Dutch Racism werd onlangs gelanceerd in het Tropenmuseum in Amsterdam. Het aanwezige publiek was het er over eens: dit boek komt geen minuut te vroeg. Vers in het geheugen liggen de hevige ruzies over Zwarte Piet en het Amnesty International-rapport over etnisch profileren. Maar ook de mails waarin sollicitanten per ongeluk lazen dat ze om hun afkomst werden afgewezen. En natuurlijk Wilders’ uitspraken over Marokkanen. Echter, wie met racisme te maken heeft zal het grootste kwaad niet in deze mediarelletjes zien. Het zijn de verontwaardigde reacties erop van mensen die blind zijn voor hun eigen racistische neigingen. Het zijn, zoals historicus Zihni Özdil onlangs meermaals betoogde, politici als Diederik Samsom en Hans Spekman die zich zonder problemen racistisch kunnen uitlaten. En vooral: het zijn de dagelijkse ervaringen van racisme en discriminatie die het nieuws niet halen.
Maar wat heeft de bundel te bieden? En aan wie? Redacteurs Philomena Essed en Isabelle Hoving zijn er duidelijk over: Dutch Racism is er vooral voor jonge academici die volgens hen tot nu toe nauwelijks taal en materiaal hadden om over Nederlands racisme te kunnen schrijven. In ruim twintig artikelen worden uiteenlopende onderwerpen behandeld, geschreven door (inter)nationale academici uit de sociale en geesteswetenschappen. Zo komen antisemitisme en islamofobie aan bod, evenals manieren waarop ideeën uit de tijd van slavernij, arbeidsmigratie en kolonialisme doorwerken in het heden. In maar liefst drie artikelen wordt de omstreden figuur van Zwarte Piet besproken. Veelal plaatst men de problematiek in de context van een (alternatieve) geschiedenis. Gezien het thema is het niet vreemd dat het boek eveneens een sterk activistische inslag heeft. Vrijwel alle bijdragen getuigen van een persoonlijke betrokkenheid van de auteurs. Dat zal voor sommige critici aanleiding zijn om het boek neer te sabelen. Niet iedereen is immers te spreken over activistische wetenschap. Echter, de wetenschapper die werkelijk neutraal zijn vak uitoefent is ook al lang een mythe gebleken.
Hoewel een aantal artikelen elkaar overlapt, is er weinig samenhang in het boek te vinden. Elke bijdrage staat op zichzelf en heeft een eigen opbouw. Het boek dient dan ook niet als een geheel gelezen te worden. Desalniettemin zijn er overeenkomsten te vinden, die Essed en Hoving in hun inleiding benoemen. Zo komt steeds weer naar voren hoe zeer Nederland probeert vast te houden aan haar vermeende onschuld. Daarnaast is een zelfgenoegzame onwetende houding typerend voor Nederlands racisme: het niet willen weten, maar ook menen dat je het niet hoeft te weten. De witte lezer krijgt vaak ongemakkelijke feiten en soms zware beschuldigingen te verwerken. Dat kan leiden tot onbehaaglijkheid en weerstand. Het is de kunst om door die zure appel heen te bijten en je steeds onderzoekend te blijven opstellen.
De bijdrage van Halleh Ghorashi maakt bijvoorbeeld pijnlijk duidelijk hoe de weerstand tegen het idee van racisme in Nederland dusdanig groot is dat het kritische reflectie op de Nederlandse cultuur in de weg staat. Daarnaast speelt volgens Ghorashi het beeld van Nederland als een gastvrij land een belangrijke rol bij het verwerpen van kritiek op het land. Hoe vaak horen niet-witte burgers niet ‘Wanneer het je hier niet bevalt, dan ga je toch lekker terug naar je eigen land’? Of er wordt een groep naar voren geschoven die ogenschijnlijk zonder problemen zijn ingeburgerd. Een treffend voorbeeld hiervan geeft Esther Captain in haar artikel over drie generaties Indo’s, waarbij de tweede generatie vaak moeite heeft met de zwijgzaamheid van hun ouders, terwijl de derde generatie op geheel eigen wijze uiting geeft aan hun roots. Door de bijdragen heen wordt zo een beeld geschept van een veelzijdig en gecompliceerd fenomeen: de worsteling met diversiteit in de lage landen.
Uitgeverij Rodopi verdient waardering voor het initiëren van deze uitgave, in de Thamyris-reeks Intersecting Place, Sex and Race. Dutch Racism zal niet onomstreden de geschiedenis in gaan, maar het biedt solide inhoudelijke bijdragen aan een van de meest prangende debatten van onze tijd. In een samenleving waar ongelijkheid is – en als zodanig wordt ervaren – zal uiteindelijk iets knappen. Zoals politiek filosoof Femke Kaulingfreks onlangs betoogde zijn we in Nederland vooralsnog ontsnapt aan rellen zoals eerder in Parijs en Londen. We kunnen het ons dan ook niet permitteren het gesprek te vermijden of de ander te overschreeuwen. Voor academici biedt Dutch Racism aanknopingspunten voor vervolgonderzoek, voor activisten ondersteuning van hun betoog en voor burgers en politici (van welke kleur dan ook) voeding voor zelfreflectie. En dat kunnen we in Nederland wel gebruiken.
Klik hier voor de boekgegevens.
Voor Nieuwwij zal Bart Mijland de komende maanden dieper ingaan op enkele onderwerpen die in Dutch Racism worden aangekaart. Binnenkort verschijnt een interview met Philomena Essed en Isabel Hoving.