Heet allen samen met mij Barack Obama welkom. De 44ste president van de Verenigde Staten. Angela Merkel, de bondskanselier. Heinrich Bedford-Strohm (voorzitter Evangelische Kirche in Deutschland) en Christina Aus der Au (president van de Kirchentag).

Christine Aus der Au: Lieve Kirchentag-bezoekers en lieve mensen die zich nog bij ons voegen: ik heet jullie van harte welkom op de bijeenkomst die de Kirchentag nog meer aandacht bezorgt dan hij anders al krijgt. Dat is goed, want het gaat hier om een belangrijk onderwerp. Bondskanselier Angela Merkel praat met de 44ste president van de Verenigde Staten: Barack Obama over betrokkenheid bij de democratie en verantwoordelijkheid in eigen land en in de wereld. Mevrouw bondskanselier Merkel, dit is niet uw eerste Kirchentag maar is dit ook voor u een bijzondere gelegenheid?

Angela Merkel: “De Kirchentag is dit jaar sowieso al bijzonder omdat we niet elk jaar 500 jaar Reformatie vieren. Dit is een herinnering aan Martin Luther die ons terugbrengt naar het verleden. En in de tijd van Martin Luther bereikte Columbus Amerika. Toen begon onze goede band met Amerika. Dat de voormalige president van de VS nu hier zit, is ook heel bijzonder.”

Heinrich Bedford-Strohm: In de VS spreekt men de president nog steeds met meneer de president aan als hij niet meer in zijn ambt is. Ik zeg dus: Meneer de president, ik heet u van harte welkom bij ons in Duitsland, in Berlijn. U hebt Berlijn al meerdere keren bezocht. Dit is uw eerste bezoek sinds uw pensionering. Hoe is het om in Berlijn met zoveel mensen op de Kirchentag te zijn?

Barack Obama: “Allereerst goedendag. Het is fijn om u te zien en terug te zijn in Berlijn. Ik wil allereerst zeggen dat ik niet alleen van deze stad hou maar een van m’n favoriete partners gedurende m’n presidentschap zit hier vandaag naast me. Bondskanselier Merkel heeft geweldig werk verricht. Niet alleen hier in Duitsland, maar over de hele wereld. Ik voel me vereerd dat ik deel mag uitmaken van dit mooie evenement. Ook omdat mijn eigen werk voor de publieke zaak is begonnen bij kerken, in arme gemeenschappen in Chicago. Degenen die de wereld beter willen maken, hebben een doel en geloof nodig. Een geloof dat we dingen beter kunnen maken. Dat we anderen vriendelijk en tolerant kunnen behandelen. Dat we verschillen tussen landen en religies kunnen overbruggen. Dat we verenigd worden door een barmhartige God. Dat heeft mij tijdens m’n carrière en leven gemotiveerd.

Degenen die de wereld beter willen maken, hebben een doel en geloof nodig. Een geloof dat we dingen beter kunnen maken.

En zoals ik al zei, het bemoedigt me dat er vandaag zoveel jongeren zijn. Want… In tijden dat de wereld voor complexe problemen staat. Als we dat afschuwelijke geweld pasgeleden in Manchester zien. Wij mochten backstage een boodschap aan de inwoners van Manchester sturen. Dat we diep bedroefd zijn over al die doden en meeleven met de families. Het herinnert ons eraan dat er een groot gevaar schuilt in terrorisme en mensen die anderen iets aandoen omdat ze anders zijn.

Dit soort tijden biedt ook kansen. Ik hoop dat, nu ik geen president meer ben maar hopelijk nog een beetje invloed heb, dat ik jongeren kan helpen omgaan met dit soort uitdagingen. Dat ik een nieuwe generatie leiders kan motiveren. Zodat we hen die ons proberen te verdelen kunnen marginaliseren en meer mensen kunnen verenigen voor het algemeen welzijn. En op dit evenement kunnen we daarmee beginnen.”

Meneer de president, u zit nu een kleine vier maanden niet meer in uw ambt. U had in die vier maanden de tijd om na te denken. U hebt vakantie gevierd en zult ook tijd hebben gehad om na te denken over uw tijd als president. Over de acht jaar waarin u diende als president van de VS. Ik zou graag weten wat er door u heen gaat als u terugkijkt op die acht jaar. De hoogtepunten, maar ook de lastige momenten waarvan u achteraf zegt: Het spijt me. Het doet me pijn dat me dat niet is gelukt.

“Je moet niet vergeten dat het nog maar vier maanden geleden is, dus ik weet niet of ik al een goed historisch perspectief heb. Ik heb vooral veel slaap ingehaald. Ik doe meer dingen met Michelle zodat ze me kan vergeven dat ik zo vaak weg was. Ik breng meer tijd door met m’n dochters, die nu de leeftijd hebben dat ik minder interessant ben geworden dan hun vrienden. Soms hebben ze medelijden met me en willen ze iets met me doen en daar probeer ik dan volop van te profiteren. Maar ik ben heel trots op het werk dat ik heb verricht toen ik president was. En ik denk, en dat kan bondskanselier Merkel beamen als je je inzet voor de publieke zaak, zul je moeten erkennen dat je nooit alles voor elkaar krijgt wat je wil. Dat dit een menselijke onderneming is en dat het dus niet perfect is. Je probeert met anderen samen te werken met dezelfde waarden en visie om dingen te verbeteren, maar je weet dat het nooit perfect wordt.

Een mooi voorbeeld waar ik trots op ben is de hervorming van de gezondheidszorg in de VS. Dat is… De gezondheidszorg in de VS is uniek voor de ontwikkelde landen. We hebben geen universele gezondheidszorg. Mensen die ziek zijn, kunnen vaak geen zorg krijgen of ze moeten daarvoor naar de Eerste Hulp. Ik hoopte dat ik voor iedereen gezondheidszorg zou kunnen regelen tijdens mijn termijn als president. Dat is niet gelukt, maar 20 miljoen extra mensen kregen toegang tot zorg. Natuurlijk had ik liever gehad dat iedereen toegang zou krijgen en een deel van wat we hebben gedaan komt nu in gevaar omdat er nog een discussie gaande is in de VS. Maar het punt is dat het leven van die 20 miljoen mensen beter is. We hebben een norm gesteld van wat mogelijk is waar mensen op voort kunnen bouwen.

Ik zeg vaak over politiek… Dit zei ik vaak over het presidentschap. Ik zag mezelf als een estafetteloper. Ik pakte het stokje en liep mijn stuk van de wedstrijd en toen droeg ik het stokje over aan iemand anders. Dat is ook waarom ik het zo boeiend vind om met jongeren te praten. Iedere generatie boekt vooruitgang en weet dat het niet perfect zal worden. Niet alle problemen worden opgelost. We moeten het stokje overdragen aan iemand achter ons en hopelijk hebben we ons stuk dan goed gelopen en is de wereld een beetje beter. Dat geldt voor Duitsland en voor Europa. Als je alleen al kijkt wat er gebeurd is sinds ik leef. Ondanks alle nare dingen is de wereld nog nooit zo rijk, gezond en beter opgeleid geweest. De jongeren van tegenwoordig hebben toegang tot informatie en kansen die onvoorstelbaar waren toen Angela en ik werden geboren. Als we die vooruitgang door kunnen zetten, heb ik vertrouwen in de toekomst. Maar dat zal afhangen van de jongeren die hier vandaag zijn. En het is mijn taak hen te helpen de volgende stap te nemen.”

official-portrait-1174537_1920
Beeld door: Pixabay

U had het zojuist over een heel belangrijk binnenlands onderwerp. Waar denkt u aan als u denkt aan uw rol in de internationale wereldpolitiek van de afgelopen acht jaar? Waarvan heeft u spijt? Wat betreurt u? En waarvan denkt u: Ja, nu weet ik waarom ik dit allemaal doe en waarom het goed is dat ik dit heb gedaan en nu als president kan doen wat ik doe?

“Ik heb kort met de bondskanselier gesproken voor we opkwamen. De internationale orde staat nu op een tweesprong. Het is een belangrijke tijd voor de internationale gemeenschap. Ik ben in 1961 geboren. Velen van jullie zullen me dan heel erg oud vinden. Maar in de geschiedenis is dat helemaal niet zo lang. Toen ik werd geboren, was Berlijn verdeeld. Het IJzeren Gordijn bestond nog en er was apartheid in Zuid-Afrika. In grote delen van de wereld waren dictaturen de norm. We kwamen net uit een verschrikkelijke wereldoorlog, en een Koreaanse Oorlog. De Vietnamoorlog stond op het punt te beginnen, voor ons althans. Voor sommige landen kwam er toen pas een einde aan het kolonialisme. Vanwege bepaalde idealen en principes: De rechtsstaat, de waardigheid van het individu, godsdienstvrijheid, persvrijheid, een vrije markteconomie. Vanwege die principes die met horten en stoten door Europa, de VS en andere landen zijn gestimuleerd en verspreid, is er veel vooruitgang bewerkstelligd. Hier in Europa is er nog nooit zoveel voorspoed en zoveel vrede geweest als in de afgelopen drie of vier decennia. Dat is een geweldige prestatie. Jongeren vinden dat soms vanzelfsprekend. Maar we moeten nu erkennen dat door globalisering en technologie en wat dat overhoop haalt en de ongelijkheid tussen en binnen landen – doordat het internet mensen van verschillende culturen bij elkaar brengt… voelen we ons soms gedesoriënteerd door de krimpende wereld. Door zaken als de vluchtelingencrisis. Daarom moet de bestaande orde veranderd worden. Die moet worden verbeterd. Hij moet constant worden vernieuwd. Je hoort steeds meer over angst en xenofobie en nationalisme en onverdraagzaamheid en antidemocratische trends.

Als ik kijk naar mijn rol als president, maar ook nu als inwoner van de VS en lid van de wereldgemeenschap vind ik het belangrijk dat we ons achter de beste idealen en waarden scharen. We moeten ons verzetten tegen die trends die de mensenrechten schenden of die de democratie onderdrukken of die de individuele gewetensvrijheid en godsdienstvrijheid inperken. En dat is een belangrijke strijd waaraan we allemaal bij moeten dragen. En het is niet altijd makkelijk.

Kijk bijvoorbeeld naar Syrië. Ondanks al onze pogingen, want hier hebben Angela en ik hard aan gewerkt, woedt er nog steeds ’n hevige oorlog. Miljoenen mensen zijn ontheemd, honderdduizenden vermoord. We hebben alles wat binnen onze macht ligt nodig om te erkennen dat wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt – of het nou in Afrika, in Azië of Latijns-Amerika is: het heeft gevolgen voor ons. We moeten die landen helpen vrede en welvaart te bewerkstelligen. Als president had ik niet altijd de middelen om die veranderingen teweeg te brengen. Maar we hebben het geprobeerd en als je lang genoeg blijft proberen, zullen, in Lincolns woorden, de ‘betere engelen van onze natuur’ zegevieren.”

Dan wend ik me nu tot de bondskanselier. Op een aantal punten die de president aansneed, gaan we nog dieper in. Ik zou graag het volgende aan onze bondskanselier vragen: Het gaat hier vandaag over democratie en de vraag wat wij er als christenen aan kunnen bijdragen. Feit is, zoals net al is gezegd, dat de democratie op allerlei manieren wordt bedreigd. Veel mensen hebben het gevoel dat ze niet meer geloven in democratie en zich er niet meer voor inzetten. Mensen denken dat de belangrijkste problemen niet worden opgelost. Dat de politiek machteloos is wat betreft de problemen. Er was veel discussie over het vluchtelingenvraagstuk en Europa kwam daarbij niet tot één gezamenlijk standpunt. Snapt u dat mensen democratie de rug toekeren omdat ze het gevoel hebben dat die de problemen niet oplost?

“Laat ik vooropstellen dat ik geloof dat het inderdaad een feit is, zoals Barack Obama ook al zei, dat oplossingen nooit perfect zijn. Neem het vluchtelingenvraagstuk. Dan moet je vooropstellen dat honderdduizenden of zelf miljoenen Duitsers medeleven toonden, open stonden voor vluchtelingen, solidair waren als vrijwilliger of vanuit hun werk. Dat was duidelijk zichtbaar breed gedragen. Dan bereik je iets. Laten we daar dankbaar voor zijn. En dat leidt weer tot meer vragen. Maar zo is het leven.

Barack Obama zei dat hij in 1961 is geboren. In dat jaar is de Muur gebouwd. Ik ben van zeven jaar eerder. Ik ging net naar school toen de Muur werd gebouwd. Mijn ouders waren diep geschokt. Ons hele leven stond ineens op zijn kop. Ineens konden we niet meer naar oma of naar tante. Berlijn was gedeeld. Maar er waren altijd mensen die er bijvoorbeeld voor zorgden dat gevangenen die in de DDR vastzaten niet werden vergeten. Dat gaf die gevangenen een naam. Ze werden vrijgekocht. Er kwamen humanitaire oplossingen zodat je bij elkaar langs kon. Zo werd iets in gang gezet. Mensen die zeiden dat Duitsland weer één zou worden, zijn lang uitgelachen. Maar we werden weer één. Dus denk niet altijd in maanden. Denk in jaren. Dat heeft mijn leven gevormd. Ik had al gepland om na mijn pensioen eens naar Amerika te gaan. Uiteindelijk ben ik veel eerder gegaan. Je moet jezelf gewoon voorhouden: Datgene, waarvan ik overtuigd ben, probeer ik niet te vergeten maar ik zet me er telkens voor in, ook bij weerstand. Het gaat soms langzamer dan ik denk, maar ’t geeft me wel ’n goed gevoel om me in te zetten voor iets waaraan ik hecht. En de som van die inzet maakt ons allen sterk. Je hebt ook tegenslagen. Die zijn er altijd, maar je moet vooruit kijken.”

merkel-1897320_1920
Beeld door: Pixabay

Ik pak één punt dat u net de revue liet passeren: vluchtelingenbeleid. Als bisschop ontvang ik momenteel veel brieven van mensen die zich hebben ingezet, die intensief en met veel empathie voor vluchtelingen ijverden. Die ze hielpen bij hun integratie, bij het leren van de taal, bij het vinden van werk. Zij schrijven me: De persoon voor wie ik me zo heb ingezet, wordt uitgezet. Ze schrijven me, als ’t bijvoorbeeld om Afghanistan gaat, dat ze panisch zijn, heel bezorgd en bang… dat die vluchteling daar in levensgevaar zal zijn. En ze schrijven me vooral ook, als het om mensen gaat die hier inmiddels thuis zijn. Die werk hebben, waarvan bazen zeggen: Ik heb hem nodig. Zij snappen niet waarom de politiek er niet in slaagt om flexibele regelingen te creëren waardoor mensen kunnen blijven waarvan iedereen wil dat ze blijven. Kunt u daarop ingaan?

“Dat is een geweldig lastig vraagstuk. Dat lijdt geen twijfel. Toen er in het begin veel vluchtelingen kwamen, bleken we niet in staat om procedures te versnellen. Mensen vonden toen onderdak waarbij Duitsers ze opvingen. Daardoor is de zorg ontstaan dat mensen die zijn geïntegreerd ons land weer moeten verlaten. Je hebt mensen die vrijwillig teruggaan. Dat is het simpelst. Maar er zijn ook mensen waarvan we zeggen: U moet terug. Zulke vraagstukken behoren voor een bondskanselier of een minister tot de allerlastigste. Zo weten we dat er nog heel veel Afghanen hierheen willen, maar slechts de helft van die mensen wordt ook als vluchteling erkend. Zoals mensen u vragen stellen, vragen ze ook mij: Hoe kan het dat wij als rechtsstaat, met onze procedures, zelfs rechters telkens beslissen: Nee, wij stellen hierbij vast dat u niet het recht hebt om hier te blijven. Waarom maakt de rechtsstaat intussen veel uitzonderingen? Moeten we niet die mensen helpen die onze hulp nodig hebben? Daar hebben we honderdduizenden van. Dat dilemma oplossen en tot een juiste beslissing komen houdt voor mij in dat we zeggen: We moeten de procedures kort houden. Zorgen dat mensen die niet mogen blijven, zich niet vestigen, daar niet van alles in investeren. Snel terugsturen is de beste oplossing.”

Barack Obama: “De vraag was wel niet aan mij gericht, maar ik wil toch graag één ding zeggen. Want ook al hebben de Verenigde Staten door hun geografische ligging en de oceaan niet dezelfde aantallen vluchtelingen uit Syrië of Afghanistan gehad, immigratie is wel een heet hangijzer in de VS. Met immigranten uit Mexico, en recenter Midden- en Zuid-Amerika. En waar Angela mee worstelt en waar ik als president mee worstelde is dat in de ogen van God een kind aan de andere kant van de grens niet minder recht heeft op liefde en mededogen dan mijn eigen kind. Ze zijn allebei evenveel waard en zijn allebei het leven waardig. Ze hebben evenveel recht op onderdak, liefde, scholing en kansen.

Maar we zijn ook de leiders van natiestaten en we hebben ’n verantwoordelijkheid jegens onze burgers en mensen binnen onze grenzen en onze middelen zijn eindig. Een van de taken die de regering van een land heeft, is om menselijkheid, mededogen en solidariteit te tonen aan mensen die hulp nodig hebben, maar we moeten wel handelen binnen wettelijke en institutionele kaders. En met inachtneming van de burgers in de landen die we dienen. En dat is niet altijd makkelijk. Wat we echter wel beter kunnen doen, is om meer kansen te creëren voor mensen in hun geboorteland. En daarom denk ik dat een van de uitdagingen waar ik als president voor stond en misschien Angela ook hier in Duitsland, is mensen te laten beseffen dat wanneer we ontwikkelingshulp aan Afrika geven of conflicten proberen op te lossen in oorlogsgebieden… We bestrijden de gevolgen van klimaatverandering en helpen boeren die huis en haard verlaten en mensen wier leefgewoontes veranderen door weersverandering. We doen die dingen niet uit naastenliefde of omdat het goed is om te doen of uit vriendelijkheid, maar ook omdat als er onrust is in die landen, als er een conflict of ’n slechte regering is of oorlog woedt of armoede is, we ons in deze huidige wereld niet kunnen afzonderen. We kunnen ons niet verstoppen achter een muur. Het is belangrijk dat we die investeringen zien als een instrument dat zowel onze eigen welvaart als die van anderen ten goede komt.”

dark-sky-1374660_1920
Beeld door: Pixabay

Mag ik daar nog even wat dieper op ingaan? U zegt: In de ogen van God zijn de mensen daar belangrijk. Net als medelijden en medeleven. Het zal geen toeval zijn dat de bisschop zo’n applaus kreeg van de Kirchentag-bezoekers. Zij denken ook: We moeten ze helpen. Ze moeten kunnen blijven. Kirchentag is een bijeenkomst van christenen die zich daarvoor inzetten in de politiek. Nu neemt de rol van geloof in het openbare leven weer toe. Zowel positief als negatief. Bestaat het gevaar, misschien juist wel in de VS, dat het geloof een te grote rol krijgt in het politieke debat? Bestaat er iets als te veel geloof dat niet pragmatisch bruikbaar is? Dat clasht?

“De VS zijn erg religieus en dat is een grote bron van kracht. Maar de historische reden dat wij zo’n krachtige geloofsgemeenschap zijn, is omdat kerk en staat gescheiden zijn. En dat werd overigens gezien als bescherming voor geloofsgemeenschappen om hun religie in alle vrijheid uit te kunnen oefenen. En dat heeft ons veel goed gedaan. Ik denk dat het er niet om gaat of er te veel religieuze motivatie leeft bij overheidsdienaren of politici.

Het gevaar is dat we niet altijd inzien dat in een democratie er altijd mensen zullen zijn van verschillende geloven en dat in een democratie compromissen nou eenmaal een vereiste zijn. Als we ’t over ons geloof hebben, hebben we over bepaalde dingen onwrikbare visies. En waar het wel eens mis kan gaan, is als we met diezelfde onwil om tot een compromis te komen die we in ons geloof tentoonspreiden, politiek willen bedrijven. Want de waarheid is dat Amerika een overwegend christelijk land is, maar we zijn ook een islamitisch, hindoeïstisch en joods land en een groot deel van de bevolking gelooft helemaal niet. Maar we kunnen wel op zoek gaan naar ethische en morele principes die ons met elkaar verbinden en als we ons daarop richten, dan kunnen we vooruitgang boeken. Ook al zijn er binnen onze familie, onze geloofskring en onze religieuze gewoonten, dingen waar we het niet eens over zijn. En daar gaan we wel eens de mist in.

Ik zeg, persoonlijk voor mij, in mijn eigen geloof, denk ik ook dat het zinvol is om een beetje twijfel te hebben. Het geloof is… Je hebt het geloof nodig omdat je in dingen gelooft die je niet meteen kunt zien. Daarom stel ik me altijd bescheiden op als het op mijn geloof aankomt. Ik ga er niet vanuit dat God exclusief via mij communiceert. Ik ga er vanuit dat God wijsheid ziet in iedereen die hier aanwezig is. En als ik er zo van overtuigd raak dat ik altijd gelijk heb, dat ik niet eens voor mogelijk houd dat ’n ander wijsheid zou kunnen bezitten en Gods wil belichaamt, dan… Het logische gevolg daarvan blijkt vaak enorme wreedheid en geweld te zijn. En ik denk dat in een pluralistische wereld met vele verschillende volkeren met verschillende geloven inzien dat iedereen maar een deel van de waarheid kent, niet de hele waarheid, een belangrijke eigenschap is.”

Mevrouw de bondskanselier, voor u dezelfde vraag. 500 jaar Reformatie. Voor de hervormers was het duidelijk dat werk en het leven van alle dag ook doordrenkt moeten zijn van christelijke normen en waarden. Hoe kijkt u aan tegen het engagement van christenen in de politiek?

“Om aan te sluiten bij wat Barack Obama zojuist zei, wil ik opmerken dat het christelijk geloof vooral mijn geloof is. Wat voor mij betekent dat er iets hogers is, iets in mij, waardoor ik weet dat ik een schepsel Gods ben met vermogens, maar vermogens die eindig zijn. Dat betekent dat ik opgeroepen word naar eer en geweten te handelen, mede geïnspireerd door het christelijk geloof. Maar ik heb ook het recht fouten te maken. Niet het recht, maar ik weet dat ik fouten maak. Maar daar ga ik niet aan onderdoor, ik word erdoor ondersteund. Dat stemt nederig, in zekere zin, en zorgt dat ik door blijf gaan. Het stelt me in staat naar de sterke punten van anderen te kijken.

We zijn tot vrijheid geroepen, maar dat geldt voor iedereen. Mijn vrijheid is niet oneindig, hij wordt ingeperkt door andermans vrijheid. Dat leidt tot een bepaald inzicht in de samenleving. En dat spreekt uit wat ik doe, op politiek vlak, en wat anderen doen. Barack Obama zei het al: in de VS wonen niet alleen maar christenen. Dat geldt ook voor Duitsland. We hebben christelijke wortels, joodse wortels en er wonen hier ook veel moslims. Eén ding mag geloof niet doen: jezelf zo boven anderen verheven voelen dat je verschillende waarden toekent aan mensen. Artikel 1 van onze grondwet luidt dan ook dat de waarde van mensen ondeelbaar is. En onaantastbaar. Het klopt allebei. Daarom is het in het dagelijks leven zo dat het christelijk geloof betekent dat je je in moet zetten voor de menselijke waardigheid. Natuurlijk is het mooi als je een gedeelde inspiratiebron hebt, zoals een gedeeld geloof. Het is beslist moeilijker om in de diaspora te leven dan tussen vele anderen die ook christelijk zijn. Dat geeft extra kracht.”

statue-2148396_1920
Beeld door: Pixabay

U hebt allebei gezegd: voor een christelijk geloof dat past binnen een pluralistische democratie, is het nodig dat je je houdt aan de grondwet en je je bewust bent van je eigen beperkingen. De ander kan ook gelijk hebben. Is dat de kern van ’n geloof binnen een democratie? Wie zal… De president.

Angela Merkel: “Ik zou zelf zeggen dat het grotendeels klopt.”
Barack Obama: “Ik denk dat wij allemaal voor de uitdaging staan… Er is geen perfect antwoord mogelijk, we leren van onze daden en door na te denken. Zoals Angela zei, we putten kracht uit ons geloof, ons geweten, de waarden en idealen die het belangrijkst zijn voor ons. We moeten bereid zijn daar iets voor op het spel te zetten en om gevestigde waarheden in twijfel te trekken.

Als je naar de VS kijkt: het waren gelovige mensen die zich als eersten tegen de slavernij uitspraken. En daar was een soort rechtvaardige woede voor nodig tegen een praktijk die door velen werd gezien als de natuurlijke orde der dingen. Het was aanvankelijk een radicale beweging die uiteindelijk het bewustzijn van de mensheid verhoogde en tot die lange mars naar de vrijheid leidde. Daarom moeten we handelen op basis van wat volgens ons waar en juist is. Ik zou alleen willen voorstellen dat wanneer we dat doen, we onszelf er ook aan herinneren dat God niet alleen met ons praat. Dat wanneer de dingen die we doen afbreuk lijken te doen aan de vrijheid, de waardigheid, het wederzijds respect… Als we niet luisteren naar mensen die het niet met ons eens zijn. Als ons geloof zo zwak is dat we niet toestaan dat ’t in twijfel wordt getrokken. En we snoeren mensen de mond of vallen tegen hen uit omdat ze het niet helemaal met ons eens zijn, dan is ons geloof tot op zekere hoogte kennelijk niet erg sterk.

Voor mij is de kracht van het geloof dat je met andersdenkenden in gesprek gaat, hen respecteert en naar hen luistert en met elkaar in discussie gaat en daarna toch nog met elkaar kunt samenleven en samenwerken. En hopelijk, als je geloof en je ideeën sterk genoeg zijn en de tand des tijds doorstaan, dan komt ’t uiteindelijk goed. In de woorden van dr. Martin Luther King: De boog van ’t morele universum buigt richting gerechtigheid. Zoals Angela zei, dat duurt soms heel erg lang en ’t geloof geeft je doorzettingsvermogen en de wil om door te gaan als het tegenzit.”

Nog iets concreter. Want dit houdt me bezig, het houdt ons allemaal bezig. In uw autobiografie, The Audacity of Hope, verwijst u naar een specifieke bijbeltekst die heel veeleisend is. Daar staat dat we de hongerigen te eten moeten geven, de naakten moeten kleden, de dorstigen te drinken moeten geven. Mattheus 25. Christus zegt daar: Wat u voor de minsten van mijn broeders hebt gedaan, hebben jullie voor mij gedaan. Christus identificeert zich met de mensen die niks te eten hebben. Dus nu de man die lange tijd de machtigste man ter wereld was naast me zit, wil ik iets vragen. De Verenigde Staten… Het duurt altijd even voor de vertaling bij is.

Angela Merkel: “Nee, ik keek zo omdat ik degene ben die naast u zit.”

Dat ‘naast’… Dat ‘naast’ was iets inclusiever bedoeld dan u het opvatte. Maar ik probeer het gewoon nog eens. Dus één stoel van mij verwijderd zit de man die een land leidde met een militaire begroting van 600 miljard dollar. Tegelijkertijd sterven elke dag 24.000 mensen door honger en ziekte, ook al is er voedsel genoeg, en zijn er medicijnen. We leven dus in een extreem spanningsveld. We moeten het erover hebben, hoe we met die spanning omgaan. Wat mij interesseert is hoe u, als iemand die die bijbeltekst als heel belangrijk ziet, met die tegenstrijdigheid omgaat. En waar u kansen ziet om tot een wereld te komen waarin iedereen waardig kan leven.

“Wat een diepe vraag, hebben we tijd?”

Zeg dat wel.

“Ik deel de vraag in tweeën. Ik denk dat een van de belangrijkste uitdagingen waar deze generatie en komende generaties mee te maken krijgen is het groeiende verschil in kansen en de groeiende ongelijkheid die we zien tussen landen en binnen landen. De enorme rijkdom en de hoeveelheid kansen en de consumptie die voor een kleine groep toegankelijk zijn in verhouding tot de enorme wereldwijde armoede, is iets wat in mijn ogen schandalig is. En er is genoeg om iedereen te voeden. We kunnen iedereen onderdak, kleding en scholing geven als we tot een sociale overeenkomst zouden kunnen komen die onze waarden reflecteert en dat is niet gemakkelijk. Het is niet zo simpel als gewoon een cheque uitschrijven en geld te sturen, want we moeten ernaar streven om zelfredzame samenlevingen te creëren en die zelfbeschikkingsrecht en waardigheid bezitten. En daarom…

Als ik de budgetten voor ontwikkelingssamenwerking bepaalde, lag voor ons de nadruk op: Iemand niet simpelweg een vis geven, maar leren vissen. En ook ervoor te zorgen dat regeringen de belangen van de mensen die het minst hebben behartigen. En niet alleen op de top. En ik denk dat we stil moeten blijven staan bij de vooruitgang die er zelfs in mijn leven is bereikt. Er zijn honderden miljoenen mensen uit de extreme armoede geraakt in alleen de afgelopen decennia. Honderden miljoenen mensen. In China, in India, in delen van Afrika die tot de snelst groeiende ter wereld behoren. We richten ons altijd op wat er nog moet gebeuren, maar soms moeten we, om gemotiveerd te blijven omkijken en trots zijn op wat we hebben bereikt. Dat is punt nummer 1.

Het tweede punt, als het gaat om de militaire begroting… Wat ik bijvoorbeeld heel graag zou zien, is een volledig kernwapenvrije wereld. Absoluut. Daar sprak ik in Praag over in mijn eerste jaar als president. En in sommige gevallen zijn we erin geslaagd om onze afhankelijkheid te verminderen op de nucleaire arsenalen van ons en die van Rusland. Maar zoals het ons tijd kost om een punt te bereiken waarop we mensen uit de armoede kunnen helpen, moeten we ons blijvend inzetten om de noodzaak van militaire uitgaven te verminderen.

En eerlijk is eerlijk, we leven in een gevaarlijke wereld. We leven in een wereld waarin vaak een beroep op de VS wordt gedaan om de puzzelstukjes weer op hun plek te leggen omdat niemand anders daartoe in staat is. Dat heb ik met eigen ogen gezien. Denk aan de Ebolacrisis in Afrika, waar de Amerikaanse overheid en ons leger de hele infrastructuur moest aanleggen waardoor dokters, medicijnen het gebied konden bereiken, mensen konden worden geëvacueerd om een crisis op te lossen die honderdduizenden levens had kunnen kosten. En er zullen tijden komen dat zonder zo’n militaire inspanning er slechte dingen gebeuren.

Als we meer nadruk leggen op ontwikkeling en diplomatie naast ons leger, zullen we uiteindelijk steeds minder afhankelijk worden van ons leger om de doelen die we hebben te kunnen bereiken. Dat is allemaal onderdeel van ons defensiebudget. Dat budget is niet alleen legeruitrusting maar ook ontwikkelingshulp, diplomatie en ervoor te zorgen dat meisjes in dorpjes naar school kunnen gaan. Want landen waar vrouwen scholing krijgen, doen het economisch veel beter en hebben minder kans op conflicten. Al die dingen horen onderdeel van ons defensiebeleid te zijn.”

Wilt u hier ook nog iets over zeggen? Dan moeten we al gaan afronden.

“Ik wil iets in herinnering brengen. In een wereld vol militaire conflicten gaf Barack Obama een toespraak in Praag. Een wereld zonder kernwapens moest ons doel zijn. We moeten de doelen niet vergeten die nu ver weg lijken. Ontwapening moet op de agenda blijven staan, dat staat vast.

Aan de andere kant was ik bijvoorbeeld heel dankbaar toen we zagen wat er met de Yezidi’s gebeurde in Irak, toen een heel volk uitgeroeid dreigde te worden dat de VS samen met de Koerden in staat waren ter plekke in te grijpen hulpgoederen te droppen en islamistische terroristen te verjagen. Dat was het moment dat wij ons binnen onze regeringscoalitie afvroegen: Mogen wij gewoon werkloos toekijken en zeggen: Fijn dat we de VS hebben? We doen nog steeds niet het leeuwendeel, maar wel iets. Ik verkeerde toen in een situatie waarin ik die beslissing kon bevestigen. Ik was blij dat de militaire capaciteiten bestonden om dit volk te redden. Al is dat natuurlijk niet voldoende. Ook op politiek en humanitair vlak zijn inspanningen nodig.”

Rest mij de ondankbare taak om er een eind aan te maken. Mevrouw de bondskanselier, dank u wel. Meneer de president, ook enorm bedankt dat u er was.

Bovenstaand gesprek was eerder vandaag op televisie te zien. Via deze link kunt u dit gesprek bekijken.

Copyright interview: Rundfunk Berlin-Brandenburg

Nog geen reactie — begin het gesprek.