Door: Pieter Pekelharing

Dit argument klopt echter niet. Sceptische argumenten laten zich goed met onderdrukkende vormen van politiek verbinden. Zonder in hemel en hel te geloven, en sceptisch staand tegenover religie hebben tal van politieke machthebbers besloten andersdenkenden uit te sluiten, bijvoorbeeld omdat ze een bedreiging voor de vrede vormden.

Voor principiële vormen van tolerantie lijkt de volgende overtuiging belangrijk:

(3) alleen oprechtheid kan een adequaat criterium voor het geloof vormen. Op onoprechte gronden geloven brengt je als gelovige geen stap verder.

Maar ook deze overtuiging bleek al weer niet genoeg. De opstand van de Nederlanden tegen Spanje werd destijds gevoerd in naam van de gewetensvrijheid. In de nieuwe republiek moest iedereen vrij zijn geweten kunnen volgen. Toch vonden sommige dominees het destijds gerechtvaardigd katholieken te dwingen naar hun preken te luisteren. De dominees erkenden (3), maar achtten pressie soms nodig om mensen wakker te schudden. Dwang was nodig om de aandacht te focussen. Een beetje angst verhoogt de concentratie.

De dominees gaven toe dat dwang op zich slecht was. Mensen direct met geweld een religie opleggen werd afgewezen, maar mensen een beertje onder druk zetten was oké. Directe dwang is verwerpelijk, maar indirect uitgeoefende dwang helpt mensen van vastgeroeste overtuigingen af.

Degenen die voor tolerantie pleitten waren het daarmee oneens: wie met geweld dreigt, schept angst en angst is onder alle omstandigheden een slechte raadgever. Dit was de positie die de Engelse filosoof John Locke in zijn beroemde pleidooi voor tolerantie innam.

Locke was echter geneigd het gebruik van dwang op praktische gronden af te wijzen. Maar stel dat dwang werkt? Is er geen principieel argument tegen dwang? Ja. Die luidt als volgt:

(5) Elke schending van iemands persoonlijke integriteit is slecht. Het gaat er om, dat een overtuiging ‘vrij gekozen’ wordt.

Hier zien we een argument opduiken, dat niet langer alleen gelovigen aanspreekt. Men stelt zich niet langer op het standpunt van God en Diens verlangen naar oprechtheid, maar op dat van de onschendbaarheid van ieders persoonlijke integriteit. Consequentie: zelfs als je gelooft dat de aarde plat is, mag je niet met (directe of indirecte) dwang uit dat geloof gestoten worden.

Dat klinkt paradoxaal: gaat tolerantie zo ver dat we onwaarheid moeten verdragen? Ja, meende de Engelse filosoof John Stuart Mill: (5) overtroeft de waarheid omdat het nevengevolg van (5) waarheid is. Anders gezegd: handhaving van (5) schept een sociaal klimaat die het vinden van de waarheid bevordert.

In zijn werk On Liberty betoogde Mill het volgende:

a. Overtuigingen die nu voor onwaar worden gehouden zouden later wel eens waar kunnen zijn. Daarom is het goed ze te tolereren.

b. Zelfs als de onwaar geachte overtuiging kolder is, dan nog zou de overtuiging na herformulering een kern van waarheid kunnen bevatten. Daarom is het goed haar te tolereren

c. Zelfs als de overtuiging na herformulering nog steeds pertinent onwaar blijkt te zijn, dan nog is het belangrijk dat ze vrij circuleert in plaats van verboden wordt. De aanwezigheid van pertinente onwaarheden voorkomt dat ware overtuigingen tot dogma verharden. Daarom is het goed deze onwaarheden te tolereren.

Kortom, als overtuigingen niet voortdurend ter discussie kunnen worden gesteld, gaan mensen op hun overtuigingen uitrusten. Zonder meningsvrijheid kunnen mensen niet goed nadenken. Ter wille van de groei van de kennis is het belangrijk dat we onze neiging anderen te onderdrukken leren onderdrukken.
Mills verhaal werkt als het om het scheppen van het juiste sociale klimaat voor de groei van kennis en het ontplooien van je individualiteit gaat. Maar gaan Mills argumenten ook op voor aanhangers van een religie die op openbaring berust, zoals de Islam of het Christendom? Waarom zouden aanhangers van een openbaringsreligie waarde aan vergissingen hechten? Groei van de kennis komt voor gelovigen op de tweede plaats. Hen is de waarheid al verkondigd.

Het is niet zeker of Mills argumenten voor aanhangers van een openbaringsreligie overtuigend zijn.

Daar zou je echter het volgende tegen in kunnen brengen: is het niet ook voor gelovigen belangrijk dat hun geloof niet tot dogma verhardt? Wil ook God niet een sprankelend en levend geloof? Zo ja, dan is ook voor gelovigen de meningsvrijheid een uiterst waardevol goed.

Over tolerantie is zeker niet het laatste woord gezegd, maar deze overwegingen hebben een belangrijke rol gespeeld in het debat. Wie de debatten van vandaag volgt, merkt dat ze nog niets aan actualiteit hebben ingeboet.

Pieter Pekelharing is docent ethiek en sociale en politieke filosofie aan de UvA. Hij werkt op het ogenblik aan een boek over intellectuele eigendom en heeft in het verleden vrij veel geschreven over de geschiedenis van het begrip tolerantie en over verschillende praktijken van tolerantie.

Nog geen reactie — begin het gesprek.