Volgens een onderzoek waar Trouw onlangs over berichtte, zijn er in Nederland nog zo’n 3 miljoen mensen die min of meer regelmatig in de Bijbel lezen. Ervan uitgaande dat jongeren dat nog weer minder doen dan ouderen, zijn er in de meeste klassen nog maar weinig leerlingen voor wie de Bijbel een belangrijk boek is.

Ik werk als docent levensbeschouwelijke vorming aan een protestants-christelijke school voor voortgezet onderwijs waar homoseksuele leerlingen gemakkelijker uit de kast komen dan dat gelovige leerlingen openlijk verklaren dat ze de Bijbel lezen en naar de kerk gaan. Het eerste vind ik uitermate verheugend, het tweede ronduit jammer. Maar ik wil niet terug naar de tijd toen de Bijbel nog volop gelezen werd en homoseksualiteit nog als een zonde gezien werd en vrees dat er een oorzakelijk verband tussen beide bestaat dat bovendien de kern van het probleem aan het licht brengt.

Geloven is in het verleden ontaard in het aannemen van een set ongerijmdheden waar het gezonde verstand en het menselijke hart zich tegen verzetten. Zo is – en wordt! – er met een beroep op de Bijbel gezegd dat praktiserende homo’s naar de hel gaan en ook anders- en niet-gelovigen voor eeuwig zullen worden afgewezen. In vrijwel alles werd een benepen moraal gedicteerd die niet alleen een rem zette op het persoonlijke leven maar ook op wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling. Daarbij werd uitgegaan van een deprimerend mensbeeld dat het ontwikkelen van een gezond zelfvertrouwen frustreert. Christelijk geloof, kerk en Bijbel worden door velen helaas terecht geassocieerd met dwang, domheid en saaiheid en het wantrouwen zit diep bij kerkverlaters en bij hen die toch al weinig of niets van geloven moeten hebben. Soms heb ik de indruk dat de kerk – en zeker de kerk als machtsinstituut – tot de grond moet worden afgebroken voor er voorzichtig van een nieuw verstaan van het Oude Boek sprake kan zijn.

Psychoanalyticus Erich Fromm (1900-1980) gaat uit van twee soorten religie: de autoritaire die gehoorzaamheid aan leer en gezag eist, en de humaniserende die mensen aanspoort en helpt hun menselijk potentieel waar te maken. Filosoof Alan Watts (1916-1973) wijst op drie ontwikkelingsstadia van religie: het magische stadium waarin de mens offert om de goden op zijn hand te houden; het ethische waarin goed gedrag beloond, wangedrag bestraft wordt en angst een grote rol speelt; en het stadium van de transformatie waarin religie de mens tools en oefenstof aanreikt voor het exploreren en ontwikkelen van zijn menselijkheid.

Er zijn kerken waar serieus werk wordt gemaakt van de broodnodige transitie naar de fase van de transformatie maar er is en wordt zoveel schade aangericht vanuit een autoritaire en zelfvoldane geloofsbeleving dat het handelsmerk ‘kerk’ voorgoed uit de gratie lijkt te zijn en de Bijbel door nog slechts weinigen als waardevol kan worden gezien.

Waar echter duidelijk wordt dat transformatie tot ware humaniteit het project van het Oude Boek is, kan de verlegenheid doorbroken worden. Zo zijn leerlingen wel degelijk geïnteresseerd wanneer een moraliserende of evangeliserende uitleg achterwege blijft en gekozen wordt voor een existentiële benadering. Ik licht dit toe met twee voorbeelden.

In willekeurig welke klas roept het gebod ‘Gij zult geen andere goden dienen’ in eerste instantie weerstand op: het lijkt te gaan om een autoritaire eis van een jaloerse en veeleisende god die niet bepaald sympathiek overkomt. Leerlingen herkennen zich echter in de oproep tot integriteit die er van deze aanwijzing tot zinvol leven uit gaat: houd vast aan waar je ten diepste in gelooft en waai niet met alle winden mee. Het is taal die ze verstaan.

Het begrip zonde doet de meeste leerlingen al snel denken aan stout en ongehoorzaam zijn en aan de straf die daar natuurlijk op volgen zal – aan de boze leraar die je op je donder geeft wanneer je je huiswerk niet gemaakt hebt. Maar ze gaan open voor de diepere betekenis: ‘je bestemming missen’ want dat is het laatste wat ze willen. Uit eigen ervaring weten ze hoe lastig het is zichzelf te zijn en velen van hen worstelen met gevoelens van minderwaardigheid en depressiviteit. Het laatste waar ze dan op zitten te wachten is een vroom opgeheven vingertje, maar oprechte aanwijzingen vanuit geleefde solidariteit en herkenning zijn zeer welkom.

Op de school waar ik werk, komen leerlingen uit voor hun seksuele geaardheid en zetten zo een belangrijke stap in het vinden van hun eigen, authentieke bestemming. Wat mij betreft is dat belangrijker dan dat ze de Bijbel lezen. Maar als ze die toch opendoen, hoop ik dat zij er in zullen ontdekken dat iedere mens de opdracht heeft te zijn wat hij naar zijn aard en wezen is en dat ze door uit de kast te komen gehoor hebben gegeven aan de oer-Bijbelse oproep tot bevrijding.

De verlegenheid met de Bijbel in het onderwijs is dan ook het grootst waar het verlangen naar waarachtig leven botst op een muur van dogmatische betweterij met een beroep op een autoritaire God. Zolang die muur niet geslecht wordt, blijft het tobben op een uiteindelijk doodlopende weg. Waar dat wel lukt, opent zich een weg tot een nieuw verstaan van waar het in het Oude Boek om gaat: bevrijding tot waarachtige menselijkheid.

Dirk van de Glind ontwikkelde de methode Vensters voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Deze methode gaat uit van een existentiële benadering van het Oude Boek. Voor informatie en/of het aanvragen van presentexemplaren: klik hier.

Eind oktober verschijnt Volwassen Geloven † Denken – een oproep tot universele menselijkheid, waarin Van de Glind uitgebreid schrijft over zaken die in dit artikel slechts kort konden worden aangestipt. Voor meer informatie en een eerste indruk: klik hier.

Dirk 3707

Dirk van de Glind

Schrijver en docent levensbeschouwelijke vorming

Dirk van de Glind was jarenlang docent levensbeschouwelijke vorming. Hij heeft vele jaren de kans gehad om rond te kijken in de schatkamers …
Profiel-pagina
Al 29 reacties — praat mee.