Andalusië is een van de plekken waar ik met enige regelmaat graag naar terugkeer. Het idee dat je je op het historische kruispunt in Europa bevindt waar moslims, joden en christenen elkaar troffen en met elkaar verkeerden, vervult me elke keer weer met ontzag en hoop. Het kán dus wel! Maar het is ook de plek waar de katholieke koningen vanaf de twaalfde tot de vijftiende eeuw afrekenden met deze samenballing van culturen en religies (de Reconquista). Met de val van Granada in 1492 kwam een einde aan bijna acht eeuwen Moors Andalusië. De schaduwkant daarvan, zo voelde het bij vlagen, ervoer ik anno 2014 opnieuw in de straten van deze prachtige Zuid-Spaanse stadscentra. Er viel niet te ontsnappen aan de tucht van de Semana Santa-vieringen – dag in dag uit. Winkels waren maar beperkt open, evenals toeristische trekpleisters als de Mezquita in Cordoba of de Alcazar in Sevilla. En de binnensteden werden tijdens de processies ’s avonds hermetisch afgesloten voor het verkeer.
De eerste avonden stond ik ademloos te kijken naar de platformen met heiligenbeelden: grote draagbaars of tronen die vaak in zilver of goud zijn uitgevoerd en die, zoals in Malaga, wel tot ruim 4000 kilo kunnen wegen. Ze werden in de vroege, nog aangenaam warme avond door tientallen dragers (portadores) de kathedraal uitgedragen, waar ze overdag staan opgesteld. Die dragers steunden het gevaarte met hun achterhoofd en torsten het vervolgens zo urenlang door de smalle straten. Of eigenlijk laveerden, want elke bocht vergde het nodige navigeerwerk van mannen in zwarte pakken die contact hielden met de dragers onder de baar waarvan je enkel de voeten zag. Vaak klonk er applaus vanuit het publiek op als het na het nodige voetenwerk was gelukt om een krappe doorgang te nemen en de draagbaar zich met een schok weer in beweging zette.
De meeste processies hadden twee draagbaren: één waarop het lijden van Christus centraal staat en één met een droevige Maria. Het zijn veelal uiterst waardevolle kunstwerken. Vaal al eeuwenlang in het bezit van parochies. Rondom de draagbaren liep een bonte stoet van boetelingen, gekleed in lange mantels en hoge puntmutsen (capirotes) met daarin alleen twee gaten voor hun ogen. Het idee is dat zo hun anonimiteit wordt gewaarborgd. De kleur van hun uitrusting verschilde per avond en per processie. (De uitmonstering doet aanvankelijk wat beangstigend aan omdat de Amerikaanse Ku Klux Klan zich van dezelfde kledij bediende.) De Spaanse boetelingen sleepten grote kaarsen en houten kruizen met zich mee. Verder waren er in het zwart uitgedoste vrouwen die juist weer geen gezichtsbedekking hadden en als misdienaar uitgedoste kinderen met mandjes met snoep en bidprentjes. Het geheel werd muzikaal opgeluisterd met blaas en slaginstrumenten.
Het lijkt, nu ik dit opschrijf, op een overzichtelijk ritueel. Maar het tegendeel is het geval omdat elke stad meerdere processies tegelijk kent. Bijvoorbeeld Sevilla telt zeker zestig broederschappen (mannen die de draagbaren torsen). Dus zo’n beetje elke wijk en parochie heeft wel een eigen processie. En om een indruk te geven van de omvang ervan: een Engelse dame in Sevilla die bij haar kleindochter op bezoek was die daar Engelse les geeft, vertelde me in een koffiebar dat ze de vorige avond vele uren vanaf een balkon naar een boeteprocessie had gekeken waar 2200 mensen in mee liepen. Wie geld heeft of gezien moet of wil worden, koopt een stoel op één van de tribunes op straat waar een processie passeert. Anderen rennen de hele avond van de ene naar de andere kant van de stad om zo een glimp op te vangen van meerdere optochten en dus draagbaren. Het zorgt voor een onrustige en chaotische sfeer. En zeker vanaf Goede Vrijdag, de kruisiging van Jezus, trekken Spaanse mannen in stemmige, donkere kostuums en Spaanse vrouwen in veelal zwarte kleding naar de processies. Jonge jongens dragen – van die Britse kostschool aandoende – halflange broeken en kniekousen, kleine meisjes beeldige jurkjes.
Wat me gaandeweg vooral verbaasde – maar zeker ook beangstigde – waren de intensiteit en de omvang van de publieke belangstelling voor dit religieuze ritueel. Dat je acht avonden – en soms tot diep in de nacht zoals in de overgang van Witte Donderdag (de terechtstelling van Christus) naar Goede Vrijdag (de kruisiging in de vroege ochtend) – achtereen in grote getale de straat op blijft gaan om je met het lijden van Christus te verbinden. Van de vroege ochtend tot de late avond draait het feitelijk maar om één ding in ook het openbare leven: Semana Santa.
Naarmate de Goede Week vorderde verloor ik mijn aanvankelijke be- en verwondering. Mijn gedachten werden steeds meer de geschiedenis van Andalusië ingetrokken. Hoe het idee dat verschillende religies naast elkaar leefden, werd opgeofferd voor de heerschappij van slechts één religie. De discussie in het pluriforme en in religieus opzicht nog steeds door protestanten gedomineerde Nederland over de scheiding van kerk en staat mag dan vaak wat benepen zijn, in het katholieke Spanje leek elke rem zoek rond Pasen.
Niet alles heeft te maken met katholiek en protestant kwestie of scheiding van kerk en staat. Ik denk dat de Spanjaaarden in alles wat anders zijn dan Nederlanders. Mede vanwege hun klimaat, gebeurt alles buiten in Spanje. Bovendien herkent iedere buitenstaander vlug dat de zuid Europeanen veel makkelijker en soms intensiever hun emoties (en dus hun religieuze emoties) tonen dan de noord Europeanen. Al met al zegt dit niets over vreedzame leven tussen verschillende religies of tolerantie, het zijn alleen tradities die worden graag behouden.
Lees je vooral goed in de geschiedenis van Spanje voor je hier in duikt! Zuid- Spanje werd als laatste bevrijd van de Moslim-overheersing. Bij hun is Jezus een Vrijheidsbeeld,Verlosser,Koning,enz.
Door nu nog steeds een grensland van Christenheid te zijn , zal nog steeds de trots op hun religie op ons lage -landen-lauwe-christenen vreemd overkomen.
Maar niet minder leerzaam en en tot nadenken stemmend.
Vooral de droefheid (over al het mensenleed)die de Jezus- en Mariabeelden in de processies uitdrukken,en de totale ernst van de Spanjaarden zorgen voor een onuitwisbare ( geloofs?)-ervaring!