Wanneer ik beelden zie van vluchtelingen die met bussen naar opvangcentra gebracht worden, vraag ik mij niet af wat die mensen hier komen halen of brengen. De vraag die ik me stel: wat hebben wij deze mensen te bieden? Niet als naïeve helden die de ‘zieligerds’ wel even uit de brand helpen, maar als nuchtere medemensen die in een situatie verkeren die, op zijn minst, als comfortabeler te bestempelen is. Nederland als geheel heeft voldoende in huis om voor alle inwoners een meer dan degelijke basis te bieden. Daarbij denk ik niet alleen aan de financiën, maar ook aan de uitgangspunten van de capability approach van Amartya Sen en Martha Nussbaum. Deze benadering gaat niet uit van behoeften of rechten die mensen zouden hebben, maar van basismogelijkheden tot een menswaardig bestaan te midden en met behulp van anderen. Volgens Nussbaum betreft het onder meer de mogelijkheid in gezondheid te leven, vrijheid van emoties en gedachten te hebben, en invloed uit te kunnen oefenen op je leefomgeving. Hebben mensen daarbij de mogelijkheid zich te ontplooien op de manier die zij kiezen? Zijn ze vrij om te zijn wie ze willen zijn?
Authentieke ontwikkeling
Roline Schaink plaatste in Development of humanity (Universiteit voor Humanistiek) het idee van authentieke ontwikkeling van de Franse denker Denis Goulet naast de capability approach en de Human Development Index die eruit voortkwam. Bij Goulet staat niet het meer hebben centraal bij menselijke ontwikkeling, maar het meer zijn. Volgens Goulet werken zowel armoede als rijkdom in potentie dehumaniserend. Ontwikkeling zou dan ook niet gericht moeten zijn op het verwerven van meer (of zelfs bovenmatige) rijkdom, maar op het verwezenlijken van mogelijkheden voor allemaal. Zuinigheid en wederkerigheid zijn centrale begrippen voor Goulet. Wanneer je politici hoort pleiten voor een sobere vluchtelingenopvang, kun je de vraag stellen: van wie mogen wij eigenlijk enige soberheid verwachten? Vluchtelingen mogen van ons wel wat soberheid verwachten! Velen van ons kunnen wel wat aan rijkdom inleveren. Die middelen kunnen we aanwenden om een menswaardig bestaan voor ons allen mogelijk te maken. Voor vluchtelingen, maar ook voor Nederlanders wiens basismogelijkheden ook niet volledig beschikbaar zijn. De mensen die zich nu zorgen maken om huurwoningen, uitkeringen of kwaliteit van zorg hebben waarschijnlijk meer gemeen met vluchtelingen dan ze denken. Misschien zelfs in hogere mate dan met Nederlanders die meer basismogelijkheden kunnen realiseren.
Humaniteit
De ‘opvangcrisis’ in Nederland is vooral een ‘prioriteitencrisis’ of, positiever geformuleerd, een ijkmoment voor onze humaniteit. En laten we wel wezen: dat is niets bijzonders. Dit is waar het in het maatschappelijk en politiek debat altijd over gaat. Menselijke waardigheid staat altijd onder druk door ongelijke verdeling van kansen en mogelijkheden, en de vrees bestaat nu bij sommigen dat dit verergerd wordt door de komst van (meer) vluchtelingen. Wellicht is dit dan ook wel hét moment om nog eens als Nederlanders (maar ook als Europeanen) het gesprek te voeren over welke menselijke mogelijkheden wij zien als de basis voor menselijke waardigheid. Vervolgens kunnen we uitzoeken hoe we deze mogelijkheden voor allen kunnen garanderen. Voorbij de kramp van de economische crisis en de opvangcrisis, naar de ontspanning van een Nederland waarin we voor allen de garantie van een basisniveau voor een menswaardig bestaan hebben. Geld is daarbij slechts een van de hulpmiddelen. En ja, sommigen zullen financieel gezien wat minder hebben dan nu. Qua basismogelijkheden zullen zij er echter niet op achteruit gaan. Anderen zullen er qua basismogelijkheden wel op vooruit gaan. Zij zullen meer mens kunnen zijn onder deze omstandigheden. Zou dit rechtvaardigheidsidee niet een mooie basis zijn voor een bondgenootschap tussen Nederlanders die hun basismogelijkheden niet verwezenlijkt zien en mensen op de vlucht?