Ook en juist op latere leeftijd zijn Wim en Eliane elkaars minnaar en minnares en maken ze in hun lichaam plaats voor twee. Het is naast een boek over hun private leven met hun kinderen, vrienden en familie ook een boek over wat telt in het leven, wat van waarde is ook al is het weerloos. De titel is ontleend aan een roman van Arthur van Schendel, Een zwerver verliefd. In die woorden zien ze hun leven gekarakteriseerd.
Het is een intiem boek, dat je zou kunnen vergelijken met een pas-de-deux, een choreografie voor twee dansers die om elkaar heen cirkelen, waarbij de cirkels steeds groter worden en er steeds mensen bij aanhaken. En soms ook weer afhaken. Wat centraal blijft is die liefdevolle dans, die aan Hooglied doet denken.
Waarom zou je over hun relatie en familiegeschiedenis willen lezen? Er zijn immers meer mensen die veel verhuisd zijn en die dol op elkaar blijven. Ergens in een interview las ik een uitspraak van dichteres Antjie Kroch:
‘Als jij je navel zo precies mogelijk beschrijft,
dan wordt het de navel van iedereen.’
Juist in het hele persoonlijke kan het universeel worden, zoals dat ook geldt voor de familiegeschiedenissen van de aartsvaders en aartsmoeders. Die zijn wel wat beknopter, en zo zou het boek wellicht nog meer aan kracht gewonnen hebben als het iets minder lijvig was.

Wie doorleest, komt verschillende menselijke en existentiële thema’s in het boek tegen, die daardoor de familieroman overstijgen. Voor wie de boeken van Wim Jansen kent, zijn het geen nieuwe thema’s, maar ze krijgen een nieuwe belichting, waarbij Eliane veel toevoegt aan aardsheid en concreetheid.
Het gaat over liefde, seks en dood. En God. Liefde wordt beschreven als een dagelijks en tegelijkertijd verticaal mysterie: het gaat veel dieper dan platte seks, hoewel seks er absoluut toe doet. Met de liefde en de seks komt ook de dood mee. Er worden verhalen verteld over bedreigende ziektes, hartaanvallen, een auto-ongeluk dat anders af had kunnen lopen. Over wat het met beiden gedaan heeft, had ik nog wel iets meer willen weten, ook al komt dat in andere boeken naar voren. Het bewustzijn dat het leven eindig is, zit diep. En ook dat de dood bij het leven hoort, dat de dood geen begrenzing van de liefde is.
Een andere rode draad is de aandacht voor mensen met wie iets is, die uit de toon vallen, het net niet redden. Engelen met een barstje. Bij beiden is er de bewogenheid om ‘pleisters op wonden’ te plakken (citaat van Etty Hillesum), maar dat niet tot het oneindige. Ze houden ook veel van privacy, van rust en stilte, weg van de drukte van mensen.
Het boek roept een aantal vragen op. Zou ik zoveel over mijzelf (en mijn kinderen) willen vertellen (ook al geeft iedereen daar toestemming voor)? Gesteld dat ik zelf een boek over mijn leven zou willen schrijven, wat zou ik daar dan in zetten en met wie zou ik het willen delen?
Wanneer hebben zij knallende ruzie gehad? Beiden raken niet uitverteld over elkaar en willen laten zien dat dit bestaat, ook na een lang samenzijn. Het kan tegelijkertijd iets vervreemdends hebben: je zou meer willen weten over botsingen en crises, over ruzies en verwijderingen. Maar die hebben niet de overhand gehad, lees je dan. Werkelijk? Iets daarvan te lezen zou nog meer reliëf geven.
En wat zit er achter de drang om zoveel te verhuizen? Heeft dit zwerverschap ook niet iets rusteloos? Er zitten paradoxen in hun leven: aan de ene kant zich thuis voelen bij elkaar, rusten in God (die overal en in alles is), en tegelijkertijd een zekere ontheemdheid en rusteloosheid.
De foto op de omslag is mooi, treffend en eenvoudig: twee handen in elkaar verstrengeld, vage contouren van een pad met bomen aan weerszijden. Samen op lopend, hand in hand, het onbekende bekende tegemoet. Een prachtig boek.
Twee zwervers verliefd – van pleisterplaats naar pleisterplaats. Eliane en Wim Jansen. 334 blz. Uitgeverij Van Warven, 2022.