“Voor de meeste mensen is het Arabisch een exotische, ontoegankelijke taal,” zegt Willem Jansen, programma-coördinator bij Initiatives of Change (IofC) in Den Haag. “Maar als je nu door de stad fietst, zie je overal woorden in het Arabische schrift, op winkels, cafés. Het dringt zich op in onze werkelijkheid en is op die manier ook heel dichtbij.”
Daarom organiseerde hij vanuit IofC in het voorjaar een laagdrempelige introductiecursus Arabisch voor mensen die wilden kennis maken met de taal. Sommige deelnemers kwamen uit pure nieuwsgierigheid, anderen werkten veel met Arabisch sprekenden als taaldocent of bij Vluchtelingenwerk. Weer anderen wilden gewoon de bordjes op de markt kunnen begrijpen.
Jihad
“Als ik op mijn balkonnetje zit en naar de straat kijk, zijn negen van de tien mensen die voorbij komen van een andere achtergrond,” zegt José, die in het centrum van Den Haag woont en aan de cursus deelnam. “Het lijkt me gewoon kikke om doorsnee gesprekjes met hen te kunnen voeren. Natuurlijk moeten mensen ook Nederlands praten, maar taal kan een middeltje zijn om in contact te komen. Ik vind dat je over en weer wat moeite moet doen, we zijn nou eenmaal niet alleen op de wereld.”
Taal is een hele concrete manier om nader tot elkaar te komen, vindt ook Willem Jansen, die zelf Arabisch heeft geleerd tijdens zijn studie theologie en de introductielessen gaf. In Kenia doceerde hij aan St. Paul’s University over interreligieuze relaties aan christenen en moslims uit Sub-Sahara-Afrika. “Daar ontdekte ik dat het samen bestuderen van het Arabisch een goed startpunt was voor discussies over van alles en nog wat, van geschiedenis tot actuele politiek.”
Als voorbeeld noemt hij het woord jihad. “Alle Arabische woorden hebben drie stamletters. Van daaruit ontstaan allerlei woorden met gerelateerde betekenissen. Als je de letters kent, kun je zien dat jihad dezelfde stamletters heeft als jahada. Jahada betekent ‘je inspannen’. Daaruit ontstaat een heel gesprek: wat betekent jihad eigenlijk? Het heeft veel meer betekenissen dan hoe het nu vaak in de media wordt gebruikt. Het wordt bijvoorbeeld ook gebruikt om een persoonlijke worsteling aan te duiden. Deze strijd tegen je eigen ego is de grote jihad. De verdedigingsoorlog is de kleine jihad.”
Rollen omgedraaid
Tijdens de cursus stond dan ook het leren kennen en schrijven van de letters centraal. Twee Syrische vrouwen die recent naar Nederland zijn gekomen hielpen de cursisten met hun uitspraak en het schrift. “We waren blij verrast dat deze mensen Arabisch wilden leren en vonden het leuk hen te helpen,” zegt een van hen, Rasha, die Arabisch heeft gestudeerd. “Wij weten hoe ze zich moeten voelen, want wij volgen nu zelf Nederlandse les en weten hoe moeilijk het is een nieuwe taal te leren.”
Zij vonden het bijzonder dat nu voor even de rollen omgedraaid waren. “Normaal ben ik degene die les volgt en alles nog moet leren. Ik vond het fijn mezelf te kunnen bewijzen met het geven van Arabische les,” zegt Rasha. De laatste avond van de kring verwelkomden de twee Syrischen ook nog eens iedereen met een heerlijke Syrische maaltijd.
Dat het goed kan zijn de rollen om te draaien, ondervond ook Josien, die als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk mensen helpt zelfredzaam te worden in Den Haag. “Het is voor het eerst dat ik een taal leer met een totaal ander alfabet. Ik heb nu meer in de smiezen hoe lastig dat is en ook hoe subtiel uitspraakverschillen soms zijn.”
Fiat Panda
In haar contact met cliënten past Josien haar opgedane kennis al toe. “Met een spiekbriefje, dat wel. Ik gebruik een paar woorden zoals shukran (bedankt) en ahlan wa-sahlan (welkom) en schrijf de letters. Ik kom nog niet veel verder dan de alif en de bah.” Hoewel dit maar hele summiere kennis is, merkt Josien toch al dat het verschil maakt. “Het is een ijsbreker. Ik stelde altijd wel vragen, maar als je laat zien dat je hun taal leert denken ze: o, ze is écht geïnteresseerd. Ik heb gelijk veel persoonlijker contact.”
Als taal een deur is, dan is hij voor de deelnemers van de Haagse Arabische Kring op een kiertje gegaan. Deelnemer Gijs: “Het was volkomen onduidelijk wat er stond. Nu begrijp ik de opbouw, ken ik de letters en het geeft het gevoel dat het nu een wat bekendere taal is.” José: “Het is net als dat je een Fiat Panda koopt en daarna overal Fiat Panda’s ziet. Ik zie nu nog meer Arabische woorden overal.” Begrijpen doet ze ze nog niet. “Maar dit is ook pas het begin. Ik trek hier jaren voor uit.”
Jansen is blij met het enthousiasme van de deelnemers. “Tegen al die negatieve discussies in de samenleving over islam en koran kan je zo weinig doen. Maar door concreet en met plezier met de taal bezig te zijn, hebben we er een kleine actie tegenover gezet.”
Bron: Initiatives of Change
De inzet is lovenswaardig en ik waardeer de instelling van Willem Jansen, maar hij gaat voorbij aan slechts taalles met de stelling: “Deze strijd tegen je eigen ego is de grote jihad. De verdedigingsoorlog is de kleine jihad.”
Dit is een bekende misvatting en die heeft hii niet uit een grammaticaboek of een woordenboek. Het is een religieuze opvatting en ook nog een misvatting. Zijn lessen waren beter als hij zoiets niet erbij deed.