De conferentie over de rechten van religieuze minderheden in de islam, eind januari van dit jaar gehouden in het Marokkaanse Marrakesh, heeft geleid tot een gezamenlijke verklaring. Honderden islamitische geleerden en intellectuelen, en tientallen vertegenwoordigers van religieuze minderheden in de moslimwereld, hebben lezingen gegeven over dit onderwerp. Er kwamen naast bekende geleerden als Shaykh Bin Bayyah en Recep Senturk, beiden advocaten van islamitische hervorming op het gebied van mensenrechten, ook vertegenwoordigers van Yezidi’s en Irakese christenen aan het woord. Het doel was om de huidige situatie van minderheden te bespreken en hoe vanuit de islam de veiligheid en rechten van minderheden beter gewaarborgd kan worden.
Door: Arnold Yasin Mol
De samengestelde verklaring, waarvan hieronder een samengevatte vertaling met noten is gegeven, gebruikt het Handvest van Medina als basis. Dit handvest was opgesteld door Mohammed als verdrag tussen de moslims, joden en heidenen in Medina waarbij elke relatie in gelijkheid en saamhorigheid behandeld wordt. Het is interessant dat er juist voor deze tekst is gekozen en niet de verschillende verdragen van Mohammed met religieuze minderheden.
Dit is waarschijnlijk omdat het handvest een gelijkwaardige machtsrelatie hanteert, terwijl de andere verdragen uitgaan van het feit dat moslims de machtshebbers zijn, die vanuit die positie minderheden moeten beschermen. De nieuwe verklaring roept op tot een nieuwe jurisprudentie van burgerschap, waarbij dus islamitische concepten van politiek en openbare orde geen onderscheid maken in religie. Bijna alle moslimlanden hebben een grondwet die verklaren dat alle burgers in gelijkheid behandeld zullen worden, maar dit concept was nog niet uitgewerkt tot een islamitische jurisprudentie zelf. Moslimgeleerden hebben de introductie van grondwetten, burgerschap en seculiere wetten altijd als ‘acceptabel’ of ‘overeenkomstig’ verklaard vanuit islamitische wet. Met deze verklaring roepen ze op om deze concepten ook te gronden en formuleren vanuit de islamitische bronnen en wetgeving om ze zo compleet islamitisch eigen te maken.
Door de opmars van Islamitische Staat klinkt wereldwijd steeds luider de oproep, gericht aan de islamitische wereldgemeenschap, om stelling te nemen in het debat over het vermeende islamitische karakter van IS. In 2014 was er al een belangrijke stellingname van honderden geleerden, die vanuit theologisch perspectief minutieus verwoordden dat IS zijn handelwijze juist niet op de islamitische bronnen kan baseren. Deze analyse werd samengevat in een Open Brief aan Baghdadi, de zelfbenoemde leider van IS.
De Nederlandse vertaling van de verklaring vindt u via deze link.
Arnold Yasin Mol studeert Islamitische Theologie en Religiewetenschappen (Leiden universiteit) en richt zich op theologisch-antropologische constructies rondom pluralisme en mensenrechten binnen de islamitische theologie en wetsfilosofie. Eerder studeerde hij o.a. Biochemie en Christelijke Theologie. Hij is medeoprichter van het internationale Islam and Human Rights Institute en is docent bij het Fahm Instituut.
Islam kan aan alle dubbelzinnigheid en achtrrdocht een eind maken door de Universele Verklaring van de Regen van de Mens eindelijk eens te ondertekenen! Doen ze dat niet blijven het bij wazige cliches en algemeenheden waar ik als atheïst geen boodschap aan heb. Zonder deze stap blijft de islam wat mij betreft “stuck in the dark ages”!
@Slerge
En hoe zo “de islam” dit kunnen doen? U beseft toch wel dat het geen persoon of instituut is? En als u de verklaring zou lezen zou u zien dat de moslimgeleerden hier de universele verklaring van de mensenrechten ratificeren, zoals ook trouwens bijna alle moslimslanden al sinds 1948 hebben gedaan…
Deze verklaring heeft zeker positieve kanten, voor zover ik dat kan overzien.
Echter, dhr. Mol doet wat makkelijk over de passage
“dat deze samenwerking gebaseerd moet zijn op een ‘Gemeenschappelijk Woord’ ”
Z’n voetnoot hierbij is: “Verwijzend naar Koran 3:64, en het interreligieuze project http://www.acommonword.com “; een wat brallerige website trouwens.
Ik heb de indruk dat het iets anders in houdt, namelijk dat de welwillendheid van de staten met een Moslim-meerderheid alleen die religies betreft van ‘mensen van het boek’, van door een God aan mensen gedicteerde heilige teksten (dhimmi’s).
(Vgl mijn blog http://joopromeijn.blogspot.nl/2015/07/hoe-gaat-een-boeddhist-met-de-islam-om.html
Vandaar mijn vraag: geldt deze Verklaring ook aanhangers van levensbeschouwingen zonder zo’n ‘WOORD’, zoals atheïsten en de meeste boeddhisten?
@Joop,
Klassiek gezien hanteerden de meerderheid van de islamitische stromingen het punt dat alle niet-Moslims als Ahl al-Kitab behandelt kunnen worden gebaseerd op Qur’an 2:62 en 22:17 waarin zowel scriptuele als niet-scriptuele religies worden benoemd. Boeddhisten behoorden daar ook bij, waarbij zij vaak wel als scriptuele religie werden gezien vanwege de Sutra geschriften.
Daarnaast zegt de verklaring heel duidelijk:
“BEVESTIGEN WIJ HIERBIJ, dat deze samenwerking gebaseerd moet zijn op een “Gemeenschappelijk Woord” 3 , dat vereist dat een dergelijke samenwerking verder moet gaan dan alleen wederzijdse tolerantie en respect, richting het verstrekken van volledige bescherming voor de rechten en vrijheden van alle religieuze groepen op een beschaafde manier, die dwang, vooroordelen en arrogantie schuwt.”
ALLE religieuze groepen.
Dank je, Arnold; maar het is voor mij toch nog niet voldoende.
Dat Moslims aan het einde van het eerste millennium ten onrechte dachten (of wilden denken) dat het Boeddhisme in Azië een scriptuele religie was, heb ik in m’n blog beschreven. De Sutra’s van het Mahayana zijn door mensen bedacht en geschreven, de Sutta’s van de Pali Canon ook. Zonder goddelijke influistering.
De religieuze boeddhisten als minderheid in Moslim-landen moeten niet hoeven te doen alsof hun religie scriptueel is.
En de niet-religieuze boeddhisten ook niet.
Dat brengt nog eens op de vraag: zijn atheïsten (GEEN religieuze groep) op basis van deze verklaring veilig in Moslim-landen?
@Joop
Dat een zeer modern-westerse interpretatie van Boeddhistische leer, voor de lokale tradities waren de Sutra’s niet altijd simpel ‘menselijk bedacht’. Daarnaast was de oorsprong van de geschriften niet hetgeen waar het echt om ging. En zoals ik al zei, werden zowel scriptuele als niet-scriptuele religies geaccepteerd. Hoe dan ook maakt het niet uit.
“As for the non-Arabs, accept the jizya/polltax from the People of the Book, the polytheists, and the idol worshippers among them. Because the Messenger of Allah accepted the jizya from the Zoroastrians of Hijr, and the Zoroastrians are polytheists (ahl al-shirk), and they do not have a book.”
-[Yaqub ibn Ibrahim al-Ansari (Abu Yusuf) (d. 182 AH/798 CE). Kitab al-Kharaj]
Atheïsten werden klassiek gezien altijd gezien als filosofische individuen zonder gemeenschap. Klassieke wetgeving was vooral gemeenschapsrecht. Individuele denkers die zichzelf buiten gemeenschappen gezet werden ook met rust gelaten en gelabeld als zindiqi/ketter of dahriya/materialisten.
Deze verklaring wilt islamitisch recht omvormen tot burgerschapsrecht waarin ieder als individu wordt behandeld los van een gemeenschap. Het persoonlijk geloof doet er niet meer toe. De Arabische term die wordt gebruikt in de verklaring is ‘Aqalliyat’, wat gewoon minderheid betekent. Het is geen religieus label. Daarnaast wordt ook duidelijk gezegd dat alles conform the universele verklaring van de mensenrechten moet.
@Arnol Yasin Mol
“Smart people believe absurd things because they are skilled at defending believes they arrived at for non-smart reasons.”