Toen ik vanuit mijn synagoge de mail kreeg met de vraag om langs te gaan bij de vluchtelingen aan de Havenstraat, moest ik even nadenken. Hoewel ik het niet eens ben met alle bangmakerij rondom de vluchtelingen, vroeg ik mij toch af hoe verstandig het was om met een groep Joden op bezoek te gaan bij getraumatiseerde Syriërs. Voor veel Syriërs is Israël toch staatsvijand nummer één. Niet iedereen kan altijd het verschil zien tussen Joden en Israëliërs. Na de zoveelste schokkende beelden, nu vanuit Steenbergen, was ik om. Een positief signaal afgeven aan deze mensen was het allerbelangrijkste. Ze hebben verschrikkelijke dingen meegemaakt en moeten weten dat ze in Amsterdam veilig en welkom zijn. Ook of misschien wel vóóral de Joodse bevolking van Amsterdam heet hen welkom!

We kwamen binnen met allerlei muziekinstrumenten, lekkere hapjes en lachende gezichten. Er was hun verteld dat de Joodse gemeenschap van Amsterdam een feestje kwam bouwen, dus de verwachtingen waren hoog. De eerste minuten stonden we elkaar een beetje ongemakkelijk aan te staren, maar toen onze voorzanger Gilad de gitaar pakte en een lied begon te zingen was het ijs snel gebroken. Het lied, in zowel Arabisch als Hebreeuws, lokte al snel een gezellig gezang uit van de groep. Toen er een groep in oranje shirts geklede Irakezen binnenkwam met een grote Nederlandse vlag, begon het feestje pas echt.

Terwijl ik aan het meezingen was, kwam een jonge Syrische man op me af. Hij keek me lachend aan en stak zijn hand uit en zei in het Nederlands: “Ik heet Wissam, wie jij? Je hebt hele mooie ogen.” ik stelde mezelf voor en we begonnen een gesprek, half in het Nederlands, half in het Engels. De 22-jarige jongen vertelde dat hij pas twintig dagen in Amsterdam was. Ik was verbaasd dat hij al zo goed Nederlands kon spreken. Daarna vertelde hij dat hij elke dag lessen kreeg. Hij was bezig geweest met een opleiding in Syrië toen hij daar weg moest gaan. Hij miste het studeren. Hij vertelde dat hij en zijn vriend Nachus al door heel Amsterdam waren gelopen en dat iedereen vriendelijk tegen hun deed.

Geleidelijk kwamen er steeds meer mannen om me heen staan. Iedereen stelde zich vriendelijk voor en vroeg of ze met me op de foto mochten. Ze wilden laten zien hoe Nederlandse vrouwen eruit zagen aan hun vrienden en familie in Syrië. Mohammed, een wat oudere man die advocaat was in Syrie, vroeg me zelfs om een filmpje te maken waarbij ik wat woorden in het Nederlands zei. Dit stuurde hij vervolgens naar zijn vrouw en kinderen. Hij liet daarna trots foto’s zien van zijn twee zoons die achtergebleven waren daar. Hij wilde niets liever dan ze meteen hier naartoe halen.

Ik vroeg aan Wissam of ze wisten dat wij Joods waren en of dat geen probleem was. Hij vertelde dat sommigen bewust in hun kamers gebleven waren om ons niet te hoeven zien, maar dat de overgrote meerderheid erg blij met ons was. “Jullie zijn toch gewoon mensen. Het is zo leuk dat jullie een feestje met ons komen vieren.” Nou en een feestje werd het. Er werd gezongen, gedanst en gekletst. Iedereen door elkaar heen, hand in hand. Volgens mij voelden ze zich welkom, zoals het hoort. Joden en Syriërs vrienden? Zeker!

Anna-Maria van Hilst

Anne-Maria van Hilst

Historicus

Anne-Maria van Hilst heeft Geschiedenis, Hebreeuws en Sociale geschiedenis aan de UvA gestudeerd. Binnen beide Bachelors heeft zij zich …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.