Heel langzaam verandert het licht, gaat de zon steeds later op en eerder onder. Meestal volgen wij dat niet precies, maar dan ineens, ergens in december, zeggen we: ‘Het wordt niet meer licht, het blijft vandaag donker. s’ Morgens al steken we de lampen aan, buiten is het vaak mistig of zwaarbewolkt. Wat doet duisternis met ons, de afwezigheid van licht?
Daar wisten ze vroeger alles van, zonder elektrisch licht, met alleen kaarsen of een walmende olielamp in huis en zeker in het noordelijke Zweden. Daar wordt het feest van de heilige Lucia gevierd, wiens levensverhaal teruggaat naar de 4e eeuw in Syracuse (Italië). Lucia is een jonge christelijke vrouw die haar bruidsschat aan de armen geeft en door de Romeinen gemarteld wordt. Ze verliest het licht van haar ogen. Zo werd Lucia na haar dood een martelaar en onder andere patroonheilige van de blinden en slechtzienden.
In Zweden is de Luciatraditie in de middeleeuwen ontstaan als aanvulling op de midwinterfeesten. Daar en in andere noordelijke landen wordt het feest nog steeds gevierd in de donkerste tijd van het jaar, op 13 december. In Zweden wekken meisjes in witte kleding en met kaarsjes op hun hoofd het gezin en hun ouders en brengen eten. Daar worden dan ook speciale Lucialiedjes bij gezongen. Ook is het traditie dat elk dorp jaarlijks een eigen ‘Lucia’ kiest. Tijdens het Luciafeest worden vaak lussekatter (gele saffraanbroodjes) gegeten.
We vergeten hier vaak dat er in veel landen nog steeds een groot deel van de dag zonder licht, zonder verlichting geleefd wordt: wanneer het donker wordt, moet al het werk gestaakt worden, ook het huiswerk van de kinderen. De duisternis beperkt het leven en de ontwikkeling van jong en oud. Een Nederlandse ingenieur, Peter van Leerdam voelde zich hierdoor aangesproken en ging met een plan en materiaal naar Njinikom, een arm gebied in het noorden van Kameroen.
Hij bracht er Waka-Wakalampen die, opgeladen aan het daar ruim voorhanden zonlicht, elektriciteit boden. Daardoor kon het werk wat langer doorgaan en bleef ‘s avonds lezen of studeren mogelijk, ook voor de kinderen. Samen met studenten van het ROC bouwde hij Solarpanelen, waarmee voldoende licht voor de operatiekamer van het ziekenhuis geleverd werd. Ook couveuses, gemaakt van hergebruikt materiaal, functioneerden zo. De mensen in Njinikom noemen het ‘licht uit de hemel’.
Zulke verhalen zijn er veel, denk ook aan huisarts Jan Peter Feenstra die in augustus, ondanks de volledige tegenwerking van ons ministerie, 75.000 overgebleven vaccins naar Namibië bracht en daar de mensen vaccineerde samen met een arts die daar werkt. Het zijn particuliere initiatieven, van mensen die op een bepaald moment besluiten iets te gaan dóen. Ze brengen licht, letterlijk en figuurlijk, het zijn de lichtdragers van deze tijd. Misschien kunnen ze ons inspireren…