Nu Amerika met overmacht conservatief gestemd heeft voor een man die vrouwen alleen vanwege bepaalde lichaamsdelen waardeert en aanprijst, kun je je afvragen wat de positie van vrouwen daar wordt. Het gaat natuurlijk niet alleen om een stem voor of tegen abortus, maar over een totale visie op vrouw zijn die voor vrouwen niet veel goeds belooft en haar actieve deelname aan de samenleving beperkt.
Onlangs verscheen een her-vertaling van een roman van Alba de Céspedes. De hoofdpersoon koopt in een opwelling een leeg schrift in de tabakswinkel. Op weg naar huis vraagt ze zich af wat ze ermee moet en wanneer ze de gelegenheid zal krijgen om erin te schrijven. Direct al wordt haar duidelijk dat het stiekem moet gebeuren als iedereen weg is. Waar kan ze haar schrift ongezien bewaren? Ze heeft geen tijd voor zichzelf en geen plaats in huis om iets op te bergen. Niemand in het gezin vindt dat nodig, dat wordt zelfs uitgesproken. Ze spaart geld om voetbalkaartjes te kopen voor haar man en kinderen. Waarom? Om het huis voor zich alleen te hebben. Pas dan durft ze in haar schrift te gaan schrijven. In plaats van dat het schrift haar nieuwe ruimte biedt, leidt het schrijven tot spanning en steeds meer liegen. Ze schaamt zich eigenlijk ook over wat ze schrijft, zo kritisch mag ze toch niet zijn? Céspedes schrijft het boek in 1952 en het heet Verboden Schrift.
Virginia Woolf hield haar lezing A room for one’s own voor vrouwelijke studentes in 1928. Haar voorwaarde was: een kamer voor jezelf en 500 pounds per jaar om als vrouw zelfstandig iets te bereiken. De hoofdpersoon uit Verboden Schrift heeft niet eens een laatje in huis voor zichzelf. Gek genoeg werkt ze wel buitenshuis en verdient zo haar eigen geld. Daar is ze zelf tevreden over maar dat maakt haar geleidelijk aan in haar vriendinnenkring tot een buitenstaander, want – zo houden haar vriendinnen haar voor – je hoort toch steeds voor je man klaar te staan en te zorgen. Telkens neemt ze zich voor in gezinssituaties echt te zeggen wat ze werkelijk denkt, haar stem te laten horen maar dan zet ze die wens om in een passende opmerking die men van haar als moeder verwacht. Het schrijven van dit boek bood Céspedes 72 jaar geleden de gelegenheid in de naoorlogse Italiaanse samenleving de stem van een vrouw hoorbaar en zichtbaar maken. Misschien wel haar eigen stem?

Het is veelzeggend dat dit bijzondere boek opnieuw vertaald en gedrukt is. Kennelijk is het juist nu nodig om zulke vrouwenstemmen hoorbaar te maken. Nog steeds ontdekt men dat vrouwen die ooit eigen kunst maakten, nameloos toegevoegd werden aan een atelier of aan het werk van een mannelijke kunstenaar. Bijzonder wetenschappelijk onderzoek werd ook door vrouwen gedaan, maar blijkt aan mannen toegeschreven te zijn. Nog steeds ontdekt men vrouwen die dénken, filosofen die op de achtergrond geleefd hebben, zoals onder andere Sor Juana Inès de la Cruz (1648-1695) en ook Maria Zambrano (1904-1991), een Spaanse filosofe die pas op late leeftijd waardering kreeg. Haar essays met de titel Over kennis van de ziel worden nu voor het eerst in het Nederlands vertaald en binnenkort uitgegeven. Renate Schepen neemt het in haar cursus Buiten de tijd voor hen op, omdat deze vrouwen vanwege hun mystieke en poëtische denken de filosofie verbreden. We kunnen ze laten klinken, al lezend naar hen luisteren, om te voorkomen dat vrouwen (weer) op veel plaatsen in de wereld een ‘verboden schrift’ moeten aanschaffen om zichzelf in vrijheid te ontplooien.