Albie_SachsBegin deze maand was de bekende advocaat, schrijver en anti-apartheidsactivist Albie Sachs te gast in het programma De Nieuwe Wereld. De tekst van het gesprek dat Colet van der Ven met hem had, vindt u hieronder. Helemaal onderaan deze pagina kunt u de uitzending nogmaals bekijken. En: a.s. woensdagavond 15 juli zendt de IKON een documentaire uit over Albie Sachs. Aanbevolen!

Door: Colet van der Ven

Welkom, Albie. Ik ben zo trots dat u hier bent. Ik heb de documentaire over uw leven gezien, die me diep ontroerd heeft. Dus het is een eer u te mogen ontvangen. U bent in Zuid-Afrika opgegroeid. Uw ouders kwamen uit Oost-Europa. Hoe kwamen ze in Zuid-Afrika terecht? Het waren joden…
“Ja, het waren joden in Litouwen. Elk jaar met Pasen kwamen de kozakken naar de dorpjes waar ze woonden en zeiden: De joden hebben Christus gedood, wij gaan de joden doden. Dus ze moesten zich verbergen in het bos, in kelders. Ze zijn gevlucht uit lijfsbehoud. Velen gingen naar Amerika, Australië, Argentinië. Uit Litouwen gingen er veel naar Londen en door naar Zuid-Afrika.”

Maar Zuid-Afrika was het land van de apartheid. Vonden ze dat niet erg?
“Ze wilden gewoon ontsnappen aan de massamoorden, de pogroms en een nieuw leven opbouwen. Velen van hen, zoals mijn vader en moeder, hadden een diepgeworteld rechtvaardigheidsgevoel. Hoe konden ze dan naar een land gaan waar ze deel waren van ’t Herrenvolk dat de meerderheid onrecht aandeed? Dus ze waren al jong heel actief betrokken bij de strijd tegen racisme. M’n vader was vakbondsleider, m’n moeder de typiste van een Afrikaanse man, Moses Kotane, lid van het Nationaal Uitvoerend Comité van het ANC en secretaris-generaal van de Communistische Partij. Dus ik groeide op in ’n huis waar m’n moeder zei: Opruimen, ome Moses komt. Maar dat was dan niet ome Moses Cohen, maar ome Moses Kotane. Dus ik kreeg het met de moedermelk mee, zeg maar. In de krant zag ik dat waar ik ‘moedermelk’ zei, het ‘met de paplepel ingegoten krijgen’ werd. Dat is het Nederlands.”

Maar wat dan?
“De normen en waarden, de ideeën.”

Wat was de belangrijkste waarde?
“Het was negatief en positief tegelijk. Positief was de strijd voor gelijke rechten. Negatief was dat je niet door het leven gaat om iedereen maar na te doen. Dus we vierden geen verjaardagen. Ik vier ze nog steeds niet. We droomden van gelijke rechten. Daardoor hadden we veel banale dingen niet, die andere kinderen gewoon vonden. Als ik moest kiezen tussen de twee, was m’n ouders’ keuze de juiste.”

Bent u bekend met het joodse concept Tikkun Olam?
“Jawel. Toevallig zal ik in Philadelphia de Tikkun Olam-prijs ontvangen. De film over m’n leven wordt daar vertoond op een joods filmfestival.”

Misschien is het goed om even uit te leggen wat het is. 
“Ik weet er niet zo veel van.”

Het is Gods opdracht om de wereld te herstellen. Dat is onze plicht. 
“Ik ben zelf heel seculier, maar ik wil dat geschenk met spirituele ondertonen best in ontvangst nemen met de waarde die de gevers eraan hechten, want ik geloof in die idealen. Of je het nou haalt uit een godsdienst, of een verlichte overtuiging: het idee is hetzelfde. Het gaat om de menselijke waardigheid, om een hoopvol geloof in wat mensen kunnen bereiken, ’n gebrek aan cynisme.”

U bent zeker niet cynisch. Hoe raakte u voor het eerst betrokken bij de strijd tegen apartheid?
“Ik heb er veel over nagedacht. Ik ben opgegroeid in een erg politiek gezin. Ik wilde niet m’n hele leven door m’n ouders laten dicteren. Dus ik hield afstand. Maar twee dingen waren van invloed. Ten eerste ging ik naar een poëzielezing over de Spaanse dichter Lorca. Ik wist niet eens dat ze in Spanje meer hadden dan stierenvechters. Het was een lezing door de Zuid-Afrikaanse dichter Uys Krige. Heel progressief. Hij had het einde van de Spaanse burgeroorlog meegemaakt. Hij liep over het podium en sprak Engels, Afrikaans, Spaans, Nederlands. Niet Nederlands, maar Afrikaans, Frans. Dat beroemde gedicht van Pablo Neruda, ‘Om vijf uur ’s middags’, toen Lorca vermoord werd. Die lezing verbond alle dromen, de gevoeligheid, de ingekeerdheid. De gedichten waar ik van hield met de grote wereldgebeurtenissen… Ik was er klaar voor. Een week later zat ik bij de jeugdbeweging. Kort erop riskeerde ik bij de ongehoorzaamheidscampagne celstraf.”

U hebt twee keer in de gevangenis gezeten. Wat deed dat met u?
“De eerste keer ging ik als vrijwilliger naar de gevangenis. Vrijwilliger nummer 1 was een zekere advocaat, Nelson Mandela. Ik was vrijwilliger nummer 10.842. De rechter keek naar de tenlastelegging en zei: Deze jongen is 17. ‘Ga naar huis, naar je moeder’. Dat was niet bepaald een roemrijk resultaat. Maar de keer erop was ik een jonge advocaat in Kaapstad. Ik kreeg eenzame opsluiting. Het was vreselijk.”

Wat deed dat met u?
“Je bent alleen, in zo’n cel. Een betonnen kubus, je kan niet naar buiten kijken. Je kan met niemand praten, er is niks te doen. En je weet niet hoelang je er moet zitten. De tijd wordt je vijand. Ik probeerde een routine te creëren. Ik zong, ik floot, ik liep heen en weer, deed oefeningen. Dan waren er 5 minuten voorbij. Je komt nooit over eenzame opsluiting heen.”

Wat maakte het dan kapot in u?
“Een zekere hoopvolheid. Het is heerlijk om naïef te zijn, verwachtingsvol wat de wereld betreft. Een deel daarvan werd verwoest, een zeker optimisme. Dat heb ik nooit geheel hervonden. Dat was de eerste keer, 168 dagen. Ik was zo blij, dat ik vanuit het centrum van Kaapstad 12, 13 km rende en me in zee stortte. Het was een prachtig moment voor me. Maar er was iets kapot. Twee jaar later kreeg ik opnieuw eenzame opsluiting. Je wordt niet elke keer sterker. Dit keer lieten ze me niet slapen.”

Wat erg.
“Geschreeuw, 10 minuten lang, dan volslagen stilte, 20 minuten lang tot een nieuw team herrie kwam maken en weer stilviel. Volgens mij kreeg ik ook iets te eten waardoor ik instortte. Van binnen ging er iets kapot. Ik lag daar, er werd water over me gegoten. Rooi Rus Swanepoel, zo heette hij. Ik voel z’n vingers nog steeds, hoe ze m’n ogen openduwden. Ik zakte een paar keer ineen. Er ging van binnen iets kapot. Dat was het meest vernederende moment van m’n leven. En ik had nog geluk. Zwarten werden gemarteld met elektrische schokken, ze werden geslagen, uit ramen gehangen. Mij, als ‘blanke verrader’, werd alleen de slaap ontzegd, en dat was al vreselijk.”

Ook cruciaal was de bom die de geheime dienst onder uw auto legde. We kijken even naar een stukje uit de documentaire. We zagen uw zoontje even. Ik zie het in uw ogen. U hebt een arm verloren en het zicht in één oog. Hoe heeft de aanslag uw ziel en geest veranderd?
“Het heeft me bevrijd. Ik kan het niet uitleggen. Die bom heeft alle droefenis, alle zwaarte weggeblazen. Je was verslagen, maar je had het ook overleefd. Ik had het overleefd. Het was bijna letterlijk een soort wedergeboorte. Ik moest leren staan. Ik wilde haast als een kind zeggen: Kijk mam, ik kan staan. Kijk mam, ik kan schrijven, kijk, ik kan veters strikken. Dat was 1988. Sindsdien is m’n leven prachtig.”

Hoe kan het dat u geen haat voelt jegens de daders?
“Ik voel het gewoon niet.”

Het is er gewoon niet?
“Precies. Ik dacht eerst dat er iets mis was met me. Dat ik geen echte revolutionaire vrijheidsstrijder was. Ik moest ze haten, ze willen vermoorden. Dat zei ik tegen een Amerikaanse journalist in de jaren 90. ‘Als we terugkijken, zinnen we dan op wraak?’ Ik zei: Ik ben mislukt als vrijheidsstrijder, want ik haat ze niet eens. Hij zei: Rustig maar, Albie. Nelson Mandela zei precies hetzelfde. Walter Sisulu zei hetzelfde. En Ahmed Kathrada ook. Ik weet wat het is. We vochten niet tegen afzonderlijke mensen. We vochten tegen een systeem van onrechtvaardigheid. Ons doel was het land te hervormen. Ik weet nog dat ik in het ziekenhuis een briefje kreeg.”

Weet u nog wat dat waren, brieven?
“Ja. Je moest een postzegel likken. Ik opende de brief met m’n ene vinger en er stond: Maak je geen zorgen, kameraad Albie. We zullen je wreken. Getekend: Bobby. Mij wreken? Iemand die één arm mist en blind is aan één oog? Vechten we daarvoor? Een land met eenarmigen, blinden? Als we vrijheid krijgen, democratie en rechtvaardigheid dan is dat m’n wraak. Dan groeien er rozen en lelies uit m’n arm. De laatste keer dat ik keek, was dat nog niet zo, maar het voelt wel zo. We hebben democratie, president Mandela… We hebben misschien wel de mooiste grondwet, ons Constitutionele Hof… We hebben het Constitutionele Hof midden in de gevangenis gebouwd. Mensen zaten er opgesloten. Daar worden onze basisrechten verdedigd. Het ene sprookje na het andere waarbij schoonheid het wint van lelijkheid. Dat is veel krachtiger dan wraak.”

Welke uitdagingen liggen er voor Zuid-Afrika in het verschiet?
“Heel wat. Echt een heleboel. Het grote verschil is dat we in principe een heel goed land hebben met een grondwet, verkiezingen, vrije en eerlijke verkiezingen. Een levendige pers, sterke rechtspraak, sterke politieke partijen. Mensen zeggen wat ze denken. We hebben ook grote werkloosheid, ongelijkheid, verbonden met racisme, misdaad, corruptie, leiderschapsproblemen. Ik zou willen dat het goede in Zuid-Afrika, alles waarvoor we gestreden hebben… dat we een manier vinden om met het negatieve om te gaan dat er nog is. We zijn een sterk land met een volk dat een beter leven wil en, net als we tegen de Apartheid streden, zullen ze tegen de negatieve dingen vechten in ons land.”

Dit programma heet De Nieuwe Wereld. Hoe zou die eruitzien?
“Het beste van de oude wereld, want je begint niet helemaal opnieuw. Het is extra krachtig als iets negatiefs iets positiefs wordt. We hadden het al over mijn joodse achtergrond. Maar ik las de Bijbel niet. Totdat ik in eenzame opsluiting zat en de Bijbel het enige boek was. Ik mocht van mezelf elke dag tweeënhalve pagina lezen om iets te lezen te hebben. Ik vond het schokkend hoe gewelddadig het was, het grootste deel. Heel tribaal, vijanden werden neergeslagen. Het mooie Hooglied van Salomo en toen de profeten. Ik putte troost uit de profeten. En die bekende frase, ik weet niet hoe je het in het Nederlands zegt, maar ‘de dag dat zwaarden omgesmeed worden in ploegscharen’. Sinds 1988 bestaat m’n leven uit het omsmeden van zwaarden in ploegscharen. Je gooit het negatieve niet gewoon weg, zegt niet dat die dingen niet gebeurd zijn. Ze zijn gebeurd. Maar van die negatieve energie maak je positieve. Dat hebben we echt… De kracht van Mandela als persoon, van de grondwet, ’t Constitutionele Hof, het mooiste komt van het omzetten van het negatieve in het positieve. Dat geeft me moed en hoop voor Zuid-Afrika.”

Dank u wel dat u hier was. Dank u wel, Albie Sachs.

Nog geen reactie — begin het gesprek.