Vragen rond verlies, rouw, onvrede, en de onmaakbaarheid van het leven. Zij horen niet thuis bij psychologen en psychiaters, maar toch worden ze daar vaak besproken. Te vaak, betoogde hoogleraar Damiaan Denys (tevens branchevoorzitter van 3500 Nederlandse psychiaters) op 22 september in NRC. En daardoor slibt de geestelijke gezondheidszorg langzaam dicht.
Mensen komen bij deze hulpverleners met vragen die gaan over zingeving. Hoe ga je om met gebeurtenissen in jouw leven die existentiële vragen bij je oproepen? Het zijn vragen waar mensen werkelijk mee zitten en onder lijden, maar waarvoor professionele krachten als psychiaters en psychologen niet opgeleid zijn. En doordat iedereen met deze vragen bij hen komt, komen zij niet toe aan hun eigenlijke werk: zieke mensen beter maken.
Een groot deel van deze vragen over zingeving werd vroeger behandeld in de kerk. Bij levensvragen kon je terecht bij een pastoor of dominee. En dikwijls kwam daar een antwoord uit waar men mee vooruit kon. Nu velen het in de kerk niet meer vinden, slibt als vanzelf de gewone geestelijke gezondheidszorg dicht.
Geoefend in levensvragen
Als klassieke predikanten herkennen wij dit beeld. Veel van ons werk bestaat uit gesprekken met mensen die zitten met de gewone vragen van het leven. Wat is de zin van mijn bestaan? Hoe ga ik ermee om dat mij niet alles lukt, terwijl in onze huidige wereld succes als een keuze wordt gepresenteerd. Mijn leven is eindig en hoe ‘deal’ ik daarmee.
Dat zijn allemaal onderwerpen die geen eenvoudige oplossing hebben, maar die wel een stuk beter behapbaar worden, wanneer je erover spreekt met mensen die deze vragen begrijpen en vaker besproken hebben. Zou het niet verstandig zijn, als men bij dit soort vragen vanuit de geestelijke gezondheidszorg zou doorverwijzen naar geestelijken? Dat lijkt ons beter dan constateren dat ze eigenlijk niet bij psychologen en psychiaters terecht kunnen.
Wij nemen er de tijd voor. Als predikanten zijn wij nog zo ouderwets dat wij een uur lang bij de mensen thuis komen en alle tijd hebben om de vragen echt te bespreken. Zoals de vorig jaar overleden predikant Nico ter Linden het zei: wij hebben alleen maar vrije tijd. We zijn niet gebonden aan protocollen en regels. Wij maken tijd voor mensen die het nodig hebben. Wij kunnen luisteren, nuancerend spreken en wij mogen putten uit levenswijsheid.
U merkt dat wij enthousiast zijn over ons werk en dat wij beseffen dat het van wezenlijk belang is. Dat zal voor vele geestelijken uit diverse tradities gelden. Je bent geoefend te spreken over levensvragen, je doet dat vanuit een gemeenschap en een schat aan verhalen. Dat helpt als het leven niet eenvoudig is.
Wat jou ten diepste beweegt
Bij het schrijven van dit stuk laden wij de verdenking op ons dat we goedkoop zieltjes aan het winnen zijn. Dat is niet onze bedoeling. Wij begrijpen heel goed dat een kerk die roept hoe het zit, wantrouwen wekt. Ons gaat het niet om onze waarheid die we willen verkopen als De Waarheid. Ons gaat het om datgene wat waarheid is voor degene met wie we spreken. Werkelijke inspiratie is datgene wat jou ten diepste beweegt – en dan maakt het wat ons betreft niet uit of je gelovig bent of niet.
In onze vrijzinnige kringen zijn wij verworteld in het christendom en wij schamen ons daar niet voor. Maar wij komen ook een grote variëteit aan andere spirituele en filosofische bronnen tegen. Wij herkennen het wezenlijke effect dat al deze bronnen hebben op de mensen die wij spreken. Voor wie werkelijk een open mind heeft en eerlijk durft toe te geven dat het hier om levensvragen gaat, is een gesprek met een geestelijke (van welke richting dan ook) – met vrije tijd en een schat aan verhalen – zinvoller dan dat met een psychiater of psycholoog.
Dit artikel werd eerder deze maand in iets aangepaste vorm geplaatst in NRC.
Er is in Nederland ook een aantal filosofen, met een grote affiniteit met dit soort vragen. Een aantal daarvan heeft een zgn. ‘filosofische praktijk’, waar men terecht kan. Meer informatie hierover is te vinden op www. verenigingfilosofischepraktijk.nl
Er bestaat een beroepsgroep die zich heeft gespecialiseerd in het begeleiden van mensen die worstelen met vragen op het gebied van levensbeschouwing en zingeving, namelijk die van de geestelijk verzorgers. “Geestelijke verzorging is professionele begeleiding, hulpverlening en advisering bij zingeving en levensbeschouwing” is de meest compacte definitie, geformuleerd door de beroepsvereniging, VGVZ. Veel instituties in de gezondheidszorg hebben een geestelijk verzorger, die soms, maar niet altijd gezonden is vanuit een religieuze of humanistische instantie. Zij zijn vanuit opleiding en achtergrond in staat is om gesprekken met patiënten of cliënten en hun naasten aan te gaan over levensbeschouwing, zingeving, geestelijke nood of ethische kwesties .
Ik geloof dat deze vragen en thuis horen bij geestelijk begeleiders en ook thuis horen bij therapeuten die werken vanuit Gestalttherapie. Hoe mensen zin geven aan hun bestaan (in hele brede zin) staat namelijk centraal in Gestalttherapie.
Vooraf: ik ben geen psychiater, psycholoog of therapeut, nooit geweest ook.
De auteurs gaan m.i. te makkelijk mee in het model van Denijs dat bespreken van levensvragen niet des psychiaters is. Depressiviteit en problemen met zingeving hebben zitten toch ook weer niet zo ver van elkaar.
Ze pleiten voor doorverwijzing van psychiaters naar (bijvoorbeeld) predikanten, een beleidsmatige benadering waar dit artikel door z’n toon geen bijdrage toe is.
In hun afsluiting gaan de auteurs te kort door de bocht: “Voor wie … durft toe te geven dat het hier om levensvragen gaat, is een gesprek met een geestelijke … zinvoller dan dat met een psychiater of psycholoog.” Soms wel en soms niet, zou ik zeggen.
En misschien moet er wel meer geld naar de ggz.