Ik ken mevrouw Faber niet. Maar de woorden die zij meent te moeten opschrijven klinken momenteel in alle mogelijke varianten. Achter die woorden schuilt geen visie, geen weloverwogen gedachte, geen toekomstperspectief, geen ruimte voor de geest, geen mededogen voor wie alles heeft moeten loslaten, geen bewondering of waardering voor de initiatiefnemers, geen idee van samenleven, geen traditie van vernieuwd noaberschap – samengevat: achter deze woorden is geen spoor van liefde te ontdekken.
Wat wel? Angst. Uitgewerkte, uitgevente en in het jasje van een soort quasiredelijkheid van argumenten gestoken angst. Om elke vorm van mededogen op voorhand de kop in te drukken zijn vluchtelingen allemaal economische vluchtelingen. Profiteurs dus. Zakkenvullers met een fout gewelddadig geloof en een verborgen agenda, die met niets doen hun groezelige handen op komen houden om onze duur verdiende euro’s te innen. Het soort volk (nee, nooit gewoon mensen met een naam en een eigen levensgeschiedenis) waarvan het dus volstrekt normaal is als je wilt dat er daar minder, minder, minder van is. Sterker nog, dat soort volk die je op alle mogelijke manieren van je af, uit je land, uit je totale levenssfeer moet weg zien te houden. Hoe doe je dat zo effectief mogelijk? Door je angst om te zetten in de haat. En dat gaat vrij gemakkelijk. Want dat geeft je de energie, de kracht en ook dat verrukkelijke wij-gevoel met gelijkgestemden die je onmiddellijk herkent aan hun woorden. Daar hoeft geen kale kop of bomberjack aan te pas te komen.
Ik ben ook bang. Eerlijk is eerlijk. Want het is volkomen duidelijk: de wereld is in een razend tempo aan het veranderen. Worden het 2 of 1,5 graad opwarming? Waar zit die kosmische thermostaat? Al die grote vragen. Al die naar het schijnt onoplosbare conflicten. Al die mensen op drift. Hoe ziet de toekomst eruit? Wat wordt het met ons land, mijn stad, mijn straatje? Kunnen we de problemen nog wel aan? Zullen mijn kinderen het nog wel goed krijgen?
In deze tijden lezen mensen overal over de wereld over een hemelse boodschap van een nieuwe tijd in de geboorte van een kind. Idioot verhaal natuurlijk. Wie verzint zoiets? En dan komt er ook nog telkens eerst een engel aan te pas. ‘Wees niet bang’, roept dat type. Het schijnt in de Bijbel zo’n 365 keer te staan: voor elke dag een keer: ‘Wees niet bang’. Het helpt mij, dat woord. En ik denk: wat zou het onze samenleving enorm helpen. Dus wie er praat over onze (post-) ‘joods-christelijke traditie’ en daar allerlei conclusies aan verbindt richting vluchtelingen, moslims, allochtonen en wat niet al, mag wat mij betreft allereerst haar/zijn oren bij die hemelse boodschappers te luisteren leggen: ‘Wees niet bang’. Om ruimte te maken voor het vertrouwen. En ja, dan komt er de ruimte voor een nieuwe tijd. Altijd.
Herman, dank je wel voor dit ontroerende, open, ontwapenende en verder helpende stuk. Het is me regelrecht uit het hart gegrepen.
Herman,
Ook namens mij dank je wel voor deze bemoedigende tekst!
Ik hoop dat er meer mensen zijn die dit lezen en zich geïnspireerd voelen om daden van vertrouwen te tonen. Als tegenwicht tegen de angst.
Hoewel ik mij uitstekend kan vinden in de reacties van Evelyn en Berthe, ben ik het niet met je eens Herman dat achter de woorden van mevrouw Faber geen spoor van liefde te ontdekken is. Voor mij is dat godsonmogelijk. Geen mens, ook mevrouw Faber niet, kan(!) verstoken zijn van enige vorm van liefde. Alleen haar liefde beperkt zich tot haarzelf en de kleine kring om haar heen. Van die eigenliefde is de roep ‘eigen volk eerst’ en het scanderen van ‘minder, minder, minder’, het logisch gevolg.
Angst voor die uitingen, hoe verderfelijk ook, heb ik niet, omdat zij de toekomst niet bepalen. Gelukkig maar, omdat van oudsher de toekomst niet zit ingebed in woorden, met alle spraakverwarring van dien, maar in de ongrijpbare geest van de tijd. Ondanks zijn ongrijpbaarheid is daar echter wel een beleidsrichting uit te distilleren, zoals de geschiedenis met terugwerkende kracht laat zien.
Ten aanzien van onze tijdgeest kan god zij dank geen misverstand bestaan over de beleidsrichting daarvan, gezien het feit dat onze tijd doordesemd is van het vredesideaal, waar de alom onderschreven Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UV) de belichaming van is.
Vandaar dat de taak van onze tijd simpelweg neerkomt op de effectuering van de UV, ofwel het doen van gerechtigheid wereldwijd. En dat is een (eind-)taak die wij met elkaar, als mensheid, moeten zien te klaren.
Geen onmogelijke opgave, omdat de daarvoor noodzakelijke volkerenorganisatie – de Verenigde Naties – al zo’n kleine 70 jaar bestaat. Voor het vervullen van die mondiale vredestaak zal de VN alleen omgebouwd moeten worden van een organisatie van regeringen de primair het nationaal of eigenbelang voorstaan tot een mondiaal beleidsorgaan met bovennationale bevoegdheden, dat primair staat voor het mondiaal of algemeen belang.
Het algemeen belang dat in feite neerkomt op de instandhouding van de leefbaarheid van onze planeet. Niet alleen in ons eigen belang, maar in dat van al wat leeft. Die broodnodige instandhouding vereist de vooronderstelling dat onze planeet geen levenloos ding is, waar vrijelijk over beschikt mag worden, maar een levende totaliteit, waarin alles met alles samenhangt. Een organische giga-eenheid waar de mens niet boven staat, als ware hij de maker ervan, maar een onlosmakelijk deeltje van is. Een uniek deeltje bovendien, omdat hij zich als enige bewust is van zijn verantwoordelijkheid voor de juiste instandhouding van dat organische geheel, waar het begrip goed rentmeesterschap voor staat.
Kortom, ter beteugeling van de wereldproblemen en het daarmee gepaard gaande onrecht, vraagt onze tijd niet om allerhande VN-toppen (zoals recentelijk in Parijs), maar om een fundamentele reorganisatie van onze volkerenorganisatie. Artikel 109 van het Handvest opent hiertoe uitdrukkelijk de mogelijkheid, doordat het spreekt van een algemene conferentie van lidstaten met als doel de herziening van het Handvest. Officieel had die herzieningsconferentie al in 1955(!) moeten plaatsvinden, maar door krachtig verzet daartegen van de kant van de toenmalige Sovjet-Unie, is zij destijds uitgesteld ’tot een daartoe geschikt tijdstip’.
Gezien de impasse waarin de VN zich bevindt lijkt mij dat moment aangebroken. Probleem is alleen het hard maken van dat moment, gezien de verstrekkende en diep ingrijpende consequenties daarvan voor de gevestigde orde. Zowel letterlijk, hun maatschappelijke positie, als figuurlijk, het daarbij horende aanzien.
Bang, bang. Bang gemaakt kun je beter zeggen. Dat het klimaat opwarmt is al discutabel en dat het door de mens komt ook. Maar iedereen gelooft de reguliere media die door adverteerders gestuurd worden. Lees eens wat kritische geluiden op http://www.tijdgeest-magazine.nl om weer hoop te krijgen.