Als ik kijk naar mijn eigen instelling, de Radboud Universiteit Nijmegen, dan zie ik dat studenten religiestudies al in hun eerste jaar een cursus krijgen over nieuwe religieuze bewegingen en dat dit thema voortdurend in andere cursussen terugkeert. De hele kernleerstoel Vergelijkende godsdienstwetenschappen in Nijmegen, waartoe ook mijn leerstoel Spiritualiteitsstudies behoort, doet onderzoek naar nieuwe vormen van religie en spiritualiteit. De door collega Frans Jespers samengestelde bundel Nieuwe religiositeit in Nederland uit 2009 is een presentatie van dat onderzoek voor breder publiek, met ook bijdragen van studenten. Heel het geslaagde NWO-programma ‘Refiguring Death Rites’ van collega Eric Venbrux (vier promoties, de vijfde op komst) draait rond nieuwe religiositeit in de beleving rond dood en rouw. De hele jaargang 2011 van het spiritualiteitstijdschrift Speling was aan hedendaagse vormen van spiritualiteit gewijd.
Als ik buiten Nijmegen kijk, zie ik succesvolle onderzoeksgroepen te Amsterdam (UvA) rond Wouter Hanegraaff (zelf gepromoveerd op onderzoek naar New Age), te Groningen rond Kocku von Stuckrad, te Leiden rond Meerten ter Borg, te Utrecht rond Anne-Marie Korte. De landelijke onderzoekschool NOSTER heeft een themagroep rond nieuwe spiritualiteit. Enzovoorts, enzovoorts.
Nee, vóór Joep de Hart zijn sweeping statements had gemaakt, had hij toch eerst eens beter om zich heen moeten kijken. Nu maakt hij een karikatuur van de religiewetenschappen in Nederland, als zouden de beoefenaars daarvan de spiritualiteit van een kwart van de Nederlanders over het hoofd zien. De werkelijkheid is gelukkig anders.
Terechte opmerking van Nissen. De Hart is – zoals wel vaker – slecht geïnformeerd over wat er in NL allemaal gaande is en verkoopt vaak goedkope praatjes. Laat hem eens echt veldonderzoek gaan doen als godsdienstsocioloog.
Kan Nissen aangeven welke vormen van nieuwe spiritualiteit in Nijmegen breed aandacht krijgen?
Tja, de Trouw moet iets om aandacht te trekken…..
Ik ben vanmorgen meteen naar de supermarkt gerend. Ik moest bijna vechten om de laatste Trouw.
Ik had eigenlijk meer van het artikel verwacht, het deed een beetje aan als een aanval op mijn vakgebied. “Laat de sociologie dat maar onderzoeken”.
Maar als we dit lezen als een opmerking dat er meer onderzoek moet worden gedaan naar nieuwe vormen van spiritualiteit, kan ik dat alleen maar onderstrepen.
Ik ben het, net als Peter Nissen, echter oneens met het idee dat Religiewetenschappers maar een beetje lokaal aanprutsen met sociologische onderzoeksgegevens.
Als voormalig student van Peter Nissen kan ik beamen dat er zelfs in de verkorte bachelor programma’s van de Radboud Universiteit Nijmegen er ruim aandacht is voor nieuwe vormen van spiritualiteit.
Ook in Utrecht wordt in het master Religie in de moderne samenleving aandacht gegeven aan de nieuwe spiritualiteit. Overigens heb ik begrepen dat de opmerking van Joep de Hart anders in het interview staan dan door hem bedoeld was.