De eerste keer dat ik het boek las, was ik op bladzijde één al woedend: wat is dat voor moeder, waarvan de kinderen niet naar verjaarspartijtjes mogen, niet tv-kijken of niet lager dan een 10 halen? Hoezo succesvolle kinderen voortbrengen? Weet ze niet dat heel veel van die succesvolle kinderen doodongelukkig zijn? Om nog maar niet te spreken van de kinderen die hun leven beëindigen omdat ze de druk niet aan kunnen? Weet ze niet dat westerse kinderen misschien minder bereiken, maar veel gelukkiger zijn omdat ze zelf hun weg hebben mogen kiezen?

Ja, dat weet Chua en ze gaat in haar boek het gevecht aan (tijgermoeder tenslotte) met deze opvattingen en met de vanzelfsprekendheden uit de westerse opvoeding. Maar ook met haar eigen opvattingen als Chinese moeder. En dat is precies wat zo bijzonder is aan dit boek, dat zij door haar schrijfstijl, een combinatie van vrouw met missie, met een grote dosis zelfkritiek in staat is je zowel kritisch naar de Chinese opvoedingsstijl als naar de Westerse opvoedingsstijl te laten kijken. Bovendien heeft haar schrijfstijl tot gevolg dat je gaat nadenken over je eigen vooroordelen en beelden. Regelmatig betrapte ik me er tijdens het lezen op dat ik dingen dacht als: “Jemig, hoe kun je dat nu doen? Die Chinezen hebben ook geen enkel idee van goede opvoeding. Je driejarige dochter midden in een strenge winter buiten zetten, omdat ze geen piano wil spelen. Ze lijkt wel gek, het vroor verdorie 7 graden.” Om het volgende moment weer aan het denken gezet te worden over een uitspraak als “Als Chinese ouder weet je wat goed voor het kind is”.

Chua

Als pedagoog en docent aan een pedagogiekopleiding hanteer ik de visie dat ik het kind of de student begeleid bij het komen tot zelfinzicht. Het kind of de student mag zelf ontdekken, ik schep kaders en ondersteun. Maar de opmerkingen van Chua zetten me weer aan het denken: “Weet een kind altijd al wat goed voor hem is? Hoe ver ga je bij het stellen van de kaders? Of stel je ook eisen? Eisen, zoals ‘ je houd je mond als ik praat, praat niet met volle mond. Lees eerst dit hoofdstuk, etc.’ Niet omdat je zo graag autoritair wilt zijn en totale gehoorzaamheid eist, maar omdat jij als volwassene een beter zicht hebt op het groter geheel, op het doel dat te bereiken is. Uiteraard stel ik als docent ook eisen, ik wil dat ze op tijd zijn en dat ze elkaar uit laten praten, etc. Maar totale gehoorzaamheid eis ik niet. Na deze bespiegelingen, las ik weer verder bijvoorbeeld over de enorme ruzies die Chua had met haar jongste dochter. Ze wilde haar dwingen om viool te spelen werd ik enorm geïrriteerd: “Mens, doe normaal, laat dat kind buitenspelen”. Aan de andere kant: zonder discipline in je leven bereik je niets en discipline is niets anders dan gewoon, saai hard werken aan iets. Fantastisch als een boek dit soort reacties bij je oproept en je zo aan het denken zet.

Het grappige aan dit boek is dat Chua haar verhaal met veel (vileine) humor vertelt. Zo beschrijft ze de verhouding tussen haarzelf en haar jongste dochter als volgt: “Totale kernoorlog dekt niet helemaal de lading” en staat bij de onderschriften van foto’s bijvoorbeeld: “Louisa met haar drillmeester” (haar moeder dus). Ontroerend eerlijk is het hoofdstuk waarin ze vertelt over het mislopen van haar opvoeding en de scené in het openbaar waarna zij capituleert (min of meer tenminste). Helemaal niet Chinese moeder-achtig om zo de vuile was buiten te hangen.
Een absolute must voor elke opvoeder of docent dit boek. Het is een mooie aanzet om op zoek te gaan naar wat meer of wat minder (afhankelijk van de persoon) Chinese moeder in onszelf.

Voor meer informatie over het boek: klik hier.

Ellis

Ellis van Altena

Intercultureel pedagoge

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.