Luisteren naar haar woorden was als luisteren naar een uiterst inspirerende filosoof die diep en kritisch nadenkt over de betekenis van religie in het algemeen en van de islam in het bijzonder. De rode draad die ik ontdekte in Waduds denken is dat het haar voortdurend gaat om de dynamiek van communicatie en dialoog. Over de moeilijke problemen en vraagstukken kun je volgens haar alleen tot inzichten komen als je erover in gesprek gaat met jezelf en anderen. Als je dus een conversatie construeert.
Waduds eis van communicatie doet me sterk herinneren aan Hannah Arendts concept van de ‘politieke activiteit’. Communicatie is namelijk altijd relationeel en door het aangaan van een dergelijke relatie met anderen scheppen we elke dag weer de wereld. We spreken en handelen, we discussiëren en debatteren, we nemen besluiten. Soms komen we tot consensus, vaak niet. Maar uiteindelijk maken we afspraken met elkaar en sluiten we verdragen. Een dergelijke voortdurende constructie van conversatie schept niet alleen de wereld, maar is vooral uiterst urgent. Als de communicatie stopt, is er immers enkel nog geweld en oorlog. En dan wordt de toekomst wel heel erg klein met als gevolg dat de hoop op vrijheid langzaam uitdooft
Over de taal van het heilige
Dat ik Wadud beschouw als een ware filosoof komt ook omdat ze de filosofische taal spreekt. Wat niet zo verwonderlijk is, aangezien ze taalwetenschap en hermeneutiek gestudeerd heeft. Een van haar lievelingscitaten van haar favoriete professor was: ‘elke taal heeft gebreken en elke taal heeft overdaad’. Als het gaat om taal en religie, dan is er echter nog een ander beslissend component: het onuitspreekbare.
Er zijn dingen die je nooit met taal kunt vangen en voor Wadud liggen die in de sfeer van het heilige. Maar het enige middel waarover we beschikken om erover te praten, of na te denken, zijn enkel onze talen die niet voldoen.

Dat taal gebrekkig is in relatie tot het heilige geldt niet alleen voor het Arabisch – de taal van de Koran -, maar voor alle talen. Ze zijn in de woorden van Wadud “slechts een schaduw van het geheel aan alle mogelijke betekenissen en communicaties”. En dit betekent in feite dat de heilige betekenis van de openbaring de taal van de Koran kan transcenderen.
Als het dus gaat om de sfeer van alle goddelijke betekenissen, dan is het überhaupt niet mogelijk die ten volle tot uitdrukking te brengen met taal.
Dit brengt haar tot de gedachte dat God ‘meta-talig’ is en dat het juist daarom mogelijk is om met God (specifiek niet ‘met hem’) te communiceren. Daarbij gaat het om een ontvangen en niet een verzenden. Er wordt dan in niet linguïstische termen iets gecommuniceerd vanuit de sfeer van het goddelijke, en de essentie daarvan is de mogelijkheid om te komen tot een heilig inzicht.
Over pluraliteit en inclusiviteit
Zoals voor Arendt pluraliteit de wet van de aarde is, zo is dat ook voor Wadud die zegt: “Plurality is the way of the world.” In de context van Europa betekent dit dat we op een plek in de geschiedenis zijn aangekomen waar we moeten begrijpen dat een Europeaan zijn niet langer enkel betekent wit te zijn. Als je dit niet inziet, dan ontneem je jezelf de mogelijkheid om aan je eigen democratische kracht te beantwoorden, waarschuwt Wadud.
Niet alleen in Europa, maar overal ter wereld worden we uitgedaagd onze binaire categorieën open te breken teneinde inclusief te zijn. Dit geldt niet alleen voor het gender-discours, maar ook voor al die debatten over diversiteit, de islam, moslims en seksuele rechten. De eigenlijke vraag is daarom telkens weer: hoe komen we echt op een plek waar onze definitie van mensen zodanig is dat we daadwerkelijk iedereen in ere houden?
‘In a sense God is transgender,’ zegt Wadud. God wordt noch gedefinieerd, noch begrensd door masculien of feminien.
Daarbij gaat het vooral om mensen die niet aan de norm voldoen en die daarom volledig gemarginaliseerd worden. Transgenders bijvoorbeeld. Maar juist via deze mensen kunnen we de transcendentie van God begrijpen. “In a sense God is transgender,” zegt Wadud dan ook. God wordt noch gedefinieerd, noch begrensd door masculien of feminien. God is voorbij man en vrouw en overstijgt niet alleen taal, maar ook gender.
Voor mij is deze manier van denken hoognodig in de wereld. Het is een denken dat openbreekt en ruimte creëert. Een ruimte die urgent is, omdat vrijheid en rechtvaardigheid alleen mogelijk zijn in een open ruimte. Dit is dan ook precies hoe ik religie zie: als een filosofie van vrijheid, van kritisch denken en van rechtvaardigheid. Dat was niet altijd zo. Na mijn ervaringen in Iran en Europa wilde ik immers lange tijd helemaal niets weten van welke religie dan ook.
Religie als een filosofie van rechtvaardigheid en vrijheid
Dit vertelde ik op een gegeven moment aan Wadud. Ik vroeg of ze het met mij eens zou kunnen zijn als ik de heilige geschriften – niet alleen de Koran, maar ook de Torah – beschouw als teksten die niet zo zeer vertellen wat je te doen staat, maar als een filosofie van vrijheid en rechtvaardigheid. Een filosofie die telkens weer van je vraagt uit te zoeken hoe je een relatie kunt opbouwen met de transcendente norm van rechtvaardigheid. Een norm die je daarom per definitie niet in handen hebt. Wadud gaf het volgende prachtige en uiterst inspirerende antwoord.

Voor haar bestaat er een bepaalde heilige realiteit die continu present is en in interactie is met het alledaagse en wereldse. Mensen hebben in de geschiedenis voortdurend sporen achtergelaten van het feit dat ze hebben geworsteld met vragen naar de betekenis van de dingen.
Ze kijkt me aan en zegt: “Ook jij zei net zoiets. Ook jij hebt gevraagd ‘wie ben ik en waarom ben ik hier?’ En hoe komt het dat we na al deze eeuwen nog steeds geen antwoord hebben op deze vragen?” Voor Wadud zijn het niet zo zeer de antwoorden die beslissend zijn, maar het stellen van deze vragen. Door deze vragen te stellen maak je een reis en die reis moet je zelf maken, zonder leiders of idolen.
Uiteindelijk zal een ieder van ons immers rekenschap af moeten leggen voor wie hij of zij is. Dit is het meest fundamentele deel van elke religie, legt Wadud uit. Het werkt niet als mensen ons willen vertellen wat het betekent een goede moslim te zijn, of een goede christen, of een goede boeddhist. Of als ze ons vertellen dat we dat niet zijn. Nee, het gaat om de eigen reis en een open houding door een voortdurende dialoog. Een dialoog waarbij je niet alleen luistert, maar ook terugpraat en je stem laat horen.
Opnieuw kijkt ze me aan: “Voor die dialoog hebben we je energie nodig. Die moet terug in de conversatie opdat die gevoerd wordt op een manier waardoor jouw zuster in de toekomst, of haar dochters drie generaties later, niet dezelfde onrechtvaardigheden hoeven mee te maken als dat jij hebt moeten ervaren.”
Ik moet dan terugdenken aan Waduds woorden de avond ervoor in Paradiso: “We are the leaders we were waiting for.”
Amina Wadud, I love you!
Je verwoordt precies waar het om gaat!
Thank you, Amina. I love you!
Of Amina Wadud een iman is, waarover kennelijk enige ophef was: daar heb ik geen verstand van.
Maar wel is ze voor mij een mystica.
Hoe anders moet haar uitspraak ““Wij zijn de leiders waarop we wachten” begrepen worden?
Grammaticaal is er niets op aan te merken, maar is het wel de logica voorbij.
Toch, tegen beter weten in, nog een vraag: ‘wij’ zijn de leiders, maar wie zijn dan de volgelingen?
“We are the leaders we’ve been waiting for” is populair in speeches. Obama heeft dat ook een paar keer gebruikt. Eigenlijk is het een verbastering van een iets minder vaak gebruikt origineel: “We are the ones we’ve been waiting for.” Dat is populair gemaakt door June Jordan met haar gedicht “Poem for South African Women” wat ooit voorgedragen werd voor de Verenigde Naties.
Poem for South African Women
Commemoration of the 40,000 women and children who,
August 9, 1956, presented themselves in bodily protest against
the “dompass” in the capital of apartheid. Presented at The
United Nations, August 9, 1978.
Our own shadows disappear as the feet of thousands
by the tens of thousands pound the fallow land
into new dust that
rising like a marvelous pollen will be
fertile
even as the first woman whispering
imagination to the trees around her made
for righteous fruit
from such deliberate defense of life
as no other still
will claim inferior to any other safety
in the world
The whispers too they
intimate to the inmost ear of every spirit
now aroused they
carousing in ferocious affirmation
of all peaceable and loving amplitude
sound a certainly unbounded heat
from a baptismal smoke where yes
there will be fire
And the babies cease alarm as mothers
raising arms
and heart high as the stars so far unseen
nevertheless hurl into the universe
a moving force
irreversible as light years
traveling to the open
eye
And who will join this standing up
and the ones who stood without sweet company
will sing and sing
back into the mountains and
if necessary
even under the sea
we are the ones we have been waiting for
***************************
from Passion (1980)
and from Directed by Desire. The Collected Poems of June Jordan.
Copyright 2005 by the June M. Jordan Literary Estate Trust
Dank je
“We are the ones we’ve been waiting for” is veel beter dan de fantasie “we are the leaders”.
Obama heeft allebei afwisselend gebruikt, maar ik ben het er helemaal mee eens, dat het origineel veel sterker is.
Als het als motivational speech gebruikt wordt, hebben beide versies hun waarde, afhankelijk van de context en het publiek.
-Wat islam is dat maak ik zelf wel uit, daar heb ik geen uitleg van allerlei patriarchale schriftgeleerden voor nodig-, zoiets zei ze, en dat zijn natuurlijk typisch de woorden van een domineesdochter (die ze vroeger was), gedachtegoed van Luther, en niet van een rechtgeaarde moslima! Tenminste, dat lijkt mij zo, of is dat misschien toch alweer achterhaald en gepasseerd station??
God behandelt man en vrouw, of verschillende volkeren, als gelijke op punten waarop ze gelijk zijn en handelt even rechtvaardig op punten waarop ze dat niet zijn. Islam is niet de religie van gelijkheid maar van rechtvaardigheid. Tawheed wordt toegeschreven aan God en Zijn creatie bestaat niet uit kleurloze ronde knikkertjes maar uit een enorme varieteit. Ook man en vrouw die net als verchillende volkeren niet gelijk zijn. Zo blijven we voor elkaar interessant. Dat is niet bedoelt om op elkaar neer te kijken, maar er zijn er die zich op die manier laten kennen.
Een man is niet als een vrouw. Dat is een feit, maar God is rechtvaardig.
De rib-metafoor is ook opgetekend uit de mond van de Profeet (vrede zij met hem), maar zelfs als dat niet zo was, is er niks mis met die metafoor buiten conclusies die mensen eruit trekken. Het is geen tegenspraak van gecreeerd zijn uit 1 ziel/wezen/persoon.
De rib beschermt hart. Wie de rib niet beschermt, riskeert alles.
Een man is niet als een vrouw en dat zou geen probleem hoeven ziin. Dat maken mensen ervan.
Mohamed Osman
-De verschillende volkeren zijn niet gelijk-, dat lees ik nou nooit eens in mijn krant, en ook niet meer in moderne etnologische of antropologische handboeken. In mijn jeugd nog wel trouwens, in de encyclopedie: er waren cultuurvolkeren (de europese), halfcultuurvolkeren ( India, Cambodja, Java) en natuurvolkeren (Papoeas, subSahara). Soortgelijke categorieën had je ook bij de sexen . Maar dat was lang geleden natuurlijk, je moet al in antiquariaten gaan neuzen om er nog iets van terug te vinden.
Meneer, u en ik zijn, precies beschouwd, ook op geen enkel punt gelijk. Dit realisme dank ik niet aan mijn hoge leeftijd en hoogtijdagen in een ander tijdperk, maar dat deel ik ook met de generaties na mij. Helaas niet met ieder, maar verschil moet er nu eenmaal ziin.
Op werkelijk ieder punt doet de een voor de ander onder. We kunnen van elkaar leren hierdoor en we kunnen elkaar prijzen hierom. U was niet interessant voor mij als wij gelijk waren. Ik waardeer het dat we wat aan elkaar kunnen hebben. Verschillen betekenen ook dat wie het op punten minder heeft ook ergens terecht kan, maar dat werkt alleen als wij er verantwoord mee omgaan. Zo laten wij ons kennen.
Dat abstracte gelijkheidsprincipe is misschien modieus, maar de feiten zijn hoe ze ziin en die zijn van alle tijden. Nog een punt waarop mensen zich onderscheiden, is hoe ze ermee omgaan. Daar komt het eigenlijk op aan. De goeden worden er niet lelijker van.
Ik denk dat we het vrij ver eens kunnen zijn over problematische dynamieken die iedere hierarchische structuur verkeerde uitwerkingen kunnen geven, maar ik wil er wel op wijzen dat volksinterpretatie vaker scheef zit dan die van deskundigen uit hetzelfde volk.
Zelf zie ik geen conceptueel probleem in het patriarchaat buiten de problemen die in elke hierarchie voor kunnen (en zullen) voorkomen, maar ik kan wel begrijpen dat die notie bestaat. Dergelijke verschillen zullen we hier niet kunnen uitwerken.
Daar voeg ik wel graag aan toe, dat ik ook geen probleem zie in heersende en (op natuurlijke wijze) overheersende vrouwen. Daarvan bestaan enkele grootse voorbeelden in Islam.
Tegen de tijd dat deze mensen zich ontwikkelen tot alims en alimas (inchallah) zal hun gedachtegoed in ieder geval hoger gewaardeerd worden.
Mohamed, ik kan me goed vinden in jouw woorden: juist de veelvormigheid en veelkleurigheid van de schepping maakt haar zo interessant.
Als we van alle verschijnselen de waarde inzien en die accepteren als onderdeel van het geheel met als richtlijn liefde en rechtvaardigheid, zou het goed moeten gaan met ons.
God is Één in de Islam, maar Hij heeft wèl 99 namen, om de oneindigheid van Zijn Zijn te kunnen aangeven. En wij zijn geschapen naar Zijn Beeld en zijn dus even divers.
Door veel mensen begrijpen dat niet en dan wordt de Onnoembare ten onrechte gebruikt als machtsmiddel naar anderen.
Louise, u ziet het moois onder de vlekken. Dat doet me goed. Macht is een mooie basis voor liefdadigheid. Wie dat weet, betreurt het misbruik des te meer, maar goed inzicht is de wereld nog niet uit. We zijn hier om eraan te werken.
“Macht” blijft voor mij een begrip met een negatieve lading.
Dit i.t.t. het begrip “Gezag”.
Mensen die gezag hebben, hebben een natuurlijk overwicht, door hun kennis, inzicht en empathisch vermogen.
Macht kan in eerste instantie een goed middel lijken, maar degene die die macht heeft, vervreemdt op den duur altijd van degenen waarover hij die macht heeft.
Hij krijgt dan een soort “goddelijke allure”, waarbij hij onzinnige dingen gaat eisen van zijn volk, grenzend aan gekte.
Macht corrumpeert.
(Ik denk daarbij aan Hitler, Khadaffi, Khomeini…)
Macht is geen middel. Het is een toestand, een hoedanigheid, een staat waarin men zich kan bevinden. Het verschaft wel middelen en er zijn ook middelen die macht verschaffen in sommige situaties. Dat is geen onderdeel van de kale definitie.
De lading van het woord is cultureel bepaald en verbonden met het lokale verleden en hoe breed de term gebruikelijk toegepast wordt.
Een mooie, waardige discussie, mensen!
Volgens mij zijn de verschillende religies met de beste bedoelingen ontstaan/aangereikt, om ons handvatten te geven om betere mensen te worden.
Maar in de Thora worden we regelmatig
“een hardleers volk” genoemd door God en die uitspraak is niet alleen aan joden gericht, maar heeft betrekking op de hele mensheid volgens mij.
Waduds filosofie kan weer een stap zijn in ons leerproces…beetje bij beetje…Want het verhaal gaat door…
Ik blijf het knap en moedig vinden van mevrouw Wahud, genderlezen als vorm van Koranexegese, lukt mij helaas helemaal niet, en ben ook wel benieuwd wat de 124 Schriftgeleerden uit een vorig draadje ervan zouden vinden, de 124 die de secte van de Amadiyya niet erkenden als behorend tot de Islam. Is Tafsir van een vrouw wel geoorloofd??, om van Ijtihad maar te zwijgen.
Dirk, terug van weggeweest, zie ik.
Is je mailadres nu eindelijk correct?
Meningen staan of vallen met hun onderbouwing, niet met wie het zegt. Dat wordt zelfs per hadith gesteld. Het is aan het individu om zich voldoende te bekwamen om dit met aantoonbare wijsheid te kunnen doen. Hoewel het er minder zijn, bestaan er ook vrouwelijke geleerden binnen islam. Hun woorden worden door collegae niet anders beoordeeld dan die van anderen. Aisha, RA, ook wel ‘moeder der gelovigen’ genoemd, was één van de beste leraren die islam ooit gekend heeft. Mensen gingen naar haar voor fatwas. Zij was geleerd in Arabische taal en meerdere islamitische gebieden. Ook vandaag de dag zijn er nog vrouwelijke rechtsgeleerden in islam (en vrouwen die op andere islamitische gebieden gespecialiseerd zijn). Tafsir wordt gewoon op inhoud beoordeeld en ‘fatwa-gerechtigd’ zijn mensen ook gewoon op basis van kennis, inzicht en eventueel voorspraak door geleerden. Hierbij maakt het niet uit of iemand man of vrouw is.
Iets daarvan wist ik ook wel natuurlijk , ken je Mwana Kupona Abdu’r?? Een diepgelovige vrouw , mystica en dichteres, 19de eeuws, Lamu, alles Moslim daar, ik had bijna haar huis gekocht, ooit, ze hield zich aan de mannelijke suprematie van de koran, maar beschouwde mannen in haar gedichten als grote kinderen die je hun pretje en hun autoriteit buitenshuis moest gunnen en niet teveel tegen moest spreken, want dan werden ze lastig en onhebbelijk. Echt een tof wijf, overal heb je wijze vrouwen in de wereld, zij was voor mij een van de wijsten! Want van die feministen moet ik niets hebben, ze werken op mijn zenuwen!
Ik ken het district en haar naam wel, maar weet eigenlijk praktisch niets van haar, zelfs de inhoud van het beroemde gedicht niet. Ik ben de kust afreizend in die streek geweest en zal het vast wel eens gehoord hebben maar van die taal ken ik alleen de klank. In Lamu heerst ook nog eens een apart dialect. Heb je daar een tomatenplantage gehad? Dan ben ik je nog wat schuldig, want ik heb onderweg een aantal dagen niets anders gegeten dan dat.
Geen tomaten, wel een tuin met komkommers, sukuma wiki en dhania, waar ik erg trots op was, want alles werd daar door de rondlopende ezels opgegeten, mits je het goed afperkte en beschermde. Mwana Kupona is vooral goed bestudeerd door amerikaanse letterkundigen, het was een oud soort Swahili, zeer melodieus, helaas, ik kan er niets meer van reciteren, te lang geleden, maar het deed me wel wat, toen, wat een vrouw!
Aisha stond natuurlijk heel dicht bij de bron door haar directe contact met de profeet. Daar was geen tussenkomst van geleerden bij nodig.
Heb pas iets gelezen over Rabia al Basra. Ook een vrouw met veel gezag, uit de begintijd van de Islam. Zij sloot zich langzamerhand geheel af van het aardse en negeerde m.o.m. haar lichaam. Ze was geheel gericht op de Ene en mannen en vrouwen kwamen bij deze Soefi om advies.
Rabiah al-Adawiyyah was een asceet die door velen bezocht werd om haar wijsheid. Helaas is ze in later tijden in opspraak geraakt door ongegronde beweringen over geloof in incarnatie en promoten van promiscuïteit, die berusten op overdrijving en onwetenheid. Mensen die dat aan haar toeschrijven (waarschijnlijk om hun eigen geloof en gedrag te verantwoorden), weerhouden anderen van interesse in een vrouw waarvan enkele mooie en wijze spreuken bewaard zijn gebleven. Ze stond bekend om haar wijsheid en asceticisme en van sympathieke uitspraken als “Ik zoek vergiffenis van Allah voor mijn gebrek aan oprechtheid als ik zeg, dat ik vergiffenis van Allah zoek.'”
Nu begrijp ik pas dat we het over dezelfde vrouw hadden, die jij eerst RA noemde.
Je laatste citaat van haar vind ik mooi, want het is moeilijk om werkelijk “zuiver” te zijn.
Heel snel spelen onderliggende motieven toch een rol, waarvan je je soms niet eens bewust bent.
RA was een toevoeging achter de naam van Aisha, RA, radhiAllahu ‘anha, moge God tevreden zijn met haar. Het is een respect-uiting vergelijkbaar met “vrede zij met hem” achter de naam van een profeet. Zeggen doe ik het altijd, schrijven niet altijd, op sites als deze laat ik het meestal achterwege (behalve bij profeten). Het slipte erin onder het uitspreken ervan; macht der gewoonte, denk ik. 😉
Rabiah al-Adawiyyah al-Qaysiyyah komt uit Basra en wordt daardoor vaak kortweg Rabiah al-Basri genoemd. Dat had ik beter ook kunnen doen om verwarring te voorkomen. 😉