Verbondenheid wordt vaak gezocht via gemeenschappelijke geschiedenis, gedeelde strijd of uiterlijke kenmerken. Maar onder deze lagen schuilt een diepere waarheid, een fundamenteler lijntje dat ons verbindt: een collectief vergeten van onze ware aard. Niet wat we delen aan de oppervlakte, maar wat we samen kwijt zijn geraakt, vormt onze diepste gemeenschappelijkheid.
We zijn gaan geloven dat identiteit iets is dat begint en eindigt bij de grenzen van ons lichaam, onze naam, onze achtergrond. We omarmen labels alsof ze ons beschermen, maar vaak beperken ze ons. Religie, gender, natie… categorieën die ons enerzijds structuur bieden, maar ons anderzijds afsluiten van het grotere geheel.
Het is de meest hardnekkige illusie van onze tijd: dat we afgescheiden zijn. Dat er een ‘ik’ is los van ‘de ander’. Dat wie jij bent, niets met mij te maken heeft. Maar wie eerlijk durft te kijken, voelt iets anders. Een subtiele maar onmiskenbare eenheid. Niet als spiritueel dogma, maar als levende ervaring, verborgen onder de ruis van het dagelijks bestaan.
We zijn vergeten dat we in de kern bewustzijn zelf zijn, grenzeloos, vormloos, en diep met elkaar verbonden. Alles wat we denken te zijn, rust op een fundament dat we niet gemaakt hebben, maar zijn.
De macht van collectieve amnesie
Ons vergeten is geen toeval. Het is zorgvuldig gecultiveerd. Generaties lang zijn we opgevoed met het idee dat we afgescheiden individuen zijn, vechtend voor ruimte, status of erkenning. En zolang we blijven geloven in die afgescheidenheid, blijven we ontvankelijk voor angst, verdeeldheid en manipulatie.
Mensen die niet weten wie ze werkelijk zijn, zijn makkelijker te verdelen. Makkelijker te controleren. Makkelijker te isoleren in bubbels van identiteit, slachtofferverhalen of superioriteitsfantasieën.
Maar het ware gevaar schuilt niet in de systemen die ons verdelen, het schuilt in onze bereidheid om onszelf te vergeten. Zolang we blijven slapen in onze schijnidentiteit, blijft de droom van afgescheidenheid ons leven bepalen.
Tegen deze achtergrond is herinneren geen poëtisch verlangen, maar een revolutionaire daad. Een vorm van innerlijke ongehoorzaamheid aan een wereld die je liever klein en verdeeld houdt. Wanneer je ontwaakt voor jouw diepste natuur, verlies je automatisch interesse in het theater van verschillen. Niet omdat die verschillen niet bestaan, maar omdat ze hun macht over jou verliezen. Je hoeft jezelf niet langer te definiëren tegenover de ander, omdat je jezelf herkent in de ander. Herinnering breekt muren af. Niet met geweld, maar met aanwezigheid. Ze nodigt uit tot werkelijk ontmoeten, zonder het harnas van oordelen en zonder de bril van verleden of vooroordeel.
Wat zou er gebeuren als we elkaars aanwezigheid gingen ervaren als een kans tot zelfherkenning, in plaats van als een bedreiging van ons zelfbeeld? Als we elke ontmoeting zagen als een uitnodiging om onszelf terug te vinden in een andere vorm?
Dan zouden we ontdekken dat cultuur en religie – hoe rijk en waardevol zij ook expressies zijn van eenzelfde bron – geen fundamenten van verdeeldheid vormen. Ze zijn de bloemen van een tuin die we allemaal vergeten zijn, terwijl we die ooit samen geplant hebben.
In die nieuwe realiteit wordt verbondenheid niet langer gezocht in gedeelde strijd of uiterlijke gelijkenis, maar in een gemeenschappelijke herinnering: dat we altijd al verbonden waren, nog vóór de eerste scheiding werd benoemd.
Thuiskomen in wie we zijn
Het is tijd om thuis te komen. Niet in een plek, niet in een groep, maar in jezelf. In dat stille centrum van weten, waar je geen bewijs meer nodig hebt om geliefd te zijn. Geen identiteit hoeft te verdedigen. Geen waarheid hoeft te claimen.
Thuiskomen betekent niet vergeten wie je bent binnen de wereld, maar je herinneren wie je bent voorbij de wereld. Het betekent leven vanuit een weten dat dieper gaat dan welke verdeling ook. En het betekent anderen uitnodigen in diezelfde herinnering, zonder dwang, zonder dogma alleen met de openheid van een hart dat zich herinnert.
We zijn niet verbonden door ‘ras’. Niet door geschiedenis. Niet door cultuur. We zijn verbonden door het feit dat we allemaal op onze eigen manier zijn vergeten wie we werkelijk zijn. En het is precies dit vergeten dat ons nu uitnodigt tot herinnering.
Een herinnering die geen woorden nodig heeft, geen overtuiging, geen ritueel. Alleen de moed om stil te staan, te voelen, en werkelijk te zien.
Welkom thuis.