Elk jaar verschijnen er rapporten van het SCP, het Sociaal en Cultureel Planbureau. En zo blijven we op de hoogte van de opinies en het gedrag van de Nederlanders. Vragen die worden gesteld: Zijn we (nog) religieus? Hoe denken we over het homohuwelijk? Hebben we nog vertrouwen in ‘de politiek’? En zo meer. Stel je voor dat we een keer deze vraag zouden moeten beantwoorden: “Wat doe jij om niet te voelen?”

Hoe ontlopen we pijnlijke gevoelens, dingen de we weggestopt hebben, niet onder ogen durven zien. Als het SCP eerlijk antwoorden zou krijgen, wat zou er dan uit kunnen komen? Ik doe een gok: overeten, te veel drinken, snoepen, blijven surfen op internet, te lang televisie kijken, niet kunnen stoppen met werken, porno kijken, alcohol, nicotine, suiker, andere drugs, overbodige inkopen doen, drama in je relatie opzoeken, jezelf en/of anderen pijn doen…

Deze woorden schreef ik op in de trein van Utrecht naar Rotterdam. Opeens ging de trein vaart minderen. En de stem van de conducteur: “we rijden heel voorzichtig, omdat er een bericht kwam over een suïcidaal persoon op het spoor”. Ik schrok: zo ver kun je dus gaan om maar niet te voelen.

Dit kleine zinnetje ‘Wat doe jij om niet te voelen?’ vind ik de belangrijkste pointer in het nieuwe boek van Lisette Thooft. En haar tekst is verder een pleidooi om wél te gaan voelen, ook als dat confronterend is. Zij geeft daarbij heel handzame en concrete tips. Twee titels van eerdere boeken geven al een aanwijzing: Vrienden worden met je lijf en Kom uit je hoofd.

Lichaamswerk kan inderdaad heel bevrijdend zijn en oude emoties losmaken die zich in je lijf hebben vastgezet. Zo deed ik zelf een reeks ademsessies en dat maakte heel veel los: meer begrip voor mijn moeder, die in 1946 twee dochtertjes had, één stierf, één lag op sterven. Dat heeft haar een levenslange pijn, verkramping en controle/bezorgdheid gegeven.  Maar ook een stroom van tranen vol liefde en dankbaarheid tegenover mijn vader.  Bovenal: ik zag ook de pijn die door de generaties heengaat. Maar die kan stoppen, wanneer iemand het durft te doorvoelen.

In haar boek vertelt Thooft over allerlei methoden, technieken en therapieën die ze heeft onderzocht of waar ze aan heeft deelgenomen.  ‘Onderzoek alles en behoud het goede’, zou het motto kunnen zijn.

de-hemel-in-je-handen

“Bewust maken wat onbewust is” is een belangrijk doel. Je zou daarbij aan Sigmund Freud kunnen denken, die immers vond dat het Ego steeds meer terrein moet zien te winnen op het onbewuste. Een enorme klus die Freud vergelijkt met het droogleggen van de Zuiderzee.  Je moet je inzicht zien te krijgen in je verdrongen verlangens en conflicten. Maar Freud is heel bescheiden, pessimistisch zou je kunnen zeggen, over wat dat op kan leveren: van ‘hysterische ellende’ ‘gewoon ongeluk’ maken.

Lisette Thooft gaat dieper dan Freud. Bij haar betekent het eigenlijk: wat aan het licht wordt blootgesteld, wordt zelf licht (Efeziërs 5:13 -14). Oude pijn en ellende die je met mededogen onder ogen ziet, kunnen krachtbronnen worden.

Ze bespreekt aarde-werk, dat is naar binnen gaan, je oude pijn opzoeken. En sterren-werk is naar boven reiken, naar je hogere zelf. Als genoeg mensen naar binnen keren, zichzelf liefdevol onder ogen komen, inclusief hun schaduwkanten, veranderen zij zelf, maar eigenlijk creëren we samen zo ook een nieuwe wereld, een nieuw wij.

Binnen en buiten weerspiegelen elkaar. Als we onze issues zelf aankijken en oplossen, hoeven we ze niet langer op anderen te projecteren en hen verantwoordelijk te stellen voor ons eigen onbehagen.

Dit wordt geïllustreerd door de oude wijsheid: ‘verbeter de wereld, begin bij jezelf.’ Gandhi zei dit ook heel mooi: ‘Be the change you want to see in the world’. En zijn eigen leven is hiervan een illustratie. Hij werkte aan zichzelf, transformeerde zichzelf door teksten als de Bhagavad Gītā en de Bergrede ter harte te nemen. Hij mediteerde op zinnetjes hieruit, keerde naar binnen. En pas nadat hij zichzelf op deze manier ontwikkelde, kon hij ook via geweldloos verzet India bevrijden van de Britse overheersing.

We kunnen dus beter inpluggen op ons eigen innerlijk, ons ‘innernet’, dan op het internet. En als we dan werken met onze lastige kanten (in mijn geval bijvoorbeeld hyperkritisch, overbezorgd en controlerend zijn, en proberen te pleasen), dan zien en erkennen we deze kanten, laten we ze niet met ons aan de haal gaan, maar verdringen ze ook niet. Pas dan worden ze onschuldiger en transparanter.

Eigenlijk worden het dan krachten die we op een positieve manier kunnen inzetten. In de Jungiaanse traditie heet dit Schaduwwerk. Werken met je demonen – en deze verlossen.

De Netflix-serie Lucifer is hiervan een mooie illustratie. De duivel verlaat de hel en gaat in Los Angeles, de stad van de Engelen, wonen. Daar bezit hij een nachtclub en hij gaat samenwerken met een detective en moorden oplossen. Als je de serie dieper bekijkt, gaat het over: schaduwkanten van jezelf, wie ben je ten diepste, kun je jezelf accepteren, kun je veranderen? De therapeute Linda in de serie is ook heel goed. Ik raad mijn studenten bij het vak psychologie altijd aan om te kijken.

“Ruimer worden vanbinnen” is het belangrijkste wat we volgens Lisette Thooft kunnen doen om de wereld te verbeteren. “Naar binnen keren in onszelf en de diepten van ons onderbewuste verkennen, zodat die lichte plek in het donkere bos steeds wijder wordt: dat is de beste, meest directe manier die ik ken om te bouwen aan de Nieuwe Wereld, die we in ons hart al koesteren.”

Ik denk dat ze gelijk heeft.

Lisette Thooft, De hemel in je handen. Hoe je toegang krijgt tot een ruimer bewustzijn. Ten Have, Utrecht, 2022,  € 20,99.

vincent

Vincent Duindam

Psycholoog en freelance docent

Vincent Duindam (1958) studeerde af in de Psychologie aan de Universiteit Utrecht. Sinds 1991 geeft hij aan deze universiteit les, maar ook …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.