De Eleousa-communiteit is een gemeenschap van Nederlandse fraters. Vanaf de oprichting maken niet-fraters deel uit van de communiteit. Door vertrek van huisgenoten is er ruimte voor mannen/vrouwen die op zoek zijn naar religieus gemeenschapsleven. De advertentie die ze hiervoor opstelden maakt mij nieuwsgierig. Wat hebben ze precies voor ogen? Wat verwachten ze van de huisgenoten? Ik reis af naar het prachtige landgoed Steenwijk, in Vught, waar ik fraters Broer Huitema (rechts op bovenstaande foto) en Niek Hanckmann (links op foto) spreek.
Door: Elze Sietzema-Riemer
Een en al rust
Wanneer ik aan kom rijden is de schoonheid van de plek waar de communiteit is gevestigd haast overweldigend. Midden in de natuur ademt het landgoed een en al rust uit. Hetzelfde geldt voor Broer Huitema die ik even later de hand schud. Het is mij meteen duidelijk dat deze mensen zich niet gek laten maken door de stress of haast van de buitenwereld – zij hebben hun eigen ritme.
Centrum ‘Zin in Werk’
Voordat we daarover komen te spreken leidt Broer mij rond over het terrein. Eerst nemen we een kijkje bij ‘Zin in Werk’, het centrum waarmee de gemeenschap verbonden is. Voorheen was dit klooster een rusthuis voor oudere fraters, maar omdat er steeds minder fraters waren, moest het in 1997 sluiten. Er werd gezocht naar een herbestemming, wat heeft geleid tot de oprichting van het centrum ‘Zin in Werk’. Hier komen groepen uit allerlei sectoren voor één of meerdaagse trainingen en conferenties op het snijvlak van zingeving en werk. Het klooster is ingrijpend en behoorlijk spectaculair verbouwd, gebruik makende van duurzame materialen en een ontwerp dat het klooster onderdeel maakt van de natuurlijke omgeving waarin het staat.
Broer legt uit waarom hij mij dit centrum laat zien: “De doelstelling van onze communiteit is het ondersteunen van dit centrum. Ikzelf zit bijvoorbeeld in het bestuur, Niek en Wim verzorgen meditaties in de ochtend en Vincent is gastheer. Iedereen heeft zo zijn taak die bij hem past. De ondersteuning is niet alleen praktisch maar ook spiritueel van aard. We willen als gemeenschap de spiritualiteit die hier wordt uitgedragen in zekere zin borgen, door simpelweg aanwezig te zijn. En soms is er een ontmoeting, ontstaat er een gesprek, wordt het verhaal van de barmhartigheid verteld…”
Spirituele ondersteuning
Vlak naast het centrum staat het huis waarin de Eleousacommuniteit is gevestigd. Terwijl we ernaartoe lopen vraag ik nog wat door over dat ‘aanwezig zijn’. Want wat betekent dat nou concreet, ook voor een eventuele nieuwe bewoner? “Wij runnen het centrum niet, dus wat we doen is puur ondersteuning, gebaseerd op wat je kunt en leuk vindt om te doen. Dit is echt geen dagtaak. Je kunt er als je wilt prima een fulltimebaan naast hebben. Zelf zijn we allemaal, behalve Niek, gepensioneerd. Zoals Niek een volle dagtaak heeft, kan dat ook gelden voor huisgenoten. Als lid van de communiteit doen huisgenoten volledig mee aan het leven in de gemeenschap en dragen ze bij aan de doelstelling van de communiteit. Maar het aanwezig zijn is belangrijker dan de praktische ondersteuning. Om die reden zoeken we ook nieuwe huisgenoten: zodat we de traditie van de fraters met onze gemeenschap kunnen blijven vertegenwoordigen en voortzetten.”
Vitale gemeenschap
De hoge leeftijd van de fraters verrast me niet. Toch vraag ik mij af welke consequenties dit heeft voor nieuwe bewoners. Zullen ze op den duur bijvoorbeeld ook zorgtaken moeten verrichten? Daar zal absoluut geen sprake van zijn, antwoordt Broer: “Het doel is om samen een vitale gemeenschap te vormen. Op het moment dat we zorg nodig hebben, is het tijd om naar een andere plek te gaan. We zijn op zoek naar nieuwe huisgenoten omdat we de gemeenschap willen versterken. Ze doen met ons mee en dragen met ons mee. Maar het is zeker niet de bedoeling dat ze ons wanneer we ouder worden gaan verzorgen. Andersom is dit ook geen opvanghuis. Het is belangrijk dat de huisgenoten zelfstandig zijn en zichzelf kunnen bedruipen; een eigen inkomstenbron hebben. Iemand die niet in staat is alleen te wonen, is ook niet in staat om in een gemeenschap te wonen.”
Religieus gemeenschapsleven
Broer laat me het huis van de communiteit zien. Dit is soberder en kleiner in vergelijking met het klooster waar we net rondliepen. Op dit moment wonen er vijf fraters en één huisgenoot, de laatste woont hier tijdelijk. Er is ruimte voor nog twee of drie huisgenoten. De kamers waarin de fraters en huisgenoten wonen zijn relatief klein, zo’n twintig vierkante meter. Ze zijn voorzien van een douche, toilet en balkon. Veel privacy is het niet, beaamt Broer. Des te belangrijker is het met welke instelling je hier binnenkomt. Terwijl we in de woonkamer plaatsnemen legt hij uit: “Wonen in een gemeenschap is niet eenvoudig. Het vraagt veel van je. Je zit in een interactie met zes verschillende mensen en je hebt elkaar feitelijk niet uitgekozen. Je kiest voor de gemeenschap op basis van het doel dat je gemeenschappelijk hebt. Je kiest niet als eerste voor de persoonlijke relatie.”
In antwoord op de vraag wat het doel van de Eleousa-communiteit dan precies is antwoord hij: “Eleousa komt uit het Grieks en betekent ‘Zij die barmhartigheid toont’, het is een verwijzing naar Maria, moeder van barmhartigheid. In alles wat we doen en laten staat de barmhartigheid ons voor ogen. Met als uiteindelijke doel een bijdrage leveren aan het grote ideaal: een betere en meer menselijker samenleving. Dit doel geven we vorm middels het religieuze gemeenschapsleven dat wij leiden. Boven alles is het dus van belang dat huisgenoten zich thuis voelen in dit leven, er energie en geluk uit halen.”
Barmhartigheid
Niek Hanckmann is ondertussen aangeschoven en vult aan: “Waar het primair om gaat is dat je getroffen bent door de kern van onze spiritualiteit. Barmhartigheid is vooral een levenshouding. Dat uit zich op alle niveaus van je leven: naar elkaar toe in de gemeenschap, naar buiten toe in je werk en in je taal en gedrag naar anderen toe. Barmhartigheid gaat niet zozeer over de armen helpen. Het gaat in de kern over Gods liefde. Het is de beweging van zien, bewogen worden en in beweging komen. Het is een soort levensopdracht die je je hele leven oefent; betrokken zijn op je naaste.”
Je katholiek voelen
Broer: ‘Belangrijk is wel te beseffen dat we behoren tot een congregatie van rooms-katholieke origine. Niet voor niets staat er in de advertentie dat je je katholiek moet voelen. Daarmee bedoelen we dat je je thuis voelt bij de katholieke leefwijze die ons dagelijks leven kenmerkt. Het betekent absoluut niet dat je katholiek moet zijn. We staan zonder meer open voor niet-katholieken. Dat zou juist interessant en inspirerend kunnen zijn.’
Ik stel me zo voor dat ik met mijn protestantse hart hier een kijkje kom nemen. Stel dat ik mij wel kan vinden in de katholieke leefwijze. Ga ik mij hier ooit echt thuis voelen? Is er ruimte voor de protestantse traditie? Zou ik bij wijze van spreken Opwekkingsliederen in kunnen voeren, om maar iets te noemen? Broer: ‘Ik denk dat je je hier als protestant prima thuis kunt voelen. Dat geldt ook voor aanhangers van andere religies. Maar we zijn geen oecumenische leefgemeenschap, dus er zijn wel grenzen in aanpassingen. Extreem naar links of rechts wordt ingewikkeld. Bepaalde elementen vanuit je eigen traditie in overleg toevoegen kan best. De grondstructuur van onze gemeenschap is echter katholiek.’
Niek beaamt dit: ‘Een interreligieuze communiteit wordt lastig, omdat we een dagorde kennen die geworteld is in de katholieke traditie. Ons getijdengebed is het gebed van de kerk. Daar zullen we geen grote aanpassingen in aanbrengen. Ook hebben we een wekelijkse eucharistieviering waar we geen afstand van willen nemen. Dus de huisgenoten die zich bij ons aansluiten moeten zich daar wel wat in thuis voelen. Dat betekent niet dat we niet open staan voor andere religies en tradities. Wanneer er een nieuwe huisgenoot is ga je als gemeenschap door een proces, waarin je veel van elkaar leert. Zo zijn we door een huisgenoot meer met rituelen gaan doen. Dit is vrij onbewust gegaan.’
Gastvrij en open
Naarmate het gesprek zich uitrolt raak ik overtuigd van de flexibiliteit en de openheid van deze fraters. Ze zijn kalm en zonder oordeel. Dit blijkt ook uit het antwoord van Broer op de vraag wat het aantrekkelijke is aan de Eleousacommuniteit: ‘Ik denk de gastvrijheid en de openheid die gasten hier ervaren. Één van onze huisgenoten zou hier een maand blijven, maar ze is uiteindelijk anderhalf jaar gebleven. Het is de ervaring dat je hier mag zijn zoals je bent, dat je niks hoeft en dat je de ruimte krijgt. Het is ook een rustgevende en fraaie omgeving, wat ook ondersteunend is aan de bezinning.’
Hoewel de fraters zelf per definitie mannen zijn, kunnen de huisgenoten ook vrouwen zijn. Een gemengde communiteit is juist erg waardevol. Daarnaast ben je als huisgenoot vooral verbonden aan de concrete gemeenschap en niet zozeer aan de congregatie als geheel, zoals de fraters dat wel zijn. Broer: “We hopen vooral op reacties van mensen die op zoek zijn naar gemeenschap. Zoekende gelovigen, zoals wij. Uiteindelijk is onze grootste inspiratiebron Jezus Christus en zijn evangelie. In zijn leven en verhaal herkennen we de barmhartige liefde, die we gestalte proberen te geven in ons samen leven en werken in de maatschappij. Jezus deed dit niet alleen, maar in een gemeenschap met apostelen en leerlingen. In de hele Bijbel zie je overigens dat mensen, wanneer zij met God verbonden zijn, ook met elkaar het verbond zoeken. Het godgewijde leven impliceert blijkbaar een vorm van gemeenschap.”
Elkaar voeden en inspireren
Niek voegt daar nog aan toe: “Door deel uit te maken van een religieuze gemeenschap verdiep je ook je persoonlijke geloof. Een bezield leven lijden vraagt discipline en in je eentje is dat knap lastig. Het mooie van een gemeenschap is dat die je de benodigde structuur biedt. Een gemeenschap houdt je bij de les en ondersteunt en versterkt je eigen persoonlijke geloofsleven. Dit stelt je dan weer in staat om barmhartigheid uit te dragen. Daar gaat het ons om. Onze zending is naar buiten gericht. De functie van onze gemeenschap is om elkaar in die zending te voeden. Die voeding zit ‘m niet alleen in de gebedsmomenten maar ook in het samenleven: samen eten, in gesprek gaan en bezinnen.”
Niek besluit met de woorden: “We kiezen bewust niet voor een sterfconstructie, waarin we ons terugtrekken. We zoeken naar verbindingen met de samenleving, inspelend op de vragen in deze maatschappij. Dit omdat we geloven in het belang van gemeenschappen, juist in deze tijd. Daarbij vinden we de traditie van de fraters te waardevol om verloren te laten gaan.”
___
Meer weten? Neem dan contact op met Broer Huitema: [email protected] of 073-6577044.
Elze Sietzema-Riemer is journalist en godsdienstwetenschapper