Zonder dat ze het in de gaten had, was ze op het feest bij een groepje met alleen mannen gaan staan. De mannelijke jarige, net 65 geworden, was zojuist vrolijk toegesproken door zijn verenigingsgenoten van vroeger. Ze vormden een hechte club, met gezamenlijke herinneringen en vooral gezamenlijke meningen, die ze zorgvuldig bewaard hadden. Daar hadden die ruim veertig jaren leven en werken in een veranderende wereld weinig aan toegevoegd. Het gesprek was interessant, de discussie werd van alle kanten gevoerd en daarom bracht zij op gegeven moment ook duidelijk haar gedachten naar voren. Meteen viel er een stilte, het was net of men haar aanwezigheid voor het eerst ontdekte. Met stemverheffing en een verbaasd gezicht zei de degene die het meest aan het woord geweest was: ‘Kijk nou, hier is een vrouw die kan denken!’ Er werd verbaasd opgekeken en gelachen. Wat is hier nu aan de hand?

De verbazing geldt het feit dat een vrouw die zich in hun gezelschap bevond ook actief deelnam aan het gesprek. Het lachen drukt een onwennigheid met de situatie uit en veroorzaakt chaos in hun vaste verhoudingen. De opmerking is terug te voeren op een vermeend superioriteitsgevoel en het feit dat een misschien onbewuste code doorbroken werd, nl. ‘waar wij mannen aan het woord zijn moet de vrouw zwijgen’, ook al heeft zij een soortgelijke opleiding gedaan. Die gedachte hebben we nog steeds aan de apostel Paulus te danken, ook al heeft hij misschien nooit bedoeld dat die een kleine tweeduizend jaar later nog steeds zou gelden.

Christine de Pizan (1364-1430), die als middeleeuwse weduwe leefde van haar pen, schreef ooit na kritiek op haar: Ik heb dus eens een man van repliek gediend toen die mijn verlangen naar kennis afkeurde door te zeggen dat het niet gepast is voor een vrouw om geleerd te zijn, omdat het zo weinig voorkomt. Ik zei tegen hem dat onwetendheid nog ongepaster is voor een man omdat het zo vaak voorkomt.

ZINTIJD Christine-de-Pisan-e1668895930511-1024×1024
Christine de Pizan (1364-1430)

Christine de Pizan moest al jong alleen haar hele gezin onderhouden en ging schrijven voor haar levensonderhoud. Een zeldzaamheid. In die tijd verscheen de Roman de la Rose. Er ontstaat een debat waaraan Pizan actief deelneemt. Ze beschuldigt in een brief de schrijvers van misogynie en seksisme, vanwege het vrouwbeeld dat zij schetsen als de eeuwige verleidster waar de man niet tegenop gewassen is: ‘Als je zegt dat ze je gek maken van lust, láát je dan niet gek maken!’ In de middeleeuwse ‘roman’ krijgen jonge mannen advies van Rede, Vriend, Jaloerse Man en Oude Vrouw, die hem voorhouden dat alle vrouwen bedriegers, sletten en hoeren zijn. En dat je de roos ten allen tijde moet plukken, want zo onderwijzen zij: geen enkele vrouw is zuiver.

Deze ‘argumenten’ van de adviseurs zouden nu een grote Metoo-mars en veel rechtszaken teweeg brengen. Ja zeker, men is nu alert op scheve verhoudingen op het werk en op universiteiten, in relaties en tussen mensen van allerlei achtergrond. Maar er zit ook heel diep nog een verlangen naar oude zogenaamd duidelijke verhoudingen, naar de redelijke man en de vrouw met haar lichaam, naar een tijd waarin alles ‘duidelijk’ was maar die nooit bestaan heeft. En dat verlangen wordt politiek uitgebuit door mensen die voorop lopen met hun idealiserende blik achterwaarts gekeerd.

Is er wel echt iets veranderd in het gender denken van en over vrouwen en mannen? Wat gebeurt er als een man zijn vrouwelijke superieur aldoor complementeert met haar leuke jurkje, voordat ze de vergadering opent? Als een baas jou beoordeelt als chaotisch, wat eigenlijk gaat over jouw creativiteit, die hij bedreigend vindt. Als van een vakvrouw gezegd wordt dat ze ‘zo handig’ is. Als studenten medestudenten sperma-emmers noemen? Als van een vrouwelijke minister en binnenkort burgemeester van Rotterdam steeds gezegd wordt dat ze als alleenstaande moeder haar zoon zo goed heeft opgevoed, zonder dat haar eigen kwaliteiten genoemd worden?

Taal en de woorden die wij gebruiken doen ertoe. Hoe benoemen en roemen wij elkaar en elkaars handelen? Is ergens diep verborgen tussen de letters nog steeds een man heer van de rede en een vrouw de invoelende chaos of verleidster, zoals we sinds Aristoteles en Eva dachten? En is dat onderscheid in het zogenaamde mannelijke en vrouwelijke überhaupt niet veel meer fluïde nu? Dan moeten we niemand meer vastpinnen op ‘dat is typisch mannelijk of typisch vrouwelijk’. Maar juist het wonder en de genialiteit van elk levend wezen inzien, of het nu een schimmel is die bomen waarschuwt, walvissen die een taal blijken te hebben en mensen die zo goed en zo kwaad als het gaat met elkaar proberen te communiceren, met respect.

Felicia Dekkers

Felicia Dekkers

Redacteur

Felicia Dekkers is Neerlandica en studeerde later theologie. Zij werkte in het onderwijs (MO en HBO) en daarna als (beeld)redacteur bij …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.