Chinese droom
Het lijkt wat dat betreft op de laatste kabinetsformatie in Nederland. Vrijwel niemand had enig idee van wat er uit de formatie-bus zou komen. Na 208 dagen lag er een regeerakkoord, Vertrouwen in de Toekomst, dat meer een opsomming van individuele beleidsmaatregelen is, dan een visionair verhaal waar politieke idealen uit spreken. Internationale onderwerpen komen er opvallend bekaaid af.
Hier in China is het motto ‘de Chinese Droom’. Die gaat over de terugkeer naar de rechtmatige geopolitieke plek van het ‘land in het midden’, zoals China in het Chinees heet. Over die droom zal het zeker gaan, maar men kijkt toch vooral naar verschuivingen in de topposities. Die zeggen alles over de macht van de grote leider, Xi Jinping, die vrijwel zeker voor een volgende periode van vijf jaar gekozen zal worden tot secretaris-generaal van de Partij en daarmee tot president van het land.
Als president van ’s werelds grootste autoritaire staat heeft Xi geen boodschap aan mensenrechten. Het maatschappelijk middenveld, van NGO’s tot en met religieuze organisaties, wordt steeds meer in vrijheid beperkt. Toch lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat er getornd zal worden aan deze steeds stevigere greep waarin hij China met 1.3 miljard inwoners, houdt.
Betrouwbare bondgenoot
Tijdens zijn vele buitenlandse reizen presenteert Xi Jinping zich als een betrouwbare bondgenoot. Hij wordt daarbij geholpen door zijn Noord-Amerikaanse ambtgenoot. Op alle terreinen waar diens America First-beleid een internationaal politiek vacuüm laat ontstaan, vult het machtige China dat moeiteloos in, met een retoriek van vrede en vriendschap die haaks staat op de voortdurende twitter-diarree van president Trump.
Tijdens het Wereld Economisch Forum in Davos haalde de mondiale elite opgelucht adem toen de Chinese leider zich onverminderd voorstander toonde van globalisering en beloofde pal te staan voor vrijhandel en het Klimaat Akkoord van Parijs. Afgelopen week trok de VS zich terug uit de UNESCO, waarop China zich haastte het belang te benadrukken van uitwisseling op gebied van onderwijs en cultuur.
Zelfs in het uiterst precaire conflict tussen de VS en Noord-Korea, dat alle verhoudingen rond de getroebleerde Zuid-Chinese Zee op scherp zet, pakt China de rol van verstandige mediator. Die uiteraard eigen belangen en verborgen agenda’s heeft, maar ook een eigen strategie die, in vergelijking tot het geschreeuw van kemphanen Trump en Kim, overkomt als beschaafd en weloverwogen.
Nu dreigt de VS het atoomakkoord met Iran niet langer te onderschrijven. Dat akkoord is mede dankzij Chinese diplomatie tot stand gekomen en als dit gebeurt zal China zich ongetwijfeld opnieuw de betrouwbare bondgenoot tonen.
Kortom, de internationale invloed van China wordt onmiskenbaar groter. En dan heb ik het nog niet over de uitwisseling van studenten of de invloed van het aanzwellend toerisme vanuit China.
Verschillen
Reden genoeg voor het Westen om serieus te proberen de Chinese manier van denken en handelen te begrijpen. Dat is geen eenvoudige zaak. Daarvan ben ik mij, inmiddels vier jaar woonachtig in China, zeer bewust.
Toch heb ik twee opmerkelijke verschillen tussen de westerse en de Chinese wereldvisie kunnen constateren, toen ik het Nederlands regeerakkoord las, tegen de achtergrond van het Chinese partijcongres.
In het westen focust men zich vooral op de verschillende onderdelen van het geheel en analyseert die. In China is het niet de som der delen die het geheel vormt, maar de relatie tussen en de samenhang van die delen. Dat maakt dat er in Nederland een regeerakkoord kan worden opgesteld dat uit uitvoerig geanalyseerde beleidsonderdelen bestaat, maar waarbij er, door gebrek aan de onderlinge verbinding, geen gepassioneerd verhaal ontstaat.
Politici in het Westen denken zelden verder dan een regeerperiode van vier jaar -als die al gehaald wordt-. Hier in China denkt men in decennia van ontwikkeling. Dit komt onder meer door de Taoïstische filosofie die leert dat ‘de enige onveranderlijke wet in het universum, de veranderlijkheid van alles is’: verlies vandaag, kan morgen, of over tien jaar, winst zijn. Dat verklaart de pragmatische manier waarop Chinezen zaken doen, waarbij de context een grote rol speelt.
Dat verklaart ook de opzet van het Belt and Road Initiative, een ambitieus infrastructureel geheel van handelsroutes die vanuit China tot diep in Afrika reiken en waarbij honderden miljarden US dollars geïnvesteerd worden in een groot aantal landen.
Een dergelijk geostrategisch plan kan alleen opgesteld worden vanuit een visie die gericht is op volgende generaties en niet slechts op volgende verkiezingen.
Of wij het willen of niet: dit plan gaat de wereld veranderen.
Om werkelijk vertrouwen in de toekomst hebben, kan Nederland zich niet langer verschuilen achter de dijken en de duinen. In een wereld waarin de samenhang der dingen meer zegt dan de som der delen is het van belang juist de brede, internationale context te begrijpen en op grond daarvan beleid te maken.
Dát heeft men in China heel goed begrepen.
In de politiek gaat het om macht krijgen, behouden, versterken en uitbreiden. China schijnt dit goed te kunnen. president Trump wil de Chinezen graag te hulp snellen en Europa heeft echt belangrijke zaken aan haar hoofd. En onze nieuwe regering schijnt te willen streven te komen tot een volk bestaande uit echte Nederlanders. Dat de Chinezen een en ander gaat lukken kan dan ook niemand verbazen.