Een oude koningin sterft, elf dagen rouw, bijna een kwart miljoen mensen neemt afscheid bij de baar (haar ‘laying in state’), honderdduizenden staan langs de route op de dag van de begrafenis. Dat levert twee vragen op: over wie rouwen zij en waarvan nemen zij afscheid?

Louis Couperus schreef in 1906 de roman Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan dat vanaf 1904 als een vervolgverhaal in het tijdschrift Groot Nederland verscheen. Langzaam laat de schrijver het geheim van de hoofdpersonen, dat ze een leven lang met zich meesleepten, aan het licht komen. Op het eind sterven de oude mensen, in de illusie dat niemand iets ontdekt heeft, terwijl iedereen in de familie het inmiddels weet. Met de dood van de oude mensen verdwijnt het geheim voor de achterblijvers langzaam uit het zicht.

In de roman van Couperus komt de lezer uiteindelijk te weten wie de hoofdpersonen met hun passies zijn. Daarentegen leren wij in deze dagen koningin Elizabeth net zo min kennen als in haar zeventigjarige regeerperiode daarvoor. Over wie wordt er eigenlijk gerouwd, door nabestaanden, door mensen van koninklijke huize, op straat of in de pub? Een journalist zei: ‘We miss her not knowing what she thought.’ En wat ze over alles dacht, over de vele gebeurtenissen in haar familie, in het land, in de politiek, in de wereld, nam ze mee in haar graf. Een koninklijk raadsel, een mysterie. Sterker nog, doordat zij als koningin nooit een mening gaf, kon een ieder zijn eigen gedachten op haar projecteren en voelde ieder zich begrepen, zoals bleek uit de emotionele reacties van mensen die geïnterviewd werden.

Interessant is wel dat wij uit haar kerst- en coronatoespraken haar diepe religiositeit kennen, die ook sprak uit haar eigen liedkeuze tijdens de afscheidsvieringen. Tegenwoordig is het precies andersom: veel mensen delen allerlei meningen zonder dat zij hun inspiratiebron (willen) delen. Elizabeth gaf nooit een mening maar wel troost, zo werd dat door mensen ervaren. Omdat zij zelf in haar lange leven bepaald niet gespaard is gebleven voor onrust en onheil was ze daarin herkenbaar. Toch is deze opvatting van koningschap – zeventig jaar zwijgen – in deze tijd weliswaar een unicum maar niet langer houdbaar.

Dat heeft ook te maken met de tweede vraag: waarvan nemen wij afscheid? Van de zekerheid van een koningin die er altijd was, een traditioneel symbool? Of nemen we afscheid van een tijdperk dat nu voorbij gaat: een ‘voorheen koloniaal’ imperium waar nog steeds een heleboel landen ‘ver weg’ onder vallen? Ook daar heeft deze koningin nooit een ander ‘standpunt’ over ingenomen. Sterker nog: haar inzet is steeds geweest haar Commonwealth bij elkaar te houden. Het is een anachronisme in de 21e eeuw, wat een ‘vrijwillig’ samenwerkingsverband tussen 54 soevereine staten genoemd wordt, met Charles III als symbolisch hoofd.

Toch is haar dood misschien voor sommige landen een kans om eindelijk echt vrij en zichzelf te worden, zonder eer te hoeven betuigen aan een verre vorst. Daar kan nu misschien open over gecommuniceerd worden. Zo kunnen oude dingen echt voorbij gaan…

Felicia Dekkers

Felicia Dekkers

Redacteur

Felicia Dekkers is Neerlandica en studeerde later theologie. Zij werkte in het onderwijs (MO en HBO) en daarna als (beeld)redacteur bij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.