Vandaag voelt het warmer aan dan de afgelopen dagen. Ik ben op Curaçao, waar de hitte over het hele eiland hangt. Het is klam, ik zweet en de warmte zorgt voor een drukkend en benauwd gevoel. Deze ervaring wordt nog versterkt door mijn bezoek aan het historische Kura Hulanda Museum, een museum dat zich focust op de Afrikaanse slavenhandel en de impact ervan op de samenleving. Bezoekers worden geïnformeerd over de trans-Atlantische

slavenhandel, waarin Nederland ruim tweehonderd jaar actief was. De collectie omvat een scala aan werken, zoals Afrikaanse kunst, historische documenten en voorwerpen die te maken hebben met de slavernij en de koloniale geschiedenis van het Caribisch gebied.

Dit is niet mijn eerste bezoek aan het museum. Curaçao voelt als mijn tweede thuis. Ik ben zo vaak op het eiland geweest dat ik de tel ben kwijtgeraakt. Dit is mijn moederland en het eiland waar mijn ouders enkele jaren hebben gewoond. Tijdens veel van mijn bezoeken ga ik ook naar het Kura Hulanda Museum. Niet omdat ik de geschiedenis niet ken, maar omdat ik geconfronteerd wil blijven worden met deze duistere kant van onze gedeelde geschiedenis. Ik wil deze misselijkmakende historie af en toe recht in de ogen kijken. Het museum herinnert me eraan hoe de mens zichzelf kan verheffen boven anderen en anderen kan reduceren tot een product, puur op basis van huidskleur.

In de Bijbel staat dat de mens geschapen wordt naar het evenbeeld van God. Dan denk ik aan liefde, schoonheid, acceptatie, verwondering en integriteit. Maar in dit museum wordt pijnlijk duidelijk dat diezelfde mens ook in staat is tot de meest afschuwelijke daden en dat hij daar ook nog langdurig mee wegkomt. En wat deze werkelijkheid nog angstaanjagender maakt: het zijn geen monsters die deze gruwelijkheden hebben begaan, maar gewone mensen.

Terwijl ik hier sta, voel ik die beklemming sterker dan ooit. Mijn moeder loopt enkele stappen voor mij. We stoppen in een van de ruimtes voor een ijzeren kooi. De gids legt uit waarnaar we kijken: deze kooien werden gebruikt als straf- en martelwerktuigen voor tot slaaf gemaakte mensen. Het is een aangrijpend symbool van de wreedheden die tot slaaf gemaakten tijdens de slavernij moesten ondergaan. Ze werden opgesloten in de kooi die midden op het land werd geplaatst. blootgesteld aan de brandende zon. Niet alleen de zon verschroeide hun huid, ook het ijzer dat in de zon verhit raakte. Ze leden immense pijn. Mijn moeder slaat haar ogen neer bij het horen van dit verhaal, en bij mij springen de tranen in mijn ogen – ook nu, terwijl ik dit schrijf. Hoe kan een mens zulke gruwelijkheden een ander aandoen?

De Nederlandse slavenhouders gebruikten deze martelkooien om angst te zaaien bij de tot slaaf gemaakten en gehoorzaamheid af te dwingen, legt de gids uit. Deze praktijk toont aan dat het slavernijsysteem gebaseerd was op extreme wreedheid, onderdrukking en ontmenselijking. Het museum blijft het verhaal van deze ijzeren kooien vertellen om de gruwelijke realiteit van slavernij te herinneren en om de moedige voorouders te eren.

Het museum belicht niet alleen de onmenselijke omstandigheden, maar toont ook de veerkracht van de tot slaaf gemaakten. Die veerkracht hoorde ik ook terug in gesprekken met de inwoners van Curaçao tijdens mijn werkbezoek begin 2023, een half jaar voor het Herdenkingsjaar Slavernijverleden. Ik reisde naar Curaçao en Aruba om verhalen over dat verleden te schrijven. In alle gesprekken ontdekte ik een immense veerkracht om, ondanks de gruwelijke en mensonterende omstandigheden, op te staan. Ik was altijd al trots op mijn Curaçaose wortels, maar door deze verhalen groeide mijn trots. Ik kom deels uit een volk dat, ondanks de gruwelijke omstandigheden, bleef vechten voor vrijheid, gelijkheid en broederschap, gedreven door de idealen van de Franse Revolutie.

Tula kwam vreedzaam in opstand

Een van de meest inspirerende en heftige verhalen uit deze geschiedenis is dat van Tula, de bekendste verzetsstrijder van Curaçao. Hij kwam vreedzaam in opstand tegen de Nederlandse onderdrukker en werd de leider van de grootste slavenopstand in Caribisch Nederland. ‘Wij zijn al te zeer mishandeld. Wij zoeken niemand kwaad te doen, maar zoeken onze vrijheid,’ zei Tula tegen de lokale priester Jacobus Schinck. Ondanks hun moedige pogingen bleken de Curaçaose tot slaaf gemaakten – een groep van tweeduizend mensen – niet opgewassen tegen het koloniale Nederlandse leger.

Gedurende een maand woedde een gruwelijke strijd: de tot slaaf gemaakten werden uiteengedreven en vermoord. Ledematen werden afgehakt, botten gebroken en huiden verschroeid. Tula had de moed om vreedzaam in verzet te komen, en ging pas in de aanval toen het koloniale bewind hen aanviel. Zijn vraag om vrijheid getuigde van zelfrespect en lef. Ondanks zijn moed werd hij verraden, gemarteld en op gruwelijke wijze geëxecuteerd door het koloniale bewind. Zijn tragische einde symboliseert het wrede onrecht van de slavernij. Het is walgelijk en oneerlijk. Het is nooit een gelijk speelveld; de onderdrukker bepaalt de regels en schuwt geweld en martelkooien niet.

Voortdurende onderdrukking en lijden

Onderdrukking en slavernij zijn thema’s die ook in de Bijbel veelvuldig voorkomen. In Psalm 129, de tiende van de vijftien pelgrimspsalmen, wordt het lijden van het onderdrukte volk op aangrijpende wijze beschreven.

In de protestpsalm van nood opent de pelgrim met woorden van benauwdheid, die een echo vormen van Psalm 124. ‘Zij hebben mij dikwijls benauwd vanaf mijn jeugd. Zeg dat toch, Israël,’ vraagt hij opnieuw, waarmee hij Israël oproept om de ellende te erkennen. Hierdoor krijgt de herhaling van dezelfde regel – ‘Zij hebben mij dikwijls benauwd, vanaf mijn jeugd’ – extra lading en versterkt dit de boodschap van voortdurende onderdrukking en lijden.

De pelgrim schetst vervolgens hoe barbaars de onderdrukkers waren: ‘Ploegers hebben mijn rug geploegd. Zij hebben hun voren lang gemaakt.’ Deze versregel benadrukt hoe het volk herhaaldelijk is mishandeld en onderdrukt door vijanden. De metafoor van ploegen toont aan dat onderdrukkers diepe sporen hebben getrokken op de rug van hun slachtoffers. Met andere woorden: het lijden is langdurig, intens en diepgaand. Het volk wordt keer op keer geconfronteerd met oorlog, geweld, onderdrukking, pijn en lijden. Deze beeldspraak roept onmiskenbaar de herinnering op aan de martelkooien in het Kura Hulanda Museum.

Marina de Haan Omslag

Pelgrimeren betekent pijn lijden zonder een nederlaag, zoals blijkt uit de verhalen van Martin Luther King, Mozes en Tula. Zij gingen ons voor op de weg van rechtvaardigheid en bevrijding. King, Mozes en Tula kozen ieder hun eigen pad om hun volk te bevrijden van onderdrukking. King wijdde zijn leven aan de geweldloze strijd voor gelijkheid en burgerrechten, Mozes leidde zijn volk uit slavernij en Tula bevrijdde zijn mede tot slaaf gemaakten van onderdrukking op Curaçao. Jarenlang werd Tula ten onrechte beschouwd als een ‘boosdoener’, maar tegenwoordig wordt hij erkend als een nationale held, en heeft de Nederlandse regering excuses aangeboden voor het slavernijverleden.

Het gospellied ‘We Shall Overcome’ was een van Kings favorieten. Hij verwees vaak naar de boodschap van het lied in zijn toespraken en preken. Zo zei hij in 1965, aan het einde van de beroemde mars van Selma naar Montgomery: ‘Diep in mijn hart geloof ik dat we zullen overwinnen.’

Lieve medepelgrim, het pad waarop we ons bevinden lijkt soms oneindig, met bochten en obstakels die onze adem doen stokken. Maar juist in die momenten, wanneer je bewust in- en uitademt, voel je hoe je nieuw leven ontvangt. Die ademhaling herinnert ons aan de kracht van het moment, aan de veerkracht die ons helpt door te gaan, stap voor stap, omhoog naar een nieuwe hoogte.

Uit De weg naar het licht, een moderne pelgrimsreis van Marina de Haan, vanaf 30 januari beschikbaar. Marina is verslaggever bij het Nederlands Dagblad en oprichter van creatief bureau ZoeteLiefde. Ze publiceerde eerder de poëziebundels Lily in the Wild Field en Als de zon op je gezicht valt. Meer informatie en bestellen: marinadehaan.nl.

Lees ook

Marina de Haan

“Wanneer onrecht heerst, is het nodig om tegen de stroom in te zwemmen”

Marina de Haan schrijft boek over pelgrimeren naar het licht

Marina de Haan auteursprofiel

Marina de Haan

Marina de Haan is verslaggever bij het Nederlands Dagblad en oprichter van creatief bureau ZoeteLiefde. In 2025 verscheen De weg naar het …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.