In de regio waar ik nu woon is er deze jaren veel te doen over stemmingen. Eind vorig jaar leverden de verkiezingen in Myanmar een ongekende overwinning op voor de oppositie partij van Aung San Suu Kyi. Deze weken onderhandelt zij met de regering die decennia lang haar vrijheid had ontnomen, over constructieve samenwerkingsmogelijkheden. Op 16 januari 2016 zijn er verkiezingen in Taiwan en ook daar verwacht men een nieuwe situatie: de huidige regering gevormd door de Kuomintang, de nationalistische partij van China, die na de revolutie van 1949, toen de Communistische Partij China aan de macht kwam, moest uitwijken naar Taiwan, zou beëindigd worden. De Democratische Progressieve Partij van mevrouw Tsai Ing-wen zou een landslide overwinning behalen. Haar presidentschap zou overigens ook betekenen dat er sinds lange tijd weer een vrouw leider is van (een deel van) China.
In mainland China is er geen sprake van verkiezingen. In een één partijsysteem heeft dat natuurlijk ook geen zin. Beslissingen voor beleid en benoemingen worden genomen in wat je de-moeder-aller-achterkamertjes zou kunnen noemen: het Centraal Comité van de Partij. De plenaire partijvergaderingen zijn applausmachines.
In zekere zin valt daar wel begrip voor op te brengen, democratie is immers een vrij lastige bestuursvorm voor een regering die te maken heeft met een bevolking van 1.3 miljard mensen. Om de harmonie, wat hier een kernwoord is, te handhaven of te herstellen, moet er met harde hand geregeerd worden. Dat lijkt tenminste de lijn te zijn van president Xi Jinping, gezien zijn rigoureuze aanpak van corruptie en de wijze waarop vrijheid van meningsuiting beperkt wordt, mensenrechten-advocaten en -activisten opgepakt worden of zelfs verdwijnen.
In Hong Kong is ook veel te doen over stemmingen. De ‘Umbrella Movement’ die in 2014 gedurende 76 dagen het centrum van Hong Kong op geordende wijze bezet hield en die voortkwam uit de Occupy Central With Love and Peace-beweging, ging in beginsel om de verkiezing van de CEO, burgemeester, in 2017. Men wil werkelijk demcratusche verkiezingen. En daarvoor was de toezegging van China dat iedere stemgerechtigde ongehinderd zou kunnen kiezen niet genoeg, omdat Beijing zich wél het recht voorbehoudt te bepalen op wie er gestemd kan worden.
De ‘Umbrella movement’ groeide uit tot een een beweging die ingaat tegen de groeiende invloed van China op het beleid, leven en werken in Hong Kong.
Vaak wordt mij gevraagd wat deze Paraplu Beweging nou heeft opgeleverd. Krijgen ze hun zin? Komen er vrije verkiezing volgend jaar? Dat denk ik niet. China zal dat niet toestaan, maar daarmee is de beweging zeker niet mislukt of dood. Bij de deelraadsverkiezingen een paar maanden geleden werden hier in Hong Kong onverwacht veel ‘Occupy Soldiers’, jonge aanhangers van de beweging, gekozen.
Maar hoe het nu verder gaat weet niemand. Wat iedereen wel weet, is dat de arm van China steeds dieper ingrijpt in Hong Kong en de greep steeds verstikkender wordt. We zien het in het doordrukken van benoemingen, zoals in het bestuur van de Universiteit van Hong Kong, maar ook in de mysterieuze verdwijning onlangs van het personeel van een boekhandel die China-kritische literatuur verkocht. Ondanks bezorgde reacties vanuit onder andere de Europese Unie blijft de regering in Beijing laconiek. De verdwenen eigenaar van de boekhandel heeft zijn vrouw vanuit China gebeld en hoe vreemd en verdacht dat telefoontje ook was, Beijing reageerde met de opmerking dat er niets aan de hand was. Deze man is “vooral en in de eerste plaats Chinees” dus waarom al die opwinding als hij gewoon uit China belt? Maar de geest van opwinding, onzekerheid en angst was hier toen al uit de fles.
Het gaat allang niet meer alleen om stemmingen voor de CEO, maar om de algemene stemming in het land. De stemming die ontstaat als je als burger ervaart dat jij er niet toe doet, dat jouw stem geen enkele invloed heeft. Soms, in een flits, komen beelden bij mij boven van Chili in de jaren tachtig, bijvoorbeeld als ik hoor dat verschillende boekhandels in Hong Kong kritische boeken uit de schappen aan het verwijderen zijn.
Democratie is niet voor bange mensen. Dat hebben vrouwen als Aung San Suu Kyi en Tsai Ing-wen wel laten zien. Daarmee laten zij ook zien dat burgerrechten, zoals die gewaarborgd behoren te zijn in een democratie, strijd waard zijn, altijd.
Dat mag niemand ooit vergeten.