Zoveel commotie er bij tijd en wijle in Nederland ontstaat onder verschillende religieuze groeperingen, zo vreedzaam leven tbs-patiënten in de Groninger Mesdagkliniek op religieus gebied met elkaar samen. “In de zeven jaar die ik hier werk, heb ik nog nooit een groot conflict over geloof meegemaakt”, zegt geestelijk verzorger Jeannette van der Meijde. 

Humaniste Van der Meijde schat dat ongeveer driekwart van de 250 mannen die in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. Van Mesdag wonen een beroep doet op de geestelijk verzorgers. “We vragen niet naar hun religie bij binnenkomst”, zegt ze. “De patiënten komen vanzelf bij ons om individuele gesprekken te voeren, in groepen te praten of op zondag de kerkdienst bij te wonen.”

De kerk is symbolisch buiten de muren van de kliniek geplaatst. Toch kun je er alleen komen door bij de hoofdingang van de Mesdag twee metalen deuren te passeren en een receptie. Eenmaal binnen vallen de kilte en dreiging van de omheining weg. Wie een steriele omgeving en soberheid verwacht, moet niet bij de Mesdag zijn. Op weg naar de religieuze ruimte passeer je een voetbalveld, een vijver en tuinen met kippen en fruitbomen. In de gangen slenteren in trainingspakken geklede mannen, onderweg naar therapie, een opleiding metaalbewerking of misschien wel niets. Net als in een kerk heerst hier rust.

Maar als de deuren van de kerk in de Mesdag geopend worden, blijkt dat deze toch van een heel andere orde is. Door honderden kleine raampjes valt gekleurd licht naar binnen. Achter het altaar hangt een eenvoudig, groot houten kruis. De Bijbel ligt opengeslagen. De kerk in de Mesdag voelt bezield. “Ik probeer in de diensten op zondag de thematiek die hier speelt te bespreken, zonder het er duimendik bovenop te leggen”, zegt dominee Lammert Neijmeijer. “Anders wordt het echt een tranentrekker.”

Even verderop is voor moslims een gebedsruimte ingericht. In de hoek liggen kleden opgerold. Hier en daar prijkt Arabische kalligrafie aan de muur en achter een gordijn is een douche gebouwd voor de rituele wassing. Maar de bezieling is hier afwezig. Op vrijdag, als de imam komt, worden de deuren ontsloten, de vergadertafels aan de kant geschoven en de kleden uitgerold. Net als alle ruimten in de kliniek, is ook deze afgesloten. “Moslims hebben een kleed op hun kamer om te bidden”, vertelt Van der Meijde. “Om de kerk of de moskee in te kunnen, moeten alle patiënten toestemming vragen.”

tbsEr is weinig vraag naar hindoeïstische of boeddhistische rituelen. De patiënten hebben een imam, een dominee, een pastoor en een humanist om hen bij te staan. Op afspraak kunnen ze gesprekken met hen voeren. “Maar soms lopen mensen ook gewoon mijn kamer binnen”, vertelt Van der Meijde.

“De bewoners gaan op zoek naar iets dat hun rust geeft”, zegt de humaniste. “Sommigen hebben van huis uit een religieuze achtergrond, anderen verdiepen zich erin en gaan op zoek naar hetgeen bij ze past. Natuurlijk volgen de patiënten therapie, maar ze komen ook bij ons om samen te zoeken naar antwoorden op levensvragen. Soms kloppen ze aan om stoom af te blazen na een therapiesessie. Het is niet niks om in een tbs-kliniek terecht te komen en een ander toekomstbeeld te moeten vormen.”

De humaniste spoort de patiënten aan om op te schrijven wat ze voelen. “Ik geef geen antwoorden, maar praat met ze. Af en toe lopen we naar de kerk om een kaarsje te branden.” Van der Meijde helpt de tbs’ers met hun problematiek zoals haar collega’s dat als dominee, imam of pastor doen, maar zonder de inkleuring van religie of God. “Afgezien daarvan is er niet zoveel verschil in werkwijze”, meent ze.

Een klein verschil zit hem erin dat dominee Neijmeijer ook bidt met de patiënten. Af en toe haalt hij een psalm aan. “Ik ken geen fanatici of bewoners die extreem gelovig zijn,” zegt hij, “maar sommige jongens hebben wel een enorme Bijbelkennis. Met die kennis slaan ze schijnbaar geen medebewoners om de oren. “Er heerst hier een grote verdraagzaamheid”, constateert hij.

Ondanks de psychiatrische problematiek en het eventueel bijkomende gebrek aan relativeringsvermogen en zelfreflectie hebben beide geestelijk verzorgers nog nooit een geloofsconflict meegemaakt onder de bewoners. “Mensen worden hier bescheiden en kwetsbaar”, denkt Neijmeijer. “Bovendien is de kliniek in wezen een groot dorp waarin iedereen een weg moet vinden om met elkaar te leven. Je zit bovenop elkaars lip.”

“Alle tbs’ers kampen met hetzelfde soort vragen”, vult Van der Meijde aan. “Je kunt wel een oordeel hebben over de geloofsuitingen van een ander, maar je moet een lange tijd met elkaar doorbrengen. Je kunt niet aan elkaar ontsnappen.” De patiënt zit gemiddeld tien jaar in een tbs-behandeling.

Wat de geestelijk verzorgers vaker zien gebeuren is dat de mannen van elkaar afkijken hoe ze omgaan met het verlies van vrienden, familie en vrijheid. De acceptatie van psychiatrische stoornissen en schuldgevoelens komen daar nog bovenop. Kort gezegd gaat het hele zelfbeeld, de kijk op de wereld en op de toekomst op de schop. “Patiënten zeggen tegen elkaar: ‘je moet eens met een van de geestelijk verzorgers gaan praten’”, zegt Van der Meijde. Zo komen de bewoners bij Van der Meijde en Neijmeijer terecht. “Het komt ook voor dat we mensen doorverwijzen naar elkaar, naar de pastor of naar de imam”, zegt de dominee. “We bekijken wat past bij iemand en aan wie diegene het meest zou hebben.”

De rituelen rondom geloof spelen in de Mesdag een belangrijke rol. “Feesten staan prominent op de agenda”, laat Neijmeijer weten. “De mannen leven er echt naartoe. Ik krijg al vragen of we dit jaar net zo’n grote kerstboom krijgen als vorig jaar en hoe laat de Kerstviering in de kerk plaatsvindt.” Tijdens de feestdagen eet de hele gemeenschap mee met de kerstmaaltijd en tijdens de Ramadan stuurt de imam naar alle bewoners uitnodigingen om het Suikerfeest mee te vieren. “En sommige mensen willen er niet aan meedoen, die heb je ook en daar is iedereen vrij in.”

Wat in de rest van de maatschappij maar moeizaam gaat, lukt de bewoners van het dorp Mesdag wel: vreedzaam samenleven in een multireligieuze setting. “Tbs’ers hebben uiteraard wel eens onenigheid met elkaar,” zegt Van der Meijde. “Toch krijg ik nooit te horen dat ze het maar raar vinden dat de buurman geen varkensvlees eet of dat een ander op zondag naar de kerk wil. Laat staan dat ze er ruzie om gaan schoppen.”

Cecile-Hendriks

Cecile Hendriks

freelance journalist en godsdienstwetenschapper

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.