Ja, u leest het goed: genezen aan ziekte. Genezen van ziekte kan ook, en dat is voor iedereen te hopen, maar wat ik hier bedoel, is: Genezen aan ziekte. Dat een ziekte je kan genezen van innerlijke kwalen en kwetsuren. Dat een ziekte je tot een heel mens kan maken. Dat je kunt leren er zo naar te kijken: hoe kan ik groeien en genezen aan wat mij nu overkomt?
In mijn ziekteproces heb ik te maken met twee specialisten. Beide bekwame en integere mensen. Maar er is een verschil.
De een ziet mij als ziek en zielig – ik chargeer bewust – en benadert mij ook uitsluitend als slachtoffer. Zij heeft alleen oog voor de cijfers en de stoute waarden. Zij ziet niet Wim Jansen met zijn mystieke werkelijkheid, maar alleen een door kankercellen geteisterd lichaam. Ze is ook niet geïnteresseerd in de manier waarop ik omga met al die verontrustende gegevens. Terwijl dat toch een wereld van verschil maakt. De PET-scan vervulde haar met zoveel zorg dat ze die op mij wist over te dragen.
De ander ziet wel de hele mens. Hij verdisconteert alle aspecten van mijn wezen in zijn afwegingen en adviezen. Hij signaleert bijvoorbeeld wel de enorme geestkracht die mij gedurende mijn ziekteperiode al is ten deel gevallen – het is geen verdienste! – en laat die serieus meewegen in zijn inschattingen. Hij herkent en erkent ook de liefde als invloedrijke factor, in bijvoorbeeld het nog steeds bloeiende erotische leven van mijn geliefde en mij.
Zijn interpretatie van dezelfde PET-scan was een heel andere. Hij ontkende zeker niet de nieuwe uitzaaiingen, maar zag die wel in mijn perspectief. Hij zei zelfs: ‘Ik beschouw jou nog steeds als een onverwoestbare Noorman.’
Dat is natuurlijk leuk om te horen en daarom geef ik het hier ook pontificaal weer. Begrijp me goed, ik koester heus niet de illusie dat ik met mijn flinkheid de kanker zou ‘overwinnen’. Ik geloof helemaal niet in dat soort spierballentaal. Maar het maakt wel verschil hoe je je ziekte tegemoet treedt. Namelijk: uitsluitend als noodlot, waarvan jij het slachtoffer bent, of als een kans om te groeien in liefde en meer God in je leven te ontdekken.
Ik kies voor dit laatste. En dat is een keuze.
Daarom wil ik en kan ik niet zielig zijn. Ik laat mij niet reduceren tot patiënt, zelfs niet nu deze ziekte mij op termijn naar de dood zal voeren. Het zal nog even duren, zuster Dood, want je hebt hier te maken met een ‘onverwoestbare Noorman.’ Ik ben realist genoeg om te beseffen dat ook een onverwoestbare Noorman zomaar tegen jou aan kan lopen, maar ik zal mijn huid duur verkopen en weiger mij in de slachtofferrol te laten drukken.
Ik zie mijn ziekte als een klus. Als een opdracht om licht uit te stralen naar mijn omgeving. Ik zie ook mijn – hopelijk nog enige tijd uit te stellen – sterven als een klus. Als een opdracht om zonder vrees het eeuwige bewustzijn van God in te gaan.
Niet voor niets ziet Meister Eckhart het lijden als ‘het snelste dier naar de volkomenheid’. Nu, ik ken dit watervlugge beestje maar al te goed. Ik heb echt al een hoop ellende meegemaakt, maar ik ben er nooit slechter van geworden. Sterker nog, het heeft mij alleen maar doen groeien in liefde en God.
Precies zoals Hadewych dicht:
‘Ook al kent de minnaar rampspoed,
hij zal over heel de lijn groeien.’
Ik heb er ook zelf een gedicht over geschreven. Over het eeuwige misverstand in het omgaan met ziekte en dood. Laat je niet de kist inpraten. Er is perspectief.
Misverstand – gesprek met oncoloog
Jij spreekt van
pech,
ik van
klus.
Jij spreekt van
patiënt,
ik van
Viking.
Jij spreekt van
ziekte,
ik van
liefde.
Jij spreekt van
einde,
ik van
vervulling.
Jij spreekt van
inslapen,
ik van
ontwaken.
Dank je Wim voor deze prachtige perspectiefwisseling. Dokter 1 gaf je een nocebo (en daarmee de uitnodiging om te vechten tegen kanker), dokter 2 een placebo (en daarmee de kans om mét kanker te vechten voor de taak van je ziel op deze aarde). Een HARTegroet!