Laat ik me eerst even voorstellen: ik ben Pieter van der Lugt, studeerde van 1965 tot 1980 theologie in Kampen, heb daarna ruim 30 jaar gewerkt als leraar godsdienstonderwijs (en ook maatschappijleer) aan het Dockingacollege (vroeger lyceum Oostergo) in Dokkum en ben sinds kort met pensioen. Het Dockingacollege is een christelijke scholengemeenschap.
Omdat ik zelf ben geboren in 1947 behoor ik tot de generatie die in zijn eigen jeugd de flowerpower-periode meemaakte en nogal maatschappijkritisch was georiënteerd. Toen ik in 1980 ging lesgeven, moest je aan jongeren (HAVO/VWO) al uitleggen wat die begrippen betekenden. Later begon men in de kerken te spreken over het zogenaamde ‘conciliaire proces’, een internationale beweging die begrippen als ‘rechtvaardigheid’, ‘vrede’ en ‘heelheid van de schepping’ (JPIC: Justice, Peace and Intergity of Creation) hoog in het vaandel had staan. Een prachtige gelegenheid om in de lessen aandacht te besteden aan belangrijke christelijke waarden. In die periode was het niet zo moeilijk om de schoolleiding over te halen ook in de lerarenkamer ‘zuivere’ koffie te gaan schenken. En die koffie werd ook in de pauzes door de leerlingen gedronken. Een klein, heel klein stapje op weg naar bewustwording en een duidelijk voorbeeld naar leerlingen toe.
In diezelfde tijd organiseerde een collega die natuurkunde gaf en van dezelfde generatie is als ondergetekende elk jaar een project over het verantwoord omgaan met ‘energie’. Natuurlijk krijgen leerlingen van huis uit ook waarden en normen mee en soms lopen ze op dit gebied op hun ouders vooruit, maar als scholengemeenschap heb je een dankbare taak. Er moet een wereld voor hen opengaan en jammer genoeg is dat dikwijls een wereld waaraan veel te verbeteren is.
Waarom vertel ik dit? Het energieproject van mijn bevlogen collega is al lang ter ziele. En toen we enige jaren geleden een prachtige nieuwe school mochten betrekken, stond er in de lerarenkamer een moderne koffiemachine van een zeer bekend merk, waar geen koffie van Max Havelaar in paste (bij navraag bleek het laatstgenoemde merk bewust af te zien van dat milieu onvriendelijke systeem: diepvriezen, weer ontdooien enz.). Deze ervaringen zijn mijns inziens enigszins kenmerkend voor onze generatie.
Maar nu de schooljeugd. Wanneer ik in 4 HAVO en 5 VWO gedurende een studieperiode het onderwerp ethiek aan de orde stelde, dan benadrukte ik in de eerste les altijd dat het niets te maken had met een bepaald idee van de overheid die als een van haar speerpunten (toen) vond dat het onderwerp ‘normen en waarden’ nu nodig onder de aandacht van de jeugd gebracht moest worden. En ik meende dat echt. Als slotopdracht moesten de leerlingen een werkstuk maken over een ethisch onderwerp. Dat werd over het algemeen zeer op prijs gesteld. Men mocht zelf het onderwerp bepalen waarover men wilde schrijven. Veel gekozen onderwerpen: roken, doping bij topsport (vooral door jongens), abortus (vooral door meisjes), euthanasie, genetische manipulatie en dierproeven (vooral door meisjes). Voor veel leerlingen was deze opdracht een eye-opener. Als afsluiting van een werkstuk over roken schreef een meisje (met rokende ouders): “Ik hoop dat mijn ouders dit werkstuk ook lezen, dan zien ze hoe slecht het is”. Een onderzoek naar de bio-industrie bevestigde soms de overtuiging om echt nooit vlees te gaan eten. Gebruik van doping werd altijd oneerlijk gevonden. Natuurlijk was men altijd voor een schoon milieu! Maar wanneer ik soms vertelde dat ik zelf geen auto had (alleen twee fietsen), dan vroeg men zich toch wel af hoe ik (of mijn vrouw) dan boodschappen kon doen en of we wel met vakantie gingen. Ook vond een leerling het ‘heel sneu’ als hij mensen met volle tassen in de bus zag zitten die in Leeuwarden hun garderobe hadden geupdate. De praktijk van het goede handelen vraagt soms een (klein) offer.
Maar ik mag ook mijn jonge collega’s niet vergeten. Sommige daarvan zaten vroeger bij mij in de klas. Een van hen organiseert nu in de onderbouw de actie ‘Zip your lip’ (een dag, 24 uur, niet eten; praktische bewustwording van wereldproblematiek), heel veel werk maar een groot succes, vooral financieel! Een nieuwe generatie, nieuwe kansen!