Valkuil bij zowel deze religies als bij de seculiere ideologieën is dat een overijverige deelname kan leiden tot dogmatisme en fundamentalisme terwijl een afstandelijke, verlichte houding kan leiden tot vervluchtiging van de kernboodschap.
Ergens tussen die twee uitersten kan de balans gevonden worden. De kern van die balans is het bevorderen van liefdevolle betrokkenheid naar alle medemensen en je onvermoeibaar inzetten voor rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid, vrede en harmonie.
Geloof je in geen van deze religies of ideologieën, dan kan je altijd nog terecht bij de Franse atheïstische filosoof Albert Camus (1913-1960). Camus gaat ervan uit dat het leven absurd is en dat elk reiken naar een allesomvattende religie of ideologie in feite een vlucht is met als doel de barre werkelijkheid van het zinloze bestaan te ontlopen.
Maar schrijft hij, juist omdat we geen onderdeel zijn van een alles omvattend idee, zijn we zelf verantwoordelijk voor het scheppen van een leefbare aarde en een menswaardige samenleving.
Zijn romans en zijn filosofische artikelen kenmerken zich door een hartstochtelijk beroep op mensen om, tegen de absurditeit in, zich in te zetten voor vrede en te strijden tegen elk onrecht.
In zijn meest bekende roman De Pest is de hoofdpersoon een arts die in Algerije terecht is gekomen in een epidemie van de builenpest. Hij zou nog op tijd kunnen ontsnappen maar kan het niet over zijn hart verkrijgen om zijn lijdende medemensen in de steek te laten. Zonder veel resultaat verlicht hij het leed van de slachtoffers, red een enkeling van de dood en wonder boven wonder overleeft hij en kan gezond en wel terugreizen naar Frankrijk.
Nog duidelijker komt zijn levensvisie uit in zijn filosofisch essay De mythe van Sisiphus. De legendarische Griekse held Sisiphus krijgt van de Goden de opdracht een grote steen de berg op te wentelen. Als de steen boven is, smijten de Goden de steen weer terug en moet Sisiphus helemaal opnieuw beginnen.
Een illustratie dus van volkomen zinloosheid. Maar, schrijft Camus in het nawoord, blijf die steen naar boven wentelen, want ooit zal hij in balans halverwege blijven liggen.
Ook bij hem dus, ondanks de zinloosheid van het bestaan een gepassioneerd pleidooi voor menswaardigheid. Het vurige verlangen van mensen naar een wereld waarin de (bijna) volmaakte situatie ontstaat van waarheid, schoonheid en liefde, geeft mij – en ik hoop eenieder die dit leest – weer moed.