Natuurlijk is apologie niet uitsluitend christelijk, maar de christelijke theologie heeft zich de terminologie in de loop der eeuwen zeer toegeëigend. De verwijzing naar hen die dat hele nieuwe geloof aan de man (en vrouw) brachten, is, met een frisse kijk op de al te ‘Westers’ ingekleurde theologie heel nuttig. Het geloofsgesprek vanuit christelijk perspectief vraagt een veel opener en onbevangener houding, stellen de twee auteurs. Het gesprek over geloof is nu zo nadrukkelijk gestoeld op westerse filosofische, culturele, theologische en postmoderne inzichten dat het weinig tot geen ruimte laat voor de eigenheid van vele anderen.
In een behoorlijk geslaagde poging tot zelfkritiek binnen de christelijke geloofstraditie beschrijven de auteurs de vreemde gebeurtenissen kruisiging en opstanding. Ze hinken daarbij op enerzijds de gedachte dat het goed is om historisch verantwoord te getuigen, anderzijds de onmogelijkheid daarvan in de diepe betekenis van dit verhaal. Waarheidsvinding versus de ontwikkeling van geloofsbeleving in de culturele context van alledag.
Het eerste deel van het boek geeft de handreikingen om tot ingrediënten voor geloofsverantwoording te komen. De nadruk ligt op een holistische geloofsverantwoording. Waar vooral gemarginaliseerde groepen praktisch zijn bereikt in het verleden, is het in de context van de huidige maatschappij van belang om op alle facetten van het leven te getuigen, daad én woord. In antwoord op cultureel relativisme: niet alleen ‘God is er’, maar ook ‘waarom!’.
Het tweede deel van het boek bestaat uit praktijkvoorbeelden van in gesprek gaan met mensen en groepen met andere (geloofs)overtuigingen. Hoe in gesprek te gaan met een boeddhist, hoe met een moslim, met niet-gelovigen, vanuit de getuigenissen in de onderscheidende tradities, maar ook vanuit cultureel ingebed geloofsdenken. De auteurs geven in een appendix van het boek zogeheten studievragen en aanbevelingen voor verdiepende literatuur per hoofdstuk.
‘Open en onbevangen’ geeft handen en voeten aan de recentste grote oecumenische missie-verklaring, de ‘Arusha-call to discipleship’ uit 2018 van de Wereldraad van Kerken. In die wereldwijde missieconsultatie werd duidelijk een richting van verdieping gezocht in de heersende mores van evangeliseren en kerkstichting met vaak een flinterdunne geloofsbeleving naar discipelschap. In het Nederlandse landschap van missie zijn zo nog allerlei benaderingen te vinden. Van doctrinair christelijk tot het zelf uit overtuiging leven vanuit het voorbeeld van Christus, zonder bekeringsdrang. ‘Open en onbevangen’ doet een verwoede poging om ruimte te laten voor andere overtuigingen, om te luisteren naar andere geloofsbelevingen of wereldbeschouwingen. Het boek gaat ook in op seculariteit en laatmoderne spiritualiteiten, de auteurs benadrukken op veel plekken de non-superioriteit van het christelijk geloof.

Toch leest het steeds weer als neiging naar het willen bekeren omdat in het christelijk geloof het heil te vinden is: “We moeten de uitnodiging doen om het christelijk geloof als geheel te onderzoeken zodat onze gesprekspartners zowel het realisme als de aantrekkelijkheid van die ‘vreemde nieuwe wereld in de bijbel’ kunnen gaan verstaan. Mensen moeten die nieuwe wereld niet alleen leren kennen om de aantrekkingskracht en het realisme ervan te kunnen zien, maar ook om te weten dat er een alternatief is voor het leven dat ze op dit moment leiden.”
De auteurs stellen houdbaarheidsvragen bij de focus van zending op gemarginaliseerde groepen. Ze benadrukken dat getuigenis en verantwoording holistisch moeten zijn, gericht op brede groepen. In het wereldwijde oecumenisch denken is ook ‘anders’ holistisch denken over zending terug te vinden: inclusief verkondiging, diaconie en ontwikkeling, én pleitbezorging (advocacy) vanuit compassie voor hen die niet gelijkwaardig als mens in de maatschappij mee kunnen doen en om de profetische stem te laten horen. Profetisch, dat klinkt naar het Oude Testament. Ik snap heus dat de christelijke overtuiging vooral vanuit de christelijke getuigenissen in de evangeliën en de nieuwe-testamentische brieven te vinden zijn, maar voor het Oude Testament is geen aandacht in dit model van geloofsverantwoording.
In ‘Open en onbevangen’ wordt een drietal dialogen onderscheiden: de dialoog van het leven (gesprekken van alledag tussen mensen van verschillende overtuigingen), de intellectuele dialoog (het delen van ideeën) en de dialoog van het hart (religieuze ervaringen proberen te delen). Van den Toren en Tan vinden de dialoog van het hart niet zo geschikt voor hun model van holistische verantwoording. Omdat: ‘we alleen door Christus tot de Vader kunnen komen en dat we daarom alleen in naam van Christus kunnen bidden’. Essentieel, dat nadenken over wie God is, ook binnen andere tradities.
Ik schrok, ik prijs me altijd gelukkig dat ik in een permanent gesprek kan zijn met God, dat God dichtbij is. En hoe zit dat dan met de drie-ene God? Gelukkig, de twee schrijvers voorzien in behoorlijk wat beschouwingen over trinitarische theologie voor religies. Vanuit hun christelijk perspectief maakt dat een benadering mogelijk: “die een focus op de uniciteit van Gods openbarende en verzoenende daad in de geschiedenis van Jezus van Nazareth combineert met een openheid naar de verscheidene manieren waarop God als Schepper en Geest in de wereld van religies aanwezig kan zijn.”
Dit boek verdient het om breder dan in de academische wereld te worden ontvangen. De combinatie van kennis door literatuur (wetenschap), de doorwrochte praktijk van beide auteurs en de oprechtheid vanuit hun eigen christelijke overtuiging maakt het boek een authentieke bijdrage aan hernieuwde inzichten in de theorie en praktijk van missiologie. De ‘argeloze’ geschoolde lezer krijgt veel theorie en die is zoals het boek nu is behapbaar, wél met voorkennis.
Voor de praktijkmensen in de zending raad ik van harte aan dat het boek van Van den Toren en Tan ‘hertaald’ wordt. Want, zoals David Bosch stelde in zijn boek ‘Transforming Mission’, de slechtste missionarissen zijn zij die zonder theologische kennis van zaken hun werk doen. En juist dit boek geeft een theologische, en zo belangrijke apologetische basis voor het communiceren van het christelijk geloof. Theologie is niet persé de expertise van alle uitgezondenen. Een van de belangrijke terreinen van interreligieuze dialoog is juist het vreedzaam samenleven, samenwerken, van mensen met verschillende (culturele) geloofsachtergronden. Ach, en als die hertaling er is, kunnen christenen in het krimpende landschap van hun eigen gemeenten de gedachten en uitwerkingen in dit boek ook bespreken. In de gesprekken over ‘identiteit’ die worden gevoerd om je geloof te kunnen ‘verdedigen’ is dit boek een nuttig instrument. Als je niet weet wie je in de kern bent, valt er weinig in dialoog te gaan, laat staan te verdedigen.
‘Open en onbevangen. Een model voor interreligieuze geloofsverantwoording’ van Benno van den Toren en Kang-San Tan is in 2023 verschenen bij KokBoekencentrum als vertaling van het oorspronkelijke Engelse werk ‘Humble confidence. A model for interfaith apologetics’ (2022).