Toch past het mixen van religies ook in deze geglobaliseerde tijdsgeest, waar in Europa secularisme als standaard wordt gezien. De secularisatiethese, in de jaren vijftig voorspeld door Peter Berger, is uitgebleven. Een ontwikkelde samenleving eindigt blijkbaar niet in het verdwijnen van religie. Het PEW Research Center voorspelt zelfs dat 87% van de wereldbevolking in 2050 religieus zal zijn. Het is dus duidelijk dat we ons beeld van religie in de 21ste eeuw bij moeten stellen.
In De Nieuwe Liefde verzorgde op dinsdagavond 29 mei een hoosbui het achtergrondgeluid voor de bijeenkomst ‘Knutselen met God?!’. Hoogleraar en theologe Manuela Kalsky, theologe Janneke Stegeman en filosoof Jonas Slaats vulden de avond met hun stuk voor stuk open blikken met betrekking tot ‘geloven’ en ‘religie’. De belangrijkste, overkoepelende boodschap: we moeten uit de kramp komen waarin we continu proberen te vangen, te framen wat religie is. Kalsky past dit ook toe op het debat over secularisme. Te vaak denken we in hokjes: ‘Dit zijn de gelovigen’ en ‘dat de seculieren’. Erkenning van alle grijstinten en overlappingen tussen religies zou het (media)debat ten goede komen. Stegeman: “Verandering is eigenlijk de enige constante in godsdienst.”
Zo zou gelovig zijn niet betekenen dat je je voegt, want dat waarin je gelooft is altijd hybride. Slaats benadrukt bijvoorbeeld dat het ‘nieuwe’ combineren van religies dus eigenlijk helemaal niet zo nieuw is: christenen in de middeleeuwen waren bijvoorbeeld soms meer met hekserij bezig dan binnen de kaders van de kerk te blijven. Puur omdat de dokter dan te duur was.
Daarnaast haalde Stegeman een veelgehoorde kritiek aan haar adres aan: “Als je echt zoveel aan te merken hebt op ‘jouw’ religie, ben je dan wel echt gelovig?” Maar voor haar is kritisch zijn juist een van de belangrijkste onderdelen van geloven. Immers, iets wat je zo lief is en wat je dicht aan het hart ligt, daar moet je zelfs kritisch op zijn. Of eigenlijk moet je natuurlijk niets. Dat was nou juist het punt van de avond.
Naarmate de avond vorderde bleef de discussie wat steken bij academische onderzoeken en bevindingen. Moderator Enis Odaci voelde dit aan en stelde de vraag: wat kan het publiek vanavond meenemen uit al deze interessante bevindingen? Wat zijn maatschappelijke onderwerpen waarin dit van waarde is? Kalsky legde hierop helder uit dat onder andere de geestelijke gezondheidszorg ook een enorme behoefte heeft aan expertise. Wie komt er aan het bed van ‘ietsisten’? Wie kan voorzien in de behoefte van een langdurig zieke ‘multiple religious belonger’ ofwel MRB’er? Deze vragen maken bewustzijn over dit onderwerp zeer relevant.
De sprekers hadden gemeen dat zij probeerden ieder voor zich het publiek buiten het standaard kader te leren denken. Een relativering van de strak omlijnde kaders van institutionele religie. Een enthousiasmerend geluid: voel je vrij om je leven in te delen zoals jij dit fijn vindt. Een toehoorder uit het publiek gaf aan dat hij moeite had met deze relativiteit. Zijn vraag aan de sprekers: “Heeft het dan nog zin om actief naar de waarheid te zoeken?”
De vraag van deze man geeft weer hoe de zoektocht naar een meer absolute waarheid toch onderdeel is van mens-zijn. Ik herken mezelf ook in zijn vraag. Het kan best teleurstellend zijn te bedenken dat je eigen waarheid relatief is. Na afloop besprak ik dit met moderator Enis Odaci, die hierop zei: “Onze zoektocht naar waarheid houdt ons in beweging en resulteert steeds weer in opnieuw zoeken. Het is een van onze grootste drijfveren.” Zoals op deze avond samen komen. Het bespreken van onderzoek over en het bevragen van elkaars levensbeschouwing is van groot belang, blijkt elke keer weer.