Dat is natuurlijk een nobel streven, maar de werkelijkheid blijkt helaas vaak weerbarstiger. Zowel de huidige als de historische Aziatische boeddhistische tradities zijn niet per se geweldlozer en toleranter dan Westerse religies. Japanoloog en zenboeddhistisch priester Brian Victoria (hij spreekt 4 juni a.s. op de VU) heeft bijvoorbeeld een boek geschreven, Zen at War, over het dubieuze gedrag van veel Japanse zenmeesters tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Wat kunnen we dan wel leren van de boeddhistische benadering van waarden? Wellicht kan de boeddhistische opvatting dat er geen zelf bestaat ons nieuwe perspectieven bieden. Het boeddhisme ontkent dat er een grote innerlijke diepte in ons verscholen ligt, een waar zelf dat ons maakt tot wie we werkelijk zijn. We zijn een verzameling van veranderlijke processen, net zoals de hele wereld dat is. Wat betekent dat als het over waarden gaat?
Wij westerlingen zijn gewend om over waarden te spreken als iets dat we diep binnenin onszelf aantreffen. “Dat druist tegen mijn waarden in”, zeggen we. Of: “Ik moet eerst eens goed bij mezelf te rade gaan of dit wel met mijn waarden overeenstemt”. Het lijkt er dus op of er diep binnenin ons een maatstaf aanwezig is waaraan we onze waarden kunnen aflezen. Waarden zijn dan iets innerlijks: ze liggen in ons diepste innerlijk besloten, en maken ons tot wie we werkelijk zijn. We ontlenen onze identiteit aan onze waarden. Ze bepalen ook vaak met welke groep we ons identificeren, met welk “wij” we ons verbonden voelen. Buitenlanders moeten zich aanpassen aan “onze” waarden hier in Nederland. “Wij” hebben andere waarden dan “zij”.
Vanuit boeddhistisch oogpunt wordt mijn identiteit niet bepaald door een onveranderlijke kern binnenin me, maar door het totale netwerk van alles en iedereen waar ik in mijn leven mee verbonden ben. Alles wat ik aanraak, en wat mij aanraakt, maakt me tot wie ik ben. Het juiste handelen is afgestemd op dit subtiele web, en houdt de harmonie van “de tienduizend dingen” in stand. Het ontdekken van de juiste waarden doe ik niet door diep in mezelf af te dalen, maar door goed om me heen te kijken naar wat voor uitwerking mijn handelen heeft. Door te mediteren of andere praktijken te beoefenen kan ik mezelf gevoeliger maken om die uitwerking van mijn handelen te onderkennen, en zo meer afgestemd te raken op mijn omgeving.
Vanuit boeddhistisch perspectief gezien liggen waarden dus niet zozeer diep in mijzelf verscholen, maar spelen ze zich af in de wisselwerking tussen mij en andere mensen, dieren, dingen, en zelfs het kleinste grassprietje. Mijn waarden zijn niet van mij, en onze waarden zijn niet van ons.
Nogmaals, boeddhisten hebben niet zozeer “betere” waarden dan aanhangers van andere religies, maar kijken op een iets andere manier naar wat waarden eigenlijk zijn. Volgens mij kan deze andere manier van kijken ons helpen om op een minder individualistische manier naar waarden te kijken. “Mijn” waarden zijn niet van mij. Waarden spelen zich af tussen ons. En dat lijkt me een gezond uitgangspunt op zoek naar een nieuw wij.
Op zich is dat laatste waar, maar dat we dan moeten gaan denken dat we geen ‘zelf’ hebben: dat vind ik een groot probleem in het boeddhisme. Verreweg de meeste mensen op deze wereld geloven WEL in een zelf, er zijn psychologische redenen om aan te nemen dat er wel degelijk een zelf is. Je kunt mijns inziens op dezelfde conclusie als Van der Braak uitkomen als je WEL in een zelf gelooft.
Wanneer we zeggen dat er ‘geen zelf” is, slaan we de plank mis. Wanneer we zeggen dat er wel een zelf is, slaan we de plank ook mis. Het probleem is dat we de relatieve waarheid van onze overtuigingen als absolute waarheid aannemen. Daarmee vervallen we al snel in kinderlijke ‘welles-nietes’ discussies waarbij de beste betogers, of de grootste groep mensen het dan winnen en de anderen verliezen.
Als je gaat contempleren op wel/geen zelf kom je erachter dat er geen antwoord mogelijk is binnen de beperkte grenzen van ons eigen bewustzijn. De conclusie die je hooguit kunt trekken is, er is een concept over het zelf en dit is gebaseerd op een aanname binnen het bewustzijn. Daardoor kun je hooguit zeggen: er bestaat geen ‘zelf’ maar er bestaat ook geen ‘geen zelf’.
De vraag is, durven we de gehechtheid aan onze eigen overtuigingen voor een moment los te laten en met een nieuwsgierige blik te onderzoeken wat er dan gebeurt? In plaats van bij voorbaat al te concluderen wat wel en niet waar is?