Theatermakers Patrick Nederkoorn en Minou Bosua vinden de drempel om een kerk te bezoeken voor zichzelf te hoog geworden. Toch delen zij, beide vanuit verschillende achtergronden, een sterke fascinatie voor de rituele praktijken van christelijke tradities. Dit inspireerde hen tot Hoogfeest: een theatraal laboratorium in drie delen, waarin christelijke rituelen worden onderzocht. Het publiek is proefpersoon, maar ook mede-onderzoeker.

De aftrap, Hoogfeest #1, was begin april. Toen ging het over thema’s als schuld, boete en vergeving. Behalve Nederkoorn en Bosua kwamen ook experts op gebied van liturgie, meditatie, en hallucinerende kruiden aan het woord en deed het publiek mee aan spirituele oefeningen.

Het tweede laboratorium begint verrassend: met een rituele gedachtenis aan Bosua zelf, die wegens oververmoeidheid niet aanwezig kan zijn. Er is een foto die haar present stelt. Er is een vrouw die spontaan deelt over haar eigen ervaringen met oververmoeidheid. En er zijn beterschapswensen die het publiek Bosua toeroept. Op instructie van Nederkoorn dienen die zo oprecht mogelijk te zijn. In het publiek, dat zowel elkaar als Bosua niet kent, groeit een sfeer van betrokkenheid.

In Hoogfeest #2 staat de maaltijd centraal: de katholieke eucharistie of het avondmaal uit de protestantse traditie. Wat hebben deze rituelen ons vandaag de dag nog te zeggen? En wat kunnen we daarvan in het theater ervaren, leren, (her)ontdekken, verlevendigen of misschien zelfs verwerpen?

Nederkoorn gaat systematisch te werk. Geen zweverigheid of New Age-taferelen. Wel veel vragen. Hoe zit het bijvoorbeeld met wijn, vast onderdeel van eucharistie en avondmaal? Stel dat je twee personen dezelfde fles – slechte – wijn te drinken geeft. De een drinkt in een rituele context, de ander niet. Zullen beiden de wijn dan verschillend beoordelen?

Maar dan stuiten we al gauw op de kern van het probleem: wat bepaalt precies een rituele context? Wat maakt eten en drinken tot een ritueel? En: in hoeverre is het theater zelf een rituele ruimte?

Ritueel expert Kees de Groot, wetenschapper op het gebied van liturgie, is voor de gelegenheid uitgenodigd om ons, de onderzoekers van het laboratorium, van extra informatie te voorzien. “Ritueel heeft vele kenmerken en aspecten”, zo stelt de Groot, “maar het begint met handelen in het hier-en-nu, zònder er meteen boven te willen gaan staan, het in concepten te vatten, of te willen begrijpen.” Met andere woorden: wie wil weten wat een ritueel is, moet eraan deelnemen, het ondergaan.

Niet direct willen begrijpen. Even wachten met betekenisverlening. Het is nog niet zo eenvoudig, blijkt bij een ander ritueel experiment. Samen met een andere vrouw uit het publiek mag ik op het podium een kom soep eten. Wortelsoep. “Als symbool voor de zoektocht naar de wortels van rituele tradities in onze cultuur”, legt Nederkoorn uit. En terwijl hij verder praat, steekt De Groot een kaars aan. “Ja”, zegt hij tegen Nederkoorn, “nu moet je dus stil zijn…” Even niks zegen. Even alleen doen.

Als de soep op is, realiseer ik me dat ik helemaal heb gemist wat er in de tussentijd is gebeurd. Ik hoor het publiek lachen en kijk op. Mijn tafelgenote en ik waren even verwikkeld geweest in een gezamenlijke handeling met de soep. Iedereen kijkt naar ons, waarschijnlijk werd ons iets gevraagd. Voor de tweede keer deze avond weet ik het antwoord niet. Moet ik iets zeggen over mijn beleving? Over de betekenis van deze rituele handeling? Over die eerste vraag: wanneer wordt een gewone handeling een ritueel? Uiteindelijk gok ik met mijn antwoord. “Ja, prima soepje.”

Eva Martens studeert theologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Eerder studeerde ze theater aan de Hogeschool voor Kunsten in Amsterdam. Eva zag Hoogfeest #2 op 13 april in theater De Lieve Vrouw in Amersfoort. Hoogfeest #3 is nog te zien op 6 mei op dezelfde locatie.

Eva Martens

Pastor Dominicus Amsterdam, studentenpastor Radboud Universiteit

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.