De tijd lijkt rijp voor een vrijere, meer persoonlijke en zelfs seculiere benadering van het Oude Boek. Daarbij rijst de vraag in hoeverre iemand die niet thuis is in een traditie recht kan doen aan de stemmen die er uit opklinken. Anderzijds kan juist enige afstand tot nieuwe en wellicht verrassende inzichten leiden en daarin stelt dit boek niet teleur.
De cover wijst al op een niet-traditionele benadering. Geen devote Christusfiguur maar een kleurrijk symmetrisch patroon van vogels en bloemen dat eerder een bloemlezing van Kahlil Gibran doet vermoeden dan een verkenning van de boodschap van Jezus. Het zal haar door orthodoxe christenen niet in dank worden afgenomen dat ze geen aandacht besteedt aan Jezus als Christus en Verlosser maar zich richt op de levensfilosofie die hij predikte. Het christendom benadert ze als universele levensfilosofie.
Avilova is op haar best wanneer ze verslag doet van haar persoonlijke zoektocht naar de betekenis van Jezus en zijn boodschap: ‘Ik besloot voor mezelf duidelijk te krijgen waar en op welke wijze mijn innerlijke wereld raakvlakken heeft met de inhoud van het Evangelie.’ Ze kwam voor het eerst in aanraking met de Bijbel als studente aan de letterenfaculteit van de Staatsuniversiteit van Moskou, in de tijd dat slechts weinigen er over konden beschikken. Teleurgesteld zette ze hem al snel weer op zijn plaats omdat het archaïsch taalgebruik haar niet raakte.

Toen ze dertig jaar later bezig was met een zoektocht naar haar roots en tot het inzicht gekomen was dat de Russische cultuur ondenkbaar is zonder het christendom, nam ze de Bijbel opnieuw ter hand. Uitdrukkingen als ‘het koninkrijk van de hemel’, waar ze eerder over gestruikeld was, verving ze aanvankelijk door woorden die ze wel verstond en zo begon de tekst steeds meer tot haar hart te spreken.
Voor een beter verstaan heeft ze zich verdiept in de tijd en omstandigheden waarin Jezus leefde en het christendom geboren werd. Het blijkt allemaal minder eenduidig geweest te zijn dan in kerken graag wordt voorgesteld en bovendien zijn er tal van stemmen verloren gegaan van wie er in onze tijd dan toch weer enkele klinken, zoals het evangelie van Thomas dat ze als een zuivere bron verwelkomt.
Ook maakt Avilova gebruik van verschillende vertalingen en kiest voor woorden die ‘resoneren in haar bewustzijn’. Waar de Nieuwe Bijbelvertaling Jezus laat zeggen: ‘het Koninkrijk van God ligt binnen uw bereik’ geeft zij de voorkeur aan de Herziene Statenvertaling: ‘het Koninkrijk van God is binnen in u’. Deze keuze is exemplarisch voor haar verstaan van Jezus’ woorden.
Boeiend is hoe ze bij haar lezing van het Evangelie komt tot de essentie.
- Een eerste, ruwe selectie van teksten die haar aanspreken.
- Een nadere selectie van teksten die dieper binnenkomen.
- De essentiële selectie van die paar teksten die ze als het wezen van het Evangelie ervaart.
De opgenomen selectie van teksten uit de vier Bijbelse evangeliën en dat van Thomas geven een inspirerend beeld van haar werkwijze.
Als kern van Jezus’ woorden wijst Avilova het Grote Gebod van de liefde aan. Dat mag weinig verrassend lijken maar zoals in het hele boek laat ze ook deze woorden doordringen tot in de haarvaten van haar bewustzijn en existentie: wat valt er te zeggen over liefde wanneer je getraumatiseerd bent door het geweld van een psychisch gestoorde man? Het overkwam een vriendin van haar en Avilova worstelt liever met deze vraag dan dat ze vervalt tot een goedkoop antwoord.
Een minpunt is dat Avilova het antagonistische spreken van Johannes over Jezus ‘en de Joden’, dat voor zoveel ellende gezorgd heeft, zonder commentaar overneemt. Zo vertelt ze dat het offeren in het jodendom tot de belangrijkste godsdienstige handelingen behoorde, maar dat voor Jezus iets anders op de eerste plaats kwam: ‘Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: ‘Barmhartigheid wil ik, geen offers’’. Ze vermeldt echter niet dat deze visie op het offer reeds lang vóór Jezus en binnen het jodendom geformuleerd was.
Wanneer deze omissie in een volgende druk wordt rechtgezet, zal ik dit warme en oprecht geschreven boek nog meer dan ik nu al doe, van harte aanbevelen. Aan seculieren die menen dat de Bijbel hen toch niets te zeggen heeft. Aan gelovigen die menen toch al te weten wat het Oude Boek hen zegt. Aan iedereen die oprecht werk maakt van de grote vragen van het leven.
Waarom dit rechtzetten Dirk? heeft niet iedereen recht op zijn eigen visie op offers in religie? Voor katholieken in NL is offer iets essentieels, wordt bij elk misoffer gevierd, en bij de communie gedeeld. Maar dat is bij andersdenkenden natuurlijk totaal anders. Niet erg toch? Wat ik begrepen heb van orthodoxe kerken en kerkviering: als je daar de kerkdeur binnenloopt, schakel je je eigen ik en binnenste uit, en laat je je meevoeren met de rituele stroom. Wat dat betreft lijkt me Avrilova behoorlijk verwesterd!
De passage over het offeren heb ik aangehaald als voorbeeld van het punt waar ik bezwaar tegen maak: “Een minpunt is dat Avilova het antagonistische spreken van Johannes over Jezus ‘en de Joden’, dat voor zoveel ellende gezorgd heeft, zonder commentaar overneemt.” NB: Jezus was zelf Jood en hem tegenover ‘de Joden’ zetten is dan ook historisch gezien onjuist.
Het is fijn dat in dit land vrijheid van geloof een grondrecht is.
Zo kan iedereen zijn eigen weg zoeken.
Ook beschouw ik het als een voorrecht om niet door gewoonte (= opvoeding, dwang van de omgeving of staatsbemoeienis) in een bepaalde richting te worden geduwd.
Laat Jezus worden tot een intieme vriend en een wegwijzer naar de voor jou hoogst mogelijke waarden (God?) Perfectie wordt niet verwacht van ons, goede intenties en gebruik van je talenten wel.
De offers in de Thora bestonden uit enorme stapels gedode dieren. Ergens beklaagt God zich daarover: Hij wordt langzamerhand beroerd van de stank en heeft liever een verbetering van het gedrag van zijn mensen.
Nú bestaat het offer bij de joden uit een financiële bijdrage voor goede doelen. (Ook geld is eigenlijk het afkopen van schuld, terwijl de Eeuwige nog steeds verbetering van gedràg voorop stelt.)
Jezus was het laatste mensenoffer. Door latere toevoegingen in bepaalde evangeliën kreeg het een positieve draai door de toevoeging van de Herrijzenis en de Uitstorting van de Heilige Geest. Ik beschouw dat als symboliek, maar wie het letterlijk neemt, heeft evenveel recht op zij́n waarheid.
(Overigens wàs Jezus niet het laatste mensenoffer: Nog dagelijks offeren mensen als Assad en Erdogan mensen en volkeren op het altaar van inhumaniteit. Nog steeds zijn kinderen in lage-lonen-landen de dupe van uitbuiting door baasjes en slinkse kledingketens. En zo worden wereldwijd mensen geofferd uit oogpunt van macht en geld.)