Het is helder dat we allemaal geluk willen en geen problemen. We houden onszelf echter vaak voor de gek met betrekking tot wat ons geluk brengt. Dat we voornamelijk aan onszelf denken (en alles wat te maken heeft met ‘mijn…’) en vanuit die houding handelen, is duidelijk. Minder duidelijk is dat, wanneer we bij anderen pijn of problemen veroorzaken, we ons eigen geluk bederven. Dit laatste begint vaak met een gebrek aan respect.
Respect is op z’n minst iemand in haar of zijn waarde laten, het feit erkennen dat zij/hij evenveel recht heeft om er te zijn en geluk te ervaren als jezelf. Het is een basis, daarop bouw je al je relaties. Geen verhouding – of het nou een zakelijke relatie, huwelijks- of liefdesrelatie is – kan overleven als één of beide partners geen respect heeft voor de andere. De meesten van ons kunnen geluk wel vergeten als we geen respect ontvangen of tonen.
De Boeddha zei dat er 84.000 soorten mensen zijn die net iets anders nodig hebben om gelukkig te worden, inclusief eventueel een andere religie. Als je daarvan doordrongen bent, ga je automatisch een stuk toleranter en respectvoller met anderen om.
Toen het boeddhisme zich verspreidde, bleef de basis intact terwijl de uiterlijke vorm zich aan de locale cultuur aanpaste. Daarom zijn veel van deze vormen Aziatisch, zoals de groet met handpalmen tegen elkaar en de neerbuigingen. Maar de belangrijkste uiting van respect is hoe we met elkaar omgaan. Alle universele deugden, zoals niet doden en niet stelen, hebben met respect te maken. Want doe je die dingen wel, dan toon je een gebrek aan respect voor anderen; ze zijn niet belangrijk voor je. Als mens, als maatschappij, worden we er ongelukkig van. Maar leren we dit aan onze kinderen en jonge mensen, in het gezin en op school? Zo niet, waarom niet? Hier ligt een grote uitdaging voor 2009. Allochtone jongeren eisen respect. En dat horen ze te krijgen want je hoort respect aan iedereen te geven. Maar willen zij meer dan dit basisrespect, dan zullen zij – zoals iedereen – het moeten verdienen door iets te doen of te zijn dat onze respect waard is.
Boeddhisten gaan nog verder dan respect voor alle wezens. Er wordt zelfs over eerbied gesproken! Vaak heb je respect voor iemand die dingen heeft of kan die je zelf niet hebt of kunt, maar wel zou willen. Voor boeddhisten is dat het hebben van eigenschappen zoals wijsheid of diepgaande mededogen. Heeft iemand deze echt ontwikkeld, dan zijn ze onze eerbied waardig. Door hoe ze zijn, en de moeite die ze genomen hebben zich zo te ontwikkelen, hebben ze onze respect en eerbied verdiend.
Het grappige is dat juist zo’n iemand geen respect eist of nodig heeft om gelukkig te zijn, maar dat hun respect en genegenheid voor ons ervan afstraalt.
Door eigen kennis: slechte dingen verlaten
“Kom dan, K?l?mas: Laat je niet leiden door geruchten, niet door horen zeggen, niet door traditie, niet door geschriften, niet door logische redeneringen, niet door logische gevolgtrekkingen, niet door het overwegen van redenen, niet door het na overpeinzen aanvaarden van een zienswijze, niet door waarschijnlijkheid, niet door de gedachte dat ‘deze monnik is mijn leraar.’ K?l?mas, als jullie zelf weten dat: ‘Deze dingen zijn onheilzaam; deze dingen zijn afkeurenswaardig; deze dingen worden bekritizeerd door de wijzen; wanneer men deze dingen aanvaart en uitvoert, leidt het tot nadeel en lijden’: dan moeten jullie, K?l?mas, die dingen verlaten.
http://www.suttas.net/suttas/anguttara-nikaya/3/an3-65-kalama-sutta.php