Honderd jaar geleden was het ook al onrustig in dezelfde regio. De Eerste Wereldoorlog was in volle gang. Het Ottomaanse Rijk kwam ten val. Franse en Britse troepen streden met elkaar om invloed in het Midden-Oosten. Tegelijk kwam na de oorlog het Turkse nationalisme op en riep Mustafa Kemal (Atatürk) in 1922 de Turkse republiek uit.
De grootvader van de Nederlandse schrijfster en arabiste Meltem Halaceli was ooggetuige als soldaat in het Osmaanse leger. Hij schreef zijn ervaringen op in een schriftje dat in de familie werd bewaard. Sulayman Hadj Ali was een alawiet. Een gemeenschap binnen de sjiitische Islam met Arabische wortels, die in het Zuiden van Turkije was neergestreken rond de stad Adana. Sulayman werd opgeroepen om in het Ottomaanse leger te dienen. Het leger bestond grotendeels uit eenvoudige boerenjongens als hij, uit diverse delen van het rijk en dus met een diverse nationale achtergrond. De officieren waren in de regel Turks. Sulayman raakte gewond bij de befaamde slag om Gallipoli. Later werd hij naar Palestina gestuurd werd er krijgsgevangen gemaakt en bracht meer dan drie jaar door in een Brits kamp in Egypte. Toen hij terugkwam, was de oorlog voorbij maar begonnen de ongeregeldheden in de aanloop naar de Turkse republiek. Net als vele andere etnische groepen, zoals de Armeniërs, werden de Arabische alawieten onderdrukt, verdreven of erger.
Omdat Sulayman zijn memoires in zijn Syrisch-Arabisch dialect heeft geschreven, konden zijn kinderen het later niet meer lezen. Ze lieten er een Turkse vertaling van maken. Dat deze aanmerkelijk korter was dan het origineel, wekte de argwaan van kleindochter Meltem. Zij ontdekte zo dat de vertaling de tekst van opa regelmatig in nationalistische richting ombuigt. Als eerbetoon aan haar grootvader, maar ook aan de vele eenvoudige soldaten die toentertijd in de oorlog hebben gevochten, publiceert ze daarom zijn echte verhaal.
In haar boek vertelt ze aan de hand van zijn memoires de oorlogservaringen van Sulayman die zijn leven hebben gekleurd. Ze doet dat door tegelijk haar eigen zoektocht deel van het verhaal te maken. Meltem ontmoet familieleden in het huidige Turkije. Hun visie op het verleden is sterk bepaald door het Turkse nationalisme. De pijnlijke waarheid dat de vorming van de Turkse republiek gepaard ging met geweld tegen religieuze en etnische minderheden, waaronder de eigen alawieten, wordt liever genegeerd. Op pag. 127 staat een interessante foto van de schrijfster op bezoek bij haar oom. De lichaamstaal van de laatste verraadt zijn ongemak.
Meltem is ook naar Beiroet gereisd om daar te onderzoeken wat de gevolgen van een (burger)oorlog zijn. Het stamgebied van de alawieten beslaat deels huidig grondgebied van Libanon. Kunstenaar Marwan is haar gids. Hun gesprekken gaan ook over zoiets ingewikkelds als identiteit: (Marwan): “Ik denk dat zelfs jij in het westen beschouwd wordt als een ‘allochtoonse schrijfster’. Je hoort er niet echt bij. Je werk zal in een hokje gestopt worden met de veronderstelling dat het geen invloed zal hebben op andere kunstenaars of schrijvers, of betekenis zal hebben voor de lezer. Je mag alleen schrijven over jouw specifieke afkomt en alles wat daarmee te maken heeft. Daarmee blijf je een exotisch object voor de blanke Europeaan” (p. 91).
De persoonlijke zoektocht maakt haar boek interessant. De memoires van grootvader hebben natuurlijk een grote emotionele waarde voor de familie, maar zijn toch niet opzienbarend genoeg om publicatie te rechtvaardigen. Doordat de schrijfster het verhaal van haar opa in de context van de politiek van toen en nu weet te plaatsen, krijgt haar boek meer dan anekdotische betekenis. Het is daarom te hopen dat dit boek meer dan een ‘exotisch object’ wordt.
Voor een interview met Meltem Halaceli: klik hier.
Boekgegevens:
Auteur: Meltem Halaceli | Titel: De vergeten geschiedenis van mijn grootvader Sulayman Hadj Ali. Memoires van een alawiet | Uitgeverij: Athenaeum – Polak Amsterdam 2015 | Aantal pagina’s: 248 | Prijs: € 17,50