag ik de bestuurder weidse gebaren maken, proesten en schelden. Van geen kwaad bewust reed ik wat verder naar achteren en kwam naast hem te staan. Ik deed het raampje open, en kon hem nu ook horen schelden. Op mij. Deze man paste niet bij het beeld dat ik mij ondertussen had gevormd van een Brit, beheerst en beleefd. Ik probeerde de ontstane ruzie te sussen met “I am very sorry, but I didn’t see you”. Met deze woorden verried ik mijn afkomst, en het werd de man duidelijk. “Now I understand what your problem is. Well, go back to Europe!”. Einde gesprek.

Bij thuiskomst had mijn vrouw direct door dat er iets aan de hand was – lijkbleek was ik. En, inderdaad, ik had persoonlijk kennisgemaakt met de UKIP-mentaliteit, de extreem-rechtse en bovenal anti-Europese partij in het Verenigd Koninkrijk die steeds meer aanhangers heeft. Ik was tot nu toe geen UKIP-aanhanger tegengekomen (een Brit zou ook te beleefd zijn om dat direct aan een Europeaan toe te geven). Maar toch wist ik dat zij er waren – 20 procent zelfs in mijn dorp, bij de laatste verkiezingen (waar de Conservatieven nog steeds op een ruime meerderheid mogen rekenen, al is de voorsprong op de rest stukken minder indrukwekkend door de opkomst van UKIP). Na een gezellige avond bij onze buren gaf mijn buurman toe een zwak te hebben voor Nigel Farage, de leider van UKIP. Maar verder ging hij er niet op in, en hij nodigde zelfs zijn Europese buren uit bij hem thuis. Hij zou er toch niet op stemmen?

Op de parkeerplaats ervoer ik dat er bij sommigen (velen?) een ingehouden woede bestaat tegen Europa en Europeanen, en besefte ik dat ik daar ook bij hoor. Ik ben een Europeaan – “een van hen”. Tot dat moment dacht ik bij de Britten te horen, en vermoedde ik dat de haat tegen Europeanen zich vooral tegen Polen en Bulgaren richtte. Nee dus, ook tegen Nederlanders.

In de regel wordt deze afkeer van Europa op subtiele wijze geuit. Uiteraard nooit direct. Het Verenigd Koninkrijk blijft een eiland, en daar zijn de Britten trots op. Daarom verloopt het contact tussen het Verenigd Koninkrijk en Europa ook zo moeizaam: “Jullie zijn Europeanen”. De argumenten om bij de Europese Unie te blijven zijn gebaseerd op economische en strategische belangen, en niet op een gemeenschappelijke identiteit. Het Verenigd Koninkrijk blijft graag de vreemde eend in de bijt.

Ik heb tenslotte op dat moment – daar op de parkeerplaats – ervaren wat sommige Nederlanders van buitenlandse origine dagelijks ervaren. Het gevoel dat je er niet bij hoort, hoe zeer je ook je best doet. Je bent een fatsoenlijk burger, betaalt keurig je belasting, je pompt jouw geld in de lokale economie, je hebt lokale vrienden, spreekt de lokale taak uitstekend (doch niet geheel accentloos), en toch word je duidelijk gemaakt dat je er niet bij hoort. En in een eerste impuls besluit je inderdaad om terug te keren naar je land van herkomst. Ze zoeken het maar uit, op dat eiland! Totdat je beseft hoeveel je zou missen aan jouw nieuwe thuisland. En dat het eigenlijk om slechts een enkeling gaat, die jou op jouw achtergrond aanspreekt. En ten diepste wil je het die enkeling niet gunnen om zoveel invloed over jou te hebben. Eigenlijk is hij de outcast, met zijn merkwaardige houding, en niet jij. En toch heeft hij een gevoelige snaar geraakt, en weet hij je te ontregelen. Hoeveel invloed een paar woorden kunnen hebben…

Dat het ons in 2015 niet ontbreke aan fijngevoeligheid en verdraagzaamheid. Daar drink ik graag een lauwwarm Engels biertje op!

G-R0KkVu_400x400

Joost Röselaers

Remonstrants predikant

Joost Röselaers (1979) is predikant bij de remonstranten, een vooruitstrevende geloofsgemeenschap in Nederland. Eerder was hij onder meer …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.