Ligt het aan mezelf?
Kom, meneer de mysticus, daal eens af in jezelf en zoek naar de psychologische drijfveren van je verzet. Komt je weerzin voort uit het verleden? Volksliedbelast? Ik kom uit een traditioneel nest waarin grote vrijheid heerste. Mijn vader pinkte een traan weg bij het Wilhelmus*, maar dat eiste hij niet van ons en wij hoefden niet eens een oranjestrikje te dragen op Koninginnedag en Bevrijdingsdag.
Niets af te rekenen dus.
Wat ik verder op het spoor kom als mogelijke bron van mijn verzet is mijn dwarsigheid. Ik ben slecht in gemeenschappen. In meedoen met wat iedereen doet. Ik heb een allergie voor massaal eerbetoon. Altijd de neiging om iets niet mooi te vinden als iedereen het mooi vindt. Juist geen knieval te doen als iedereen ergens plat voor gaat. In dat licht zijn de kromme tenen bij het zingen van een volkslied verklaarbaar.
Toch heb ik dit niet als ik in het klooster de getijden meezing. Dat kost me geen enkele moeite. Sterker nog, daar geef ik me graag aan over, voel me opgenomen in een groter verband, deel van het geheel. Dan verdwijnt dat eigenzinnige individu naar de achtergrond.
Wat is nu frappant?
Dat ik bij het eerste – het volkslied – zoveel verzet voel terwijl daarin nota bene mijn ego versterkt wordt: verering van afkomst, eigen volk etc.
En in het laatste – de kloosterzang – verlies ik juist aan ego maar verzet ik mij niet!
Superioriteit
Daar zit de crux. Het is gewoon een fout sentiment dat in een volkslied wordt aangeboord, namelijk egoversterkend. Vandaar de vaak ronkende zelfgenoegzaamheid, die grenst aan en vrijwel altijd uitloopt op superioriteitsgevoel.
En wees helemaal op je hoede als God er bijgehaald wordt, zoals in veel volksliederen gebeurt. Dan wordt dat sentiment ook nog eens religieus onderbouwd en gelegitimeerd. Het With God on our side en God bless America zijn dan niet ver weg meer. Liturgische allures krijgt het al helemaal als we gaan staan. Immers, dat doe je in de kerk als de doden worden herdacht, als er uit het evangelie wordt gelezen, als de zegen wordt uitgesproken, kortom, als er een signaal van het heilige wordt afgegeven.
Hoe superioriteitsgevoel tot religie kan worden.
Kookpot
En andersom. Want nu we daar toch zijn aanbeland, dat is precies wat religie gemeen heeft met volksliedsentimenten: het gevaar van superioriteitsgevoel. Ik begrijp dan ook niet de lange tenen van sommige religieuze vertegenwoordigers als hun religie kritiek te verduren krijgt. Komend uit de christelijke traditie heb ik het ook moeten leren, maar tegenstemmen en kritische vragen hebben alleen maar verfrissend en verrijkend gewerkt.
Dat is precies wat religie nodig heeft: een voortdurende alertheid op superioriteitsgevoel.
Een gevaarlijke kookpot immers, religie en volksliedsentimenten, die gemakkelijk kan leiden tot overkokende superioriteit. We zien het heden ten dage in een toenemend chauvinisme, zowel van migranten als van autochtonen. In de vervreemding van elkaar. In de talloze oorlogen her en der.
Spel
Die oersentimenten van bloed en bodem, zowel in volkslied als in religie, ze zijn er natuurlijk wel. Het is niet wijs ze te loochenen of te verdringen. Maar ze zijn alleen veilig binnen de situatie van een spel. Sport is zo’n uitlaatklep. Laat je parmantige ego daarin uit. Als een hondje. Laat het daarin dollen en dartelen.
Zing dus gerust een volkslied voor een voetbalwedstrijd – maar meen het niet.
En neem je religie niet te serieus.
Je antireligie trouwens ook niet.
* Mijn weerzin geldt in mindere mate het Wilhelmus. Het is de uitzondering op de volksliedregel. Want van hoogstaande literaire kwaliteit. En geen typisch volkslied. Meer een ode aan een vrijheidsstrijder. Het is tot volkslied gemaakt. Jammer eigenlijk.
Wim, ik bewonder je zelfkennis en je analyse. Daar kunnen veel mensen wat van leren. En ik herken dat gevoel van afkeer van foute sentimenten; dat wij beter zijn – superieur dus. En het wordt ronduit eng als God ook steeds genoemd wordt, zoals bij dhr.TRUMP te vaak doet!
Ja, dit herken ook ik in veel religies helaas. Maar in persoonlijke gesprekken met statushouders hoor ik heel andere dingen; respect voor elkaar.
Is dit niet een typisch geval van spijkers op laag water zoeken?
We vergeten wel eens waarom die volksliederen vroeger werden geschreven en gedeclameerd, dat was natuurlijk toen niet iets gezellligs europees of vredelievends, ik declareer een zin uit de marseillaisse, nog steeds uit volle borst gezongen door de fransen:
-Qu’ un sang impur, abreuve nos sillons-, vertaald:
zodat het onreine bloed onze voren doordrenkt…….. Moeten we dit aanpassen? De konink van Hispanje heb ik altijd geeerd??? Natuurlijk niet, uit vole borst blijven zingen zou ik zeggen, en je realiseren waarom het gedicht werd! En door wie! En waarom! We zijn toch allemaal kinderen van de geschiedenis waaruit we voortkomen!!!!
Dank voor jullie reacties.
Er valt voor alle wel wat te zeggen.
Ik laat maar een kant van de zaak zien.
Neem het niet te serieus – blijft het consigne.