
Het elkaar toewensen van een ‘Sweet December’ is een bijzondere en mooie traditie, die ook mensen van verschillende achtergrond en etniciteit met elkaar kan verbinden. Maar in het Myanmar van vandaag, dat in een voortdurende staat van beleg is, klinken deze woorden des te schrijnender en schriller.
Door alle oorlog en ellende op andere plekken in de wereld, dreigt wat er in Myanmar gebeurt uit onze aandacht te verdwijnen. Terwijl er genoeg reden is om bezorgd te zijn, juist over de binnenlandse oorlog die het land al bijna drie jaar teistert. De militaire dictatuur die op 1 februari 2020 een einde maakte aan de democratische wederopbouw van Myanmar, lijkt steeds meer een tactiek van de verschroeide aarde toe te passen tegen iedereen die opstaat. Letterlijk en figuurlijk. Dorpen worden platgebrand, hele families uitgemoord, kritische oppositiestemmen gesmoord, doodvonnissen uitgevoerd. Het aantal vluchtelingen, naar buurlanden en in het land zelf, wordt inmiddels geschat op minstens twee miljoen. Het maatschappelijk leven is ernstig verstoord.
Wat er eigenlijk óók gebeurt, is een voortzetting van het conflict dat Myanmar sinds haar onafhankelijkheid in 1948 beheerst. Door de koloniale erfenis van willekeurige grenzen was een land ontstaan met etnische en religieuze minderheden zonder perspectief op erkenning. De bewegingen die al die jaren pleitten én streden voor een federale staat worden nu vanuit de lucht bestreden omdat het leger op de grond niet in staat is te overtuigen en geen militair overwicht heeft.
Zo werd afgelopen oktober een culturele bijeenkomst van de KIO gebombardeerd, de partij die in Kachin State, in het uiterste noordoosten van Myanmar, voor autonomie pleit. Daarbij kwamen meer dan tachtig aanwezigen om, onder wie leden van de optredende muziekgroep, en raakten honderden mensen gewond. Berichten over gruweldaden als deze worden gecensureerd, kritische kerkleiders als dr. Hkalam Samson, die voorzitter was van de KBC (Kachin Baptist Convention), gearresteerd.
Het aanhoudende geweld is voor deze baptistenkerk, de grootste kerk in Kachin State, een dagelijks dilemma. Een dilemma waarmee onze studenten uit Myanmar aan het Luthers Theologisch Seminarie in Hongkong – met we nu via Zoom geregeld contact hebben – worstelden. Hoe met name jongeren die zich bij de ‘etnische bewapende organisaties’ (willen) aansluiten pastoraal te begeleiden? Moet de kerk ze laten gaan en, als ze gaan, moet de kerk hen blijven bijstaan?
En in breder perspectief, kunnen kerken als de KBC, kunnen kerkelijke leiders bijdragen aan een samenleving waarin plaats is voor alle minderheden en voor alle generaties.
De onderdrukte minderheden van Myanmar, of ze nu politiek zijn of etnisch of religieus, hoeven nog altijd niet op veel steun vanuit het buitenland te rekenen. De Aziatische buurlanden blijven opvallend terughoudend en landen verder weg hebben weinig idee van wat zich er afspeelt.
Hoe ‘sweet’ kan december in die omstandigheden zijn?
Laten we juist in deze dagen van december Myanmar in gedachten houden, als met Kerst de boodschap van vrede op aarde klinkt.