Angst; als filosoof en als mens leg ik het uit als existentiële angst voor de dood. Omdat we fundamenteel onwetend zijn over de dood, jaagt het ons angst aan. We blijven er het liefst zo ver mogelijk van weg. We doen er alles aan om een lang en gelukkig, veilig en verzekerd leven te leven. Maar de dood komt altijd. De vraag is alleen: “Wanneer?”
Je kunt je laten verlammen door deze angst. De paradox is alleen dat als je je laat verlammen, je dan je eigen dood creëert. Dit lijken we collectief te doen. We dekken de risico’s zo ver af dat we denken veilig te zijn en ondertussen laten we geen ruimte meer voor onszelf. Je kunt er echter ook voor kiezen om je op de een of andere manier te verhouden tot de dood; ermee samen te leven. Wat betekent de dood voor jou? Wat is jouw definitie van leven?
In deze goede week voor Pasen herdenken christenen het lijden en de opstanding van Jezus. Jezus werd verraden, kreeg een oneerlijk proces, werd publiekelijk vernederd en stierf een marteldood aan het kruis. Gruwelijk, en het is nog gruwelijker als je je beseft dat Jezus dit van te voren wist. De dood op zichzelf is voor hem echter de overgang van deze hel op aarde naar het samenzijn met zijn Vader, God. Het is een vorm van thuiskomen, een verlossing en het begin van een nieuw bestaan.
Dit christelijke verhaal stroomt door mijn aderen. De dood is voor mij niet het einde. De dood is voor mij niet het ergste. Angst voor de dood, nee, die ken ik niet. Ik heb angst voor wat tot de dood leidt.
De terroristen wakkeren dus niet mijn angst aan. Als ik slachtoffer word, is het in korte tijd gedaan met mijn leven. In dat geval zeg ik: “Bedankt voor wat mij gegeven is. Ik heb een mooi leven gehad. Dag.” Het zijn de bewakers met hun geweren, de mensen die varkenskoppen bij moskeeën afleveren en de radicale jongeren die een wijk terroriseren, die mij angst aanjagen. Zij zorgen ervoor dat ik beperkt word in mijn denken, in mijn doen, in mijn bewegingsvrijheid. Zij maken de wereld kleiner, verdelen het in hokjes en zetten om die hokjes grote hekwerken van prikkeldraad. In zo’n kleine, verdeelde, wantrouwende wereld ga ik langzaam dood. In zo’n wereld voelen mensen zich verraden, oneerlijk berecht en gemarteld. Zo’n samenleving sterft.
Ik ben de angst voor de dood voorbij. Maar die andere angst zit er nog steeds. En daarom wil ik iedereen in deze samenleving vragen: “Helpt u me van deze angst af? Kunnen we op basis van vertrouwen en respect in vrijheid samen leven?”