Secularisatie wordt heel vaak negatief verstaan als verwereldlijking, omdat de kerken leeglopen en dit zou het begin van het einde zijn. Maar wat zit er achter het leeglopen van de kerken? Is dit het begin van het einde?

Professor Dr. Dick Tieleman (1940), docent aan de Theologische Universiteit te Kampen en ooit door de NRC een theologisch ziener genoemd, zegt dat secularisatie en de daarmee gepaard gaande ontkerkelijking niet zozeer gezien moet worden als een verval, maar als een herkansing voor de christelijke geloofstraditie (Uit: ‘Spiritualiteit en secularisatie’ van R. Nauta e.a., 1999).

Ook de Vlaamse kardinaal Danneels (1933) ziet deze tijd als heilzaam, als een zegen, en de secularisatie als een groot goed. De veranderende tijd is een herkansing. Niet enkel voor de christelijke geloofstraditie, maar voor de hele cultuur. Ook voor de cultuur van wetenschap en techniek. Hij zegt: ‘Vijftig jaar geleden waren we nog zeker van onze eigen kracht. De kerk kon alles ordenen en organiseren zoals zij het wilde. Oh, als men het ons had gevraagd, zouden we zeker gezegd hebben: ‘Nee, het is de Heer die het allemaal doet’. Maar eigenlijk was dat theorie. In ons diepste binnenste dachten we: We hebben veel priesters, veel personeel, een zekere kracht, macht, prestige en middelen. We waren er van overtuigd dat we zelf de kerk konden bouwen. Nu leren we langzaam en op een pijnlijke manier dat we het helemaal niet kunnen. We leren opnieuw afhankelijk te worden. Langzaam maar zeker moeten we de idee van de zelfredzaamheid achter ons laten. Dat is heilzaam, maar het is een harde les. We leren opnieuw, wat we destijds, op een abstracte manier, leerden over de genade van kerkvader Augustinus. Maar zonder het te weten waren we allemaal aanhangers van Pelagius. Die beweerde dat de eigen wilskracht volstaat om in de hemel te komen. Eigenlijk zijn wij het die onze hemel verdienen. ‘Nee’, zei Augustinus, ‘alles is genade’. Het enige wat we kunnen, is openstaan voor de genade. Het dogma van de genade als absolute noodzaak, is een dogma dat in de vergeethoek is geraakt. Ik denk dat we opnieuw leren dat we leven van genade en dat we weer leren nederig te worden’. Tot zover kardinaal Danneels.

Dualisme

Wat is secularisatie? Waar hebben we het over? Secularisatie kan gezien worden als een afscheid van het dualistische denken: de tegenstelling tussen het hemelse en het aardse, het geestelijke en het stoffelijke, ziel en lichaam. Het wereldbeeld sinds Plato, en meer nog sinds Descartes, was dualistisch. We dachten in twee werelden: een menselijke wereld hier en een goddelijke werkelijkheid elders. God, hemel en hiernamaals staan apart en los van de dagelijkse werkelijkheid hier. In beide werelden voert het denken de boventoon. Ook de wereldse werkelijkheid wordt weer door dit denken gespleten: blank en zwart, licht en donker, man en vrouw, verstand en gevoel, het rationele en het irrationele, geest en lichaam. En het één gaat ten koste van het andere, het één wordt als superieur gedacht, het andere als inferieur. Het irrationele, het donkere, het gevoel en de vrouw worden als minder gezien en onderdrukt. Dit rationalisme gaat gepaard met alles willen beheersen en in de greep hebben. Dit denken in twee werelden, die scheiding tussen verstand en gevoel en al die andere tweedelingen, dat dualisme zijn we aan het overwinnen.

Levenshouding

Er is maar één wereld. En die ene wereld is hemels én hels, is goed en kwaad en is goddelijk en duivels. Die wereld is met God verbonden en is ook van God los. Hier is God te vinden. Het ligt er aan hoe je kijkt en leeft. De Spaanse mystica Teresa van Avila (1515-1582) spreekt over contemplatief leven als een leven in belangeloze betrokkenheid op mensen en dingen. Eerbiedig leven. Mensen en dingen niet benaderen van uit een mentaliteit van ‘willen hebben’, van manipulatie of overheersing, maar ze zien in hun Oorsprong, uit de Eerste hand.

Volgens de Frans-joodse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995) is geloof geen kwestie van het wel of niet bestaan van God. Geloof is het vertrouwen dat onbaatzuchtige liefde van waarde is. We kunnen ons oefenen in eerbiedig en aandachtig met alles omgaan, in plaats van voortdurend bezig te zijn met onszelf in een respectloze omgang van mensen met elkaar maar ook met de hele natuur. Met de hele schepping. We zijn vaak vooral met onszelf bezig en zoeken naar voldaanheid en zelfgenoegzaamheid. We raken verslaafd aan eten en drinken, aan consumeren en  produceren, aan idolen, alle mogelijke idolen. Alles kan een idool worden: het materiële, maar ook het spirituele: gebeden opzeggen, godsdienst, zelfs God kan een idool worden. Er is een andere levenshouding: uitstaan naar de ander en in relatie treden. Een eerbiedige houding aannemen ten aanzien van het geheim, het mysterie, dat overal in alles aanwezig is in deze wereld, dit seculum, deze seculiere werkelijkheid.

Doen en laten

Het is moeilijk om onmacht toe te laten en de greep op het leven niet te verliezen. Patiënten vragen vaak: ‘In Godsnaam, dokter, doe iets’, maar soms help je mensen beter door niets te doen. ‘De beste operatie is soms de opera­tie die ik niet heb gedaan’, zegt een arts. Hij heeft duizenden ingrepen verricht, maar meer nog ‘gewoon’ met mensen gepraat. ‘Niets doen kan ook. Ik weet niet hoe je dat de aankomende artsen moet leren, misschien wel door genetische beïnvloeding’. Hij zegt het bij wijze van grap, maar hij meent het serieus. Na zoveel eeuwen zit het zo in onze genen. De arts wil graag iets doen, dan heeft hij het idee dat hij de zaak in de hand heeft en kan beheersen. Ook de patiënt wil het liefst dat er iets gedaan wordt: ‘Er moet iets gebeuren, dokter’, en zo drijven dokter en patiënt in een vicieuze cirkel elkaar op.

In de landbouw hebben de zeven plagen van de laatste decennia onomstotelijk duidelijk gemaakt dat de natuur niet volledig te beheersen valt. De miljoenenschade, de noodzakelijke vernietiging van varkens en koeien was niet toevallig. Het was schade, die door het systeem zelf veroorzaakt werd.

Wij zullen moeten formuleren hoe het anders kan. Niet alleen de wetenschappers maar ook de boer, de consument. Door oog te hebben voor de menselijke maat, voor menselijke zorg en onderscheidende aandacht en eerbied voor het geheim van het leven. Oog voor duurzaamheid, eerlijke verdeling, dierenwelzijn, preventie in de zorg en voor het feit dat niet alle leed te vermijden is, dat het leed ook doorleefd kan worden. En beseffen dat we niet alles hoeven te hebben en niet alles hoeven te kunnen.

De menselijke maat

In feite zijn er twee verliezers. Voor beide is er ook herkansing. Voor de wereldse wereld met zijn wetenschap en technologie, maar ook voor de geloofswereld.

Het rationele denken is de boventoon gaan voeren. Niet alleen in de technologie, in de exacte wetenschappen, maar ook in het geloof. Het geloof werd hoe langer hoe meer een leer, die zich enerzijds verzette tegen de wetenschappen, anderzijds zelf door het rationalisme in beslag werd genomen. Ze werd zelf ook rationalistisch en diende daarmee niet meer de menselijkheid. De christelijke godsdienst raakte met haar verzet tegen de moderne cultuur geïsoleerd.

Ook de moderne cultuur met haar rationaliteit verloor, gereduceerd tot instrumentele rationaliteit, haar betrokkenheid op de humaniteit en de menselijke maat. Ze wilde zoveel mogelijk winst maken, maar waarvoor en ten koste van wat en van wie? Denk aan de natuur, maar ook aan de Derde Wereld. De secularisatie, het doorzien van het rationalisme en het beseffen dat er in diepste wezen maar één wereld is, biedt een herkansing voor de christelijke geloofstraditie en voor de cultuur.

Scheppingsbewustzijn

Cultuur is in oorsprong godsdienstig van aard. Niet alle wetenschappelijk onderzoek is kil en onpersoonlijk en onmenselijk. Dichter-wetenschapper Leo Vroman (1915-2014) liet zien, dat het bij zuiver wetenschappelijk onderzoek mogelijk is open te blijven voor het geheim van de dingen. Hij zei: ‘Ik kende mijn proefkonijnen persoonlijk. Aan iedere nieuweling stelde ik mij voor en keek het dier diep in de verlegen ogen. Ik dacht hard en lang na of de proef antwoord zou geven op een van mijn kleine theorieën en of het dan de dood van deze pluizige vriendin wel waard was’. Wat zich in het organisme afspeelt, is voor Vroman tot op zekere hoogte te zien en te volgen, maar de uiteindelijke betekenis van het leven is niet te vatten. Door het leven aangeraakt tot in zijn ziel, onderhoudt hij een eerbiedige relatie met al wat leeft. Vroman is geen uitzondering. In Engeland voelden 70 natuurwetenschappers de behoefte vanuit hun wetenschap om theologie te gaan studeren. Er ontstaat ruimte voor Scheppingsbewustzijn en voor geloof in God in het besef en de ervaring, dat het leven, de dingen, ons op een wonderlijke wijze zijn geschonken. Iets dergelijks lezen we eveneens bij de Oostenrijks-Amerikaanse natuurwetenschapper Fritjof Capra (1939). Ook werk is een spirituele aangelegenheid. Je bouwt mee aan de schepping. Het CNV is een onderzoek gestart naar spiritualiteit op de werkvloer in samenwerking met het Nijmeegse Titus Brandsma Instituut. Volgens hoogleraar Spiritualiteit Kees Waaijman (1942) blijkt daaruit hoe ‘gewoon’ spiritualiteit is. ‘Het is oog hebben voor het alledaagse’.

Toegewijd en belangeloos

Als eerste kenmerk van deze geseculariseerde cultuur wordt genoemd: toegewijd handelen. Er bestaat toegewijd handelen en vanzelfsprekend handelen. Godsdienst is primair toe-gewijd handelen. Er bestaat toegewijd handelen, dat niet een traditioneel godsdienstige vorm heeft, maar wel godsdienstig is. En er is traditioneel godsdienstig handelen, dat meer vanzelfsprekend, dus niet godsdienstig is. Zo kan godsdienst ongeloof zijn en seculier leven kan heel gelovig leven zijn. De seculiere spiritualiteit neemt geen afscheid van God, maar van een bepaald Godsbeeld.

Een tweede kenmerk van onze geseculariseerde cultuur is belangeloze liefde. Kerkvader Augustinus  (354-430) zegt ergens, dat iedere wetenschap op drie fundamenten berust: geloof, hoop en liefde. Ik was geneigd  te denken, dat kennis en wetenschap gefundeerd zijn op kritisch onderzoek en op veel informatie verzamelen. Bij nader inzien kan Augustinus wel eens gelijk hebben. Alleen wie met vertrouwen naar iemand luistert, hem hoopvol aanziet en hem met liefde en eerbied volgt, zal de ander echt leren kennen. En dat geldt voor alles, voor de natuur, voor de mens. Alleen als een dokter met vertrouwen naar je luistert, je hoopvol aankijkt en je met liefde en eerbied volgt zal hij je echt leren kennen en kunnen helpen.

Open houding

Deze zogenaamde postmoderne spiritualiteit is een wereldse, seculiere spiritualiteit en is niet zo direct aan een kerk gebonden. Zij overstijgt kerkgrenzen. God wordt vaak niet expliciet genoemd. Het geheim wordt geleefd in onbaatzuchtige liefde. Postmoderne spiritualiteit overstijgt de tegenstelling tussen religieus en seculier. Zij beschouwt de hele seculiere cultuur als vindplaats van God en heil, ook van goddeloosheid en onheil. Zij overstijgt als weg van liefde de scheiding tussen religieus en seculier. De bevlogen verbeelding van een wetenschapper en kunstenaar, bedacht op mens en menswording, past niet minder in een postmoderne spiritualiteit dan de mystieke verbeelding van een bidder. Wetenschap, kunst en religie concurreren niet, maar zijn met elkaar verbonden. Het gaat om een open houding, om een open menselijke wereld tegenover een gesloten op eigen belang gerichte wereld.

Bovenstaand artikel is bewerkt door Marianne van Waterschoot, verslaggever en columnist voor Nieuwwij.nl.

Gerard Westendorp

Karmeliet

Karmeliet en woonachtig in Zenderen (Overijssel)
Profiel-pagina
Al 5 reacties — praat mee.