Gestrande famllies
Op 50 kilometer afstand van de Turkse stad Adana vind je vooral afgelegen akkers en boerderijen, maar langs de weg en op verlaten velden vind je ook duizenden gestrande Syrische families. Ze leven in tenten en proberen hier in de meest armoedige omstandigheden een bestaan op te bouwen. Er zijn in de kampen geen winkels of medische voorzieningen, er is niet eens overal schoon drinkwater. Op sommige plekken drinken kinderen daarom uit de nabije rivier. Er is een geïmproviseerd schooltje met een handjevol leraren, maar zonder lesmateriaal. Door de enorme toestroom van Syrische vluchtelingen zitten Turkije’s officiële vluchtelingenkampen vol. De vluchtelingen in Adana zijn niet geregistreerd in Turkije en kunnen hierdoor geen gebruikmaken van medische voorzieningen en regulier onderwijs. Alleen in medische noodgevallen kunnen ze rekenen op de Turkse overheid. Je zou daarom misschien verwachten dat het hier vol zit met internationale noodhulporganisaties en ngo’s, maar ook die bleken er niet te zijn.
Geen hulporganisatie te bekennen
Eén van de eerste dingen die opvallen in de vluchtelingenkampen rondom Adana, is de afwezigheid van een centraal agentschap. Grote hulporganisaties als de UNHCR, het Rode Kruis en Artsen Zonder Grenzen heb ik hier niet gezien. “Dit zijn de vergeten vluchtelingen uit Syrië”, zegt Tamer (35), onze contactpersoon in het veld. Tamer is Syrië twee jaar geleden ontvlucht en zet zich nu als vrijwilliger in voor zijn allerarmste landgenoten. Hij heeft er mede voor gezorgd dat de meeste kampen hier iets van een watervoorziening hebben en dat er voedseldistributie plaatsvindt. Wij kwamen met een team van vijf vrijwilligers van United Aid Network, een kleine Britse organisatie. We hadden €10.000 ingezameld met crowdfunding om noodhulp naar deze kampen te brengen. Bestemming van ons budget: voedselpakketten, water, sanitaire voorzieningen en medische hulp.
Geen registratie of overzicht
In plaats van één centraal kamp waar alle vluchtelingen bij elkaar zitten, zijn er een stuk of tien kampen verspreid over de regio, sommige wel 25 kilometer van elkaar verwijderd. In sommige kampen wonen twintig families, in andere wel tachtig. Die verspreiding is natuurlijk niet praktisch als je noodhulp wilt brengen naar alle kampen. Bovendien is er nergens een registratie van bijvoorbeeld de exacte grootte van de kampen, welke voorzieningen er al in de kampen zijn en welke er nog ontbreken. Dit is niet alleen heel inefficiënt, het zorgt er ook voor dat elke organisatie die hier komt telkens weer opnieuw het wiel moet uitvinden. Gelukkig hadden we Tamer om een beetje orde in de chaos te brengen. Hij is bekend in de kampen en kan als Syriër goed met de bewoners communiceren.






Een handgeschreven lijstje
Onze eerste distributie bestond uit 4000 kilo aardappelen en uien, die we ’s ochtends op onze truck laadden en waarmee we vervolgens zo veel mogelijk kampen langs gingen. Tamer had een simpel, maar goed werkend systeem voor de voedseldistributie. In de grotere kampen ging dat ongeveer zo: hij haalde een schriftje tevoorschijn, waarin de namen van alle families in het kamp waren opgeschreven. Ons team stond al klaar op de truck wanneer hij de namen één voor één oplas, waarna er steeds iemand naar voren kwam die een zak aardappelen en uien van ons aangereikt kreeg. Dit handgeschreven lijstje zorgde er dus voor dat de zakken eerlijk verdeeld werden over de families. Tamer hield nauwkeurig op zijn lijstje bij welke familie geweest was en welke nog niet. Dat handgeschreven lijstje bleek cruciaal voor een goed verloop van de distributie.
Woede om zak aardappelen
Sommige mensen verstopten de voedselzakken namelijk in hun tent en zeiden vervolgens dat ze niets gekregen hadden. Soms werden ze zelfs boos en dacht ik echt dat het uit de hand zou lopen. Voor ons lijkt een zak aardappelen misschien een kleinigheid, maar voor iemand die honger heeft en niet genoeg eten om zijn kinderen te voeden, betekent het alles. Op zulke momenten voelde ik me maar onhandig op die truck. Daar stond ik dan met een zak aardappelen, in een wit T-shirt van United Aid Network met daarop in grote letters gedrukt: “Be The Change”. Die heldhaftige woorden leken op zo’n moment ineens zo leeg en nietszeggend. Ik realiseerde me dat, hoe belangrijk voedseldistributie ook is, er hier nog zo veel meer nodig is om de levens van deze mensen structureel te verbeteren. Hoe bouw je iets op voor duizenden mensen die niet eens elke dag kunnen eten?
Op weg naar een structurele oplossing
De vluchtelingen in Adana leven geïsoleerd en zijn voor een groot deel aan hun lot overgelaten. Aangezien sommige kampen al meer dan twee jaar bestaan, is het voor mij onbegrijpelijk dat grote hulporganisaties hier nog geen projecten hebben opgezet. Vooralsnog zie ik hier weinig tekenen van hoop op een betere toekomst. Toch helpen onze inspanningen ervoor dat de situatie in het kamp langzaam maar zeker verbetert. Naast voedseldistributie hebben we een groot deel van ons budget besteed aan sanitaire voorzieningen in de kampen. Onze arts is begonnen met een medische registratie en Tamer heeft een schooltje opgezet voor de kinderen. Wij hebben ervoor gezorgd dat de schooltjes nu een whiteboard hebben en de kinderen schriften en rugzakjes. Daarover zal ik de komende tijd meer vertellen. In het volgende artikel beschrijf ik hoe een schooldag eruit ziet voor kinderen in Adana. Daarin zal ik ook ingaan op hoe jij kunt helpen!
Hallo laura
Ga je zeker proberen om in de mantel in Maartensdijk een avond te beleggen. Je verslag is indrukwekkend.
Wil graag meer zien en horen. Dank voor dit alles.
Groetjes Isabella
Een heel goed stuk van je, Laura????. Wat ik weet is, dat Artsen Zonder Grenzen en het Rode Kruis elders proberen de opvang van vluchtelingen te regelen.
In Griekenland is de opvang van de mensen door de Griekse overheid is nog steeds slecht en om te zwijgen over de opvang door voormalige Oostbloklanden.