Intolerantie en wantrouwen?

Een eerste opvallend element is dat de fact check begint met de veronderstelling dat “bijna de helft van de moslims intolerante opvattingen heeft” en dat dit “ruim geboekstaafd” is in verscheidene onderzoeken. Over welke onderzoeken het hier gaat wordt niet verduidelijkt. Later in het artikel komen verscheidene rapporten aan bod, maar deze bevestigen die veronderstellingen helemaal niet. Ook een niet vermeld grootschalig onderzoek, zoals het Nederlandse TIES-onderzoek dat ook heel wat attitude-onderzoek deed onder de tweede generatie Marokkanen en Turken in Europa spreken dergelijke veronderstellingen tegen.

Vervolgens worden enkele cijfers aangehaald uit een onderzoek dat voorheen door Koopmans zélf werd uitgevoerd, waarvan de methodologie trouwens behoorlijk wat twijfel opwekte, aangezien het om een louter telefonische enquête ging met multi-interpretabele vraagstellingen. Dat onderzoek zou bijvoorbeeld aantonen dat 45 procent van de moslims in zes Europese landen van mening is dat men joden niet kan vertrouwen (vs. 8 procent van de christenen). Gesteld dat we de correctheid van dat percentage aanvaarden, dan nog spreekt het niet voor zich. Een breder perspectief is immers noodzakelijk. Het Pew Onderzoek uit 2006, dat wat later in de ‘fact check’ aan bod komt, laat bijvoorbeeld zien dat in Groot-Brittannië zo’n 56% van de niet-islamitische respondenten vindt dat Moslims niet eerlijk zijn (en dus vermoedelijk ook vinden dat ze ‘niet te vertrouwen’ zijn). In Frankrijk is dat 64% en in Duitsland 52%.

Steun voor extremisme?

In een volgende stap zoomt het NRC-artikel dieper in op de eigenlijke vraag: “Maar vinden 50 miljoen moslims geweld tegen burgers acceptabel om de islam te verdedigen?”

Eén van de eerste twee onderzoeken die worden aangehaald op zoek naar een antwoord is een Deens onderzoek waaruit zou blijken dat “17 procent van Deense moslims bereid [zijn] om jihadi’s die worden gezocht door de politie te laten onderduiken.” Hoewel zoiets inderdaad geïmpliceerd wordt in dat onderzoek, voegt het rapport zelf daar meteen enkele zinnen aan toe die dat cijfer meteen sterk nuanceren. Zo schrijven de onderzoekers:

We geloven niet dat [dit percentage] een basis biedt voor de conclusie dat ongeveer 15% van de Deense moslims uit de leeftijdscategorie van 15 tot 30 jaar daarmee hun sympathie of steun voor moslimterroristen uiten. (…) Het zou best kunnen dat de selectie van de meest extreme antwoorden een uiting zijn van protest, die laat zien dat de respondent eigenlijk vooral ‘rebels’ is, veeleer dan een individu die radicale moslims genegen is.

The Denmark School

Volgens de onderzoekers is op dit vlak dan ook grondiger onderzoek nodig eer we de cijfers afdoende kunnen interpreteren.

Ook de vraagstelling zelf maakt dat duidelijk. Er werd immers niet gevraagd of men een ‘extremistische jihadist’ zou laten onderduiken. Wel werd gevraagd of men een ‘heilige strijder’ zou helpen die op de vlucht is voor de politie. Het is natuurlijk best mogelijk dat dergelijke bewoordingen sommige respondenten doen veronderstellen dat het om iemand gaat die een rechtvaardige, defensieve strijd tegen onrecht en onderdrukking voert, zoals men toch impliciet mag verwachten van een ‘heilige’ strijder. Dat zou hun antwoord in een totaal ander perspectief plaatsen.

Welk geweld?

Ook in het verdere verloop van het artikel wordt geen enkel onderscheid gemaakt tussen ‘verdedigend geweld in geval van onderdrukking of verzet tegen agressie’ en ‘aanvallend geweld uit machtswellust’. Meer nog, de ‘aanvaarding van geweld’ wordt sterk gekoppeld aan ‘de aanvaarding van zelfmoordaanslagen’. Het gevolg daarvan is dat het NRC artikel vooral de indruk wekt dat grote groepen moslims bereid zijn om geweld te plegen – desnoods via zelfmoordaanslagen – louter en alleen omdat hun religie daartoe oproept.

Er wordt opnieuw behoorlijk wat onderzoek bijgehaald om dat te staven. Ditmaal vooral onderzoek van het gerenommeerde Pew Research Center . Maar blijkbaar werd Koopmans interpretatie van de gerefereerde onderzoeken zonder veel verdere kritische reflectie overgenomen en werd weinig moeite gedaan om na te gaan wat er werkelijk in de rapporten staat.

Wie immers naleest welke onderzoeksresultaten aanleiding geven tot het idee dat moslims heel wat geweld legitimeren, dan blijkt het om de antwoordpercentages te gaan bij de vraag:

Sommige mensen denken dat zelfmoordaanslagen of andere vormen van geweld tegen burgerslachtoffers gerechtvaardigd zijn om de Islam van haar vijanden te verdedigen. Andere mensen geloven dat, wat de reden ook is, dergelijk geweld nooit kan gerechtvaardigd worden. Vind jij persoonlijk dat dit soort geweld om de islam te verdedigen, soms te rechtvaardigen valt, zelden te rechtvaardigen valt of nooit te rechtvaardigen valt?

Pew Research Center

Opvallend in die vraagstelling is dat meermaals wordt verduidelijkt dat het om verdedigend geweld gaat en helemaal niet per definitie over zelfmoordaanslagen. Anders gesteld, de vraag kan ook geïnterpreteerd worden als: ‘indien leden van jouw geloofsgemeenschap worden aangevallen, vind je het dan gerechtvaardigd dat men zich met geweld verdedigt – en daarbij soms burgerslachtoffers maakt?’ Zo gesteld klinken de antwoorden erop al helemaal anders.

Men kan eventueel opmerken dat de Pew-vraagstelling ‘islam’ in het algemeen vermeldt en niet ‘moslims’ of ‘leden van de islamitische gemeenschap’. Maar het feit dat de antwoordpercentages bijzonder sterk stijgen in landen die zelf conflictgebieden zijn of die vlak naast oorlogsgebieden liggen, doet uitlichten dat de respondenten de vraag vermoedelijk wel op zo’n manier begrijpen.

Hoe gewelddadig zijn moslims ten opzichte van andere groepen?

Wanneer we de ‘Vijftig miljoen moslims accepteren geweld’ van de AD-krantenkop vanuit die optiek opnieuw in een breder kader plaatsen, krijgen we een heel ander beeld te zien. Het Gallup onderzoekscentrum nam in 2010 een enquête af rond de mate waarin inwoners van de VS geweld legitimeerden. Daaruit bleek dat Amerikaanse moslims minder geneigd waren om geweld op burgers goed te keuren dan mensen met andere levensbeschouwingen. Zowel wanneer men vroeg of het soms gerechtvaardigd kan zijn dat burgers gedood werden om militaire reden, als wanneer men vroeg of het soms gerechtvaardigd kan zijn dat niet-militaire individuen en groeperingen burgerslachtoffers maken, antwoordden christenen, joden, mormonen en niet-gelovigen veel vaker bevestigend.

Daarbij aansluitend blijkt uit enquêtes van datzelfde Gallup onderzoekscentrum dat de meerderheid van de inwoners in de VS het gebruik van atoomwapens goedkeurt. Enkele dagen na het werpen van de atoombommen in Hiroshima en Nagasaki keurde 85% deze acties goed. In 1995 bleek dat na nieuwe enquêtes nog steeds 59% te zijn.

Dit alles is uiteraard geen poging om te verdoezelen dat er binnen de islamitische wereld extremistische ideeën zouden bestaan of te negeren dat sommige moslims er een gewelddadige visie op na houden. Uiteraard vind je ook onder de wereldwijde moslimbevolking een, al dan niet grote, groep mensen die, zoals de titel van de NRC.nl fact check het stelt, “geweld accepteren”. Alleen is de wereldwijde moslimbevolking op dat vlak hoegenaamd niet uitzonderlijk.

De ethiek van feiten en cijfers

Niet enkel de uitspraak van Ruud Koopmans maar ook de ‘fact check’ van de NRC zorgen dus voor een zorgwekkende framing. Niet omdat de uitspraak op zich fout is, maar omdat ze een problematische lading krijgt wanneer men de noodzakelijke nuances negeert, wanneer men niet aangeeft over welk soort geweld men spreekt en wanneer men inzichtelijke vergelijkingen achterwege laat. Dan doet men het immers uitschijnen alsof er zich onder moslims een ongekend en uiterst ontvlambaar gewelddadig gedachtegoed ontwikkelt dat de veronderstelde vredelievendheid van andere gemeenschappen in gevaar brengt. Zoiets wordt extra wrang wanneer men vaststelt dat een groot deel van de geciteerde onderzoeksinstituten uiteindelijk geheel andere conclusies trekken.

Media is nu eenmaal zelden een neutrale aangelegenheid. Men kan zich in een kleedje van wetenschappelijkheid en feitelijkheid proberen te hullen, maar dat neemt niet weg dat men steeds ook een boodschap brengt. En die boodschap kan zowel demoniseren als bevragen, zowel viseren als verhelderen. Want net zoals interpretaties van religieuze teksten allerhande morele kanten uit kunnen, kunnen interpretaties van cijfers en statistieken dat evenzeer.

Jonas-Slaats2

Jonas Slaats

Theoloog en schrijver

Als schrijver en sociaal activist beweegt Jonas Slaats (Gent, 1980) zich steeds op de snijlijn van mystiek en maatschappijkritiek. …
Profiel-pagina
Al 7 reacties — praat mee.