“Het is dit gegeven, dat de islam al eeuwen een plaats heeft in het hart van de Westerse beschaving, dat over en weer zal moeten worden beseft.”
“Bij de tweede en derde generatie (moslims) is dat totaal anders. Nederland is ook hun land. Sterker nog, Nederland ís hun land.”
“Maar waar het mij om gaat is dat die grote groep moslims die toch hun gewone leven willen leiden, dat niet kunnen vanwege al die actoren die zich met hun leven bemoeien. Niet alleen maar de moslimactoren, maar ook aan de kant van autoriteiten van de ontvangstlanden.”
Boven staan zomaar drie citaten uit het boek Wordt het nog wat met het islamdebat?, een boek dat nog niet uit is maar op 25 september aanstaande gepresenteerd wordt aan de wereld.
Toch zijn er al meningen over gevormd, zonder dat iemand het gelezen heeft. Zo zette de website van Nieuw Wij een artikel online onder de veelzeggende titel ‘Moslima’s ontbreken in bundel over “het islamdebat”’ Met als ondertitel ‘Veertien mannen en Ayaan Hirsi Ali vullen het boek’. Journalist Theo Brand had de inleiding tot het boek, die vrijgegeven was, gelezen en vastgesteld dat van de 15 auteurs er 14 mannen waren en dat moslima’s hoe dan ook als auteurs ontbraken. Wij als redacteuren hebben wel degelijk melding gemaakt van de Odyssee die wij ondernamen om moslima’s te verleiden de pen ter hand te nemen. Het mocht echter niet baten. Vaak was de reden dat de deelname van auteurs als Afshin Ellian en Ayaan Hirsi Ali hen ervan weerhielden. We hebben het betreurd evenals we het betreuren niet meer auteurs van links politieke huize te hebben kunnen aantrekken.
Je kunt het ontkennen of niet willen zien maar de islam is nog steeds een steen des aanstoots in onze samenleving
Weerhield ons dat ons boek te publiceren? Geenszins. En we zijn uiteindelijk in staat geweest toch een behoorlijk gemêleerd gezelschap aan te trekken en daar zijn we trots op. Het gaat om auteurs die het wel hebben aangedurfd in het gezelschap van ideologische tegenstanders hun visie te geven op de vraag van het boek: ‘Wordt het nog wat met het islamdebat?’
En het moge duidelijk zijn dat dat islamdebat in zwaar weer verkeert. Want niet iedereen is meer geïnteresseerd in dat debat en dat is slecht voor de samenleving. Want je kunt het ontkennen of niet willen zien maar de islam is nog steeds een steen des aanstoots in onze samenleving. Er is veel wantrouwen over en weer. Maar ons daarbij neerleggen is geen optie. Of zoals Halim el Madkouri het in de bundel stelt (we parafraseren): “Aan de grote middengroep moslims wordt van alle kanten getrokken terwijl ze alleen maar hun leven willen leiden net als ieder ander mens. Wat kan daar nu mis mee zijn?”
Kamel Essabane, docent filosofie bij het instituut FAHM, wees onze uitnodiging tot deelname aan de bundel ook af, maar was niet te beroerd journalist Theo Brand van Nieuw Wij te woord te staan over de bundel die hij niet gelezen heeft. We citeren uit het interview met hem:
“Volgens Geling en de Ruiter kan de Islam zich aanpassen maar gaat dat moeizaam,” zo stelt Essabane. “Orthodoxie moet volgens hen binnen de grenzen van de wet bestreden worden en een liberale islam gepromoot worden. Het dominante discours van de heren plaatst islam tegenover het westen vanwege een vermeende onveranderlijke kern. Dat gaat voorbij aan westerse moslims die niet in die hokjes passen. Het gaat ook voorbij aan het feit dat de islam zeer divers is, historisch ‘verlichte’ idealen kent en een dynamische traditie is, inclusief de orthodoxie.”’

Essabane zet ons hier als essentialistisch neer en gaat voorbij aan wat wij in het publieke debat al jaren roepen. Er is plaats voor islam in al zijn variëteiten maar wij nemen de vrijheid om te stellen dat voor vormen van islam die grenzen aan geweld of geweld gebruiken geen plaats is en ja, inderdaad, wij zijn voorstanders van een islam die zich verzoend heeft met westerse waarden. Mogen wij dat niet zijn?
Maar Essabane vindt ons niet de geschikte mensen voor een dergelijk boek waarmee hij ons behoorlijk diskwalificeert. Essabane stelt verder dat er toch ook geen ‘jodendomdebat’ is of ‘verlichtingsdebat’? Wel, we kunnen hem uit de droom helpen. Er is wel degelijk een ‘jodendomdebat’ en partijen als de PVV en Forum voor Democratie stellen vandaag de dag de verlichtingswaarden openlijk ter discussie. De samenleving discussieert ook al heel lang over de vraag of artikel 23 die bijzondere scholen mogelijk maakt wel gehandhaafd moet worden, iets wat christenen zeer aan het hart gaat. En wat dacht je van de recente discussie rond de zogenaamde Nashvilleverklaring? Het christendom stond weer eens centraal.
Wat Essabane doet is zich ideologisch verweren tegen het debat. Het lijkt erop dat Essabane alleen met mensen uit zijn eigen bubbel over islam wil spreken, alleen met gelijkgestemden. Maar in hoeverre is dat dan eigenlijk dialoog? Voer je een dialoog niet per definitie juist met andersdenkenden? En dat is precies wat wij met ons boek wilden bereiken, maar wat Essabane, en veel gelijkgestemden met hem afwezen.
Dit stuk begint met drie citaten uit het boek die, volgens ons, ideologisch zonder meer passen in het straatje van Essabane. Wij hopen en verwachten dat hij het boek gaat lezen en er – noblesse oblige –een gedegen recensie over gaat schrijven. Wij wachten vol ongeduld af.
Eerlijk gezegd, en laat ik daar maar mee beginnen, denk ik dat zo’n boek enkel en alleen dient om de maatschappelijke positie van de auteurs te bevestigen en te versterken. Het is immers volstrekt irrelevant welk soort Islam hun voorkeur geniet en of zij zich al dan niet terecht westerser en Nederlandser mogen noemen dan, bij voorbeeld, iemand als ik. Aangezien ik een moslim ben, zou het er misschien wel toe doen in wat voor hokje ik te plaatsen zou zijn en vervolgens hoe ‘iemand als ik’ met verschillende zaken omga, maar hoe uitnodigend is het om deel te nemen als bij voorbaat vaststaat dat de auteurs westerser en Nederlandser zouden zijn dan ik en ik bij voorkeur zo goed als mogelijk binnen hun ideaalplaatje zou passen? Dit is een listige omdraaiing van de werkelijkheid, want in deze is het namelijk hun ideaalplaatje, dat hun project in de weg staat. Als Nederlander en westerling zou ik eventueel bereid zijn om een boekje open te doen over wat er in onze samenleving te koop is, hoewel mogelijk niet in de straat of de wijk waar de auteurs leven, maar het werkt op mij als een belemmering dat, wat ik daarover kan delen, bij voorbaat al neergezet wordt als zou het iets nieuws zijn waarover het oordeel aan de gespreksleider is. Als de stelling correct is, dat deze ervan uitgaat dat orthodoxie met alle mogelijke middelen bestreden dient te worden, zou ik zelfs moeten beginnen met uitleggen wat het woord orthodoxie betekent en dat die stelling kant noch wal raakt, maar waarom zou ik me laten dwingen om de verdediging in te gaan? Dat zou niet nodig moeten zijn om iets uit te leggen dat eigenlijk heel mooi is en overigens zo goed werkt, dat de schrijver van dit artikel nog niet eens door heeft dat dat gewoon onderdeel is van onze samenleving. Nee, ik ga niet door de paspoortcontrole van een medelander die zich wat meent en zich daarbij ook nog ten onrechte vijandig opstelt. Persoonlijk zag ik liever dat soort mensen vertrekken uit ons land, maar ik ga niet zo ver als daarvoor constant een zelfverzonnen en onnodig debat aan te zwengelen en dit probleem aan een willekeurige bevolkingsgroep toe te achrijven. Van mij mag u gewoon blijven, maar ik zou het wel op prijs stellen als u een ander onderwerp vindt om geld aan te verdienen. Dit gaat een beetje over de rug van anderen en mensen worden echt niet vrolijker en vriendelijker in ons land van dit soort boeken.
Grappig: a. van toor, meent dat mensen geld verdienen aan boeken. Dat is meestal niet zo haha En heeft weinig met de vrijheid van meningsuiting. … dat valt me ook op. Gelukkig is die hier, en mag men schrijven wat men wil (enkele uitzonderingen daargelaten).