Wat trof u aan toen u jaren geleden begon in Hilversum?

“Het thema diversiteit speelt al dertig jaar in de publieke omroep. De VPRO startte destijds met het programma Bij Lobith en ook verschillende NOS-programma’s richtten zich op het thema. Ik ben zelf jarenlang documentairemaker geweest. Door de NPS werd ik gevraagd om het eerste multiculturele primetime programma te maken. Dat werd Urbania, een programma dat zes jaar heeft gelopen en veel positieve kritieken en prijzen ontving.”

“Je had toen nog een afdeling Minderheden. Er werden radioprogramma’s gemaakt in verschillende talen, gericht op de mensen uit heel specifieke groepen. Mijn voorganger heette ook Chef Minderheden. Dat zegt alles. Ik vond dat vreselijk, want diversiteit is voor iedereen. Wanneer je dit thema alleen plaatst in de hoek van de minderheden, dan plaats je diezelfde minderheden ook permanent in een apart hoekje. Je moet mensen laten meedoen en programma’s maken voor iedereen en waar mogelijk met specifieke insteken en accenten.”

“De programma’s voor minderheden werden opgeheven en er werden programma’s ontwikkeld voor een algemeen publiek, maar wel gemaakt vanuit verschillende culturen. Binnen de NPS liepen we daarmee voorop. We organiseerden een grote Diversity Show met talenten uit Europa en Amerika. Dat leidde tot een soort doorbraak, want voor het eerst gingen ook andere omroepen ermee aan de slag.”

Dat ging dus nog steeds over de content van de programma’s. Op welke manier werd ook de organisatie van de omroep zelf betrokken?

“We beseften ons dat we opnieuw een stap verder moesten gaan. Want diversiteit ging nog altijd over de ander, over de mensen waar de meerderheid voor moest gaan staan. Toen kwam ik het begrip innoversity tegen. Dat betekent dat je innovatie en diversiteit moet combineren bij de vernieuwing van het bedrijf. In alle redactieprocessen en programma’s moet je diversiteit meenemen als essentieel onderdeel van de vernieuwing van je projecten. In 2016 organiseerden we een Innoversity Show met allerlei ideeën over hoe dat vorm zou kunnen krijgen. Ook anderen omroepen waren enthousiast en er ontstond een soort coalitie van omroepen die innoversity wilden nastreven.”

Hoe krijg je alle medewerkers op datzelfde spoor van innoversity?

“In dat nadenken over innoversity kwam ik erachter dat unconscious bias een cruciaal begrip is. We hebben allemaal onbewuste vooroordelen, uit welke groep je ook komt. Je hersenen zijn zo gevormd dat bij alles wat vreemd is, je in eerste instantie van je à propos bent. Je leert van je omgeving om zo snel mogelijk iets te beoordelen, in een hokje te plaatsen. Zolang je niet gewezen wordt op je vooroordelen, zullen ze onbewust blijven.”

“We hebben het begrip unconscious bias uitgewerkt in een bedrijfsbrede, strategische aanpak bij de NTR. Je neemt allerlei aspecten van diversiteit en houdt deze tegen het licht. Doen we het goed op het gebied van gender, afkomst, kinderen, religie, beperkingen? Je maakt plannen met de afdelingen en bespreekt: hoe heb je je team samengesteld, hoe zorg je dat je inclusief bent? Wat is je plan van aanpak wat betreft personeelsbeleid? We willen een afspiegeling zijn van de samenleving. Nu is 10 procent van ons personeelsbestand divers, dat zou zeker 14 à 15 procent moeten worden.”

“We doen er ook onderzoek in samenwerking met de Universiteit Utrecht. Zij monitoren grote projecten als Klokhuis en Andere Tijden en vragen ons: welke keuzes maken jullie? Wie interviewen jullie? Waarom bouwen jullie je verhaal op met clichés en contra clichés, waarom is zo vaak het probleem het uitgangspunt en niet dat wat er goed gaat? We hebben ook jaarlijkse onderzoeken van Motivaction waarbij beeldbepalende programma’s worden onderzocht op het gebied van gender en etnische diversiteit. Die onderzoeken bespreken we met de redacties. Zo kunnen we zien of er een betere representatie van vrouwen en etnische minderheden in de programma’s is. Uiteindelijk hopen we dat dit tot structurele verbeteringen leidt.”

Doen de andere omroepen dit ook?

“De NPO neemt veel van onze aanpak over. Hun actieplan diversiteit gaat dit jaar lopen. Ze gaan ook beeldbepalende programma’s monitoren en ze pleiten voor een divers personeelsbestand. Op welke manier dat opgepakt wordt, ligt wel bij de afzonderlijke omroepen. Tegelijk kan er ook veel samen gedaan worden rondom stages en werkervaringsprojecten.”

“Gelukkig zie je al steeds meer dat er nagedacht wordt over wie een programma presenteert en wie er aan tafel zit. Wat ooit begonnen is met kleine minderheidsprojecten is toch als een olievlek aan het verspreiden. Het duurt lang, maar dat geldt voor iedere cultuurverandering. Het witte en masculiene evenwicht moet veranderen. Dat proces is pijnlijk en gaat met horten en stoten. Er zijn ook allerlei tegenkrachten die zeggen dat zo’n actieplan rondom unconscious bias onzin is.”

“We leven in een samenleving waarin diversiteit een controversieel en politiek begrip is geworden. Veel van wat je doet of zegt wordt op sociale media belachelijk gemaakt. Het is niet snel goed. Voor sommigen gaat het veel te snel en voor anderen juist veel te langzaam. Als je een machtsevenwicht wilt veranderen moet je veel passie, optimisme en enthousiasme hebben. Het is twee stappen vooruit en één stap terug.”

Wat zijn de andere sleutelfactoren om tot verandering te komen?

“Het commitment vanuit de omroepen is er langzamerhand wel. Bij sommige directies is het bijna een persoonlijke missie geworden. Zelf roep al ik al jaren: Diversify or Die! Je moet mee met je tijd. We gaan nu eenmaal naar een samenleving waar er geen meerderheid is. Dat geldt nu al voor sommige grote steden van het land. Tegelijk moet je wel rekening houden met verschillende snelheden en regionale verschillen. De publieke omroep wordt betaald door de belastingbetaler en is er dus voor iedereen. De programma’s zouden dus moeten representeren hoe de bevolking eruitziet.”

Wat is daarvoor nodig?

“Het is belangrijk dat er een strategische aanpak is voor die realistische representatie.  Je zult doelen moeten stellen en afspreken dat mensen zich eraan houden. Dat is allemaal nu nog te vrijblijvend, geen enkele omroep wordt er werkelijk op afgerekend. Dat heeft alles te maken met het feit dat het kabinet niet uitgesproken is over dit thema. Daar kunnen de omroepen zich achter verschuilen. Er wordt wel wat geroepen, maar van iets afdwingen is geen sprake. Die cultuur hebben we blijkbaar niet in Nederland. We willen alles, maar iedereen moet het ook zelf uitzoeken. Onze hele samenleving dreigt daarmee in z’n eigen kluwen vast te lopen.”

“Het systeem is zo dat de NPO het geld beheert en de ledenomroepen zelf bepalen wat voor programma’s ze maken. In hoeverre zitten hun leden te wachten op diversiteit? En tegelijk moeten alle omroepen toch programma’s voor iedereen maken. Er zijn heel veel krachten die het ingewikkeld maken om iets te bereiken. Het is al heel wat dat dit actieplan van de grond is gekomen. Maar in feite loopt dit dus al jaren, het schiet niet op. Dat weerspiegelt de Nederlandse samenleving van de status quo. Zelfs op het gebied van gender gebeurt er maar weinig. Ook nu in 2021 is het overgrote deel van de mensen in beeld en met opinies wit en man. Als je al vrouwen of mensen van niet westerse afkomst in beeld ziet, dan gaat het vaak om ervaringsverhalen. Dat is dat het feit dat je aan tafel zit, er iets mee te maken heeft dat je vrouw bent of niet westers. Of het is omdat je een bepaalde positie toebedeeld wordt. Daar is in dertig jaar erg weinig in veranderd. Het is onbegrijpelijk dat de omroepen daar mee weg komen.”

Hoe gaat het met de werving van divers personeel?

“Ook aan de wervingskant is er nog een wereld te winnen. De vraag ‘wat is goed en wat is kwaliteit’ is cultureel bepaald en heeft alles te maken met unconscious bias. Iemand uit Congo kijkt heel anders naar journalistiek dan iemand uit Amsterdam-Zuid. In de media zijn het voornamelijk intellectuele witte mensen uit de grote steden die het voor het zeggen hebben. Zij volgen over het algemeen de kritische probleemgerichte Amerikaanse journalistiek na en dat bepaalt dus wat goed is en waar je op wordt afgerekend. Ze kijken er minder naar in hoeverre iets heel inspirerend is of een positieve kracht. Ook kijkcijfers zijn heel bepalend en juist in dat onderzoek zijn etnische minderheden slecht vertegenwoordigt. Als je je niet herkent in een medium ga je er ook niet zo snel werken of kom je ook minder snel door een selectieprocedure”.

Hoe doet de NTR het qua diversiteit in het personeelsbestand?

“Bij ons rond de twintig procent van de presentatoren een diverse achtergrond en van de mensen in dienst is de meerderheid vrouw. De meeste redacties zijn daardoor aan het veranderen. Er komt een ander discours. Bij een aantal redacties is er nog wel wat meer werk te doen. We hebben te maken met een verouderd personeelsbestand met een laag verloop. Je kunt mensen natuurlijk niet ontslaan omdat de redactie meer divers moet. Inhoud en personeel moeten inclusiever, maar dus wel met de mensen die er zijn. Als het gaat om freelancers kun je natuurlijk sneller meer met diversiteit rekening houden. Ik schat dat er een paar honderd mensen van niet-Westerse afkomst werkzaam zijn bij de omroepen. Op de 8000 mensen op het mediapark in Hilversum is dat nog steeds niet veel. Maar tien jaar geleden waren het er veel minder.”

Frans Jennekens

Hebben jongeren met een diverse achtergrond wel zin om in Hilversum te werken?

“Jongeren weten de weg naar de publieke omroep slechts mondjesmaat te vinden, ook niet naar de commerciële omroepen. Dat geldt niet alleen voor jongeren met een diverse achtergrond, maar voor de hele generatie. Dat maakt een afspiegeling heel ingewikkeld. Veel jongeren gaan liever voor het snelle succes op sociale media. Je kunt coole filmpjes maken en een slim verdienmodel bedenken. Ze willen meteen presentator worden. Het systeem in Hilversum vraag dat je eerst junior wordt, dan senior en als je geluk hebt misschien ooit presentator. Veel jongeren willen het grote succes voor hun dertigste. Ze hebben geen zin in ingewikkelde producties, checks and balances en diepgaande journalistiek. De redacties willen een hoog kwaliteitsniveau vasthouden en zoeken dus mensen die dat wel ambiëren. Je moet echt bepaalde kennis hebben en technieken beheersen. Dan moet je wel bereid zijn daar een paar jaar in te investeren en niet al te ongeduldig zijn.”

In hoeverre speelt het gebrek aan representatie een rol?

“Ik denk dat het verlangen naar snel succes en een eigen podium veel belangrijker is dan het idee dat je als jongere met een diverse achtergrond niet voldoende wordt gerepresenteerd.  Aan de andere kant is het een perfecte stok om mee te slaan door te zeggen “jullie vertegenwoordigen mij niet”. Eigenlijk moet je dan in detail gaan kijken, want er zijn wel degelijk programma’s waar de representatie beter geregeld is. Weten ze wie in alle redacties zit? Dat zou best nog wel eens kunnen meevallen. Ook presentatoren van Andere Tijden, Dreamschool, Klokhuis en de Nieuwe Maan hebben een diverse achtergrond.”

Op welke manier agenderen de omroepen het thema diversiteit bij de middengroep in de samenleving?

“Wij zien de middengroep als de grote groep die redelijk conservatief is maar ook wel open staat voor verandering. Het zijn de mensen die veelal op de middenpartijen stemmen, ongeveer twee derde van de samenleving. Daar zitten ook heel veel diverse mensen tussen. De publieke omroep richt zich voornamelijk op de welwillenden, hoewel er ook omroepen zijn voor de een derde die kritisch staat ten opzichte van diversiteit, bijvoorbeeld Powned.”

“Vanuit de NTR laten we op basis van feiten zien hoe vooroordelen werken en waar bijvoorbeeld de wet wordt overtreden. Dat doen we ook via verschillende programma’s. Het is aan de kijker om verder zelf te oordelen. We gaan niet zeggen wat je moet doen, wie goed is en wie slecht. We willen juist ook de mensen bereiken die het er niet mee eens zijn. We zijn er niet om te preken voor eigen parochie. Dat kunnen de geprofileerde omroepen meer doen. Zij kunnen ervoor kiezen om alleen bepaalde meningen aan het woord te laten. Dat geldt niet voor de NTR.”

Volg je als omroep het publieke debat of ben je juist richtinggevend?

“Als redactie neem je zelf de beslissingen en daarbij houd je rekening met dat wat er gevoelig ligt in de samenleving. Ook aan die sentimenten moet je tegemoetkomen. Alleen kun je nooit zo snel gaan als de actiegroepen. Die hebben ook een andere rol. De publieke omroep is geen politiek instrument van een bepaalde groep. Dat zouden we niet moeten willen. Sommigen zullen de verandering te langzaam vinden gaan en voor anderen gaat het nog veel te ver en te snel. Er komen bij ons meer reacties binnen van mensen die er tegen zijn dan die ervoor zijn. Je moet rekening houden met het publieke sentiment maar tegelijk wel je eigen principes overeind houden, anders ben je niets waard.”

Hoe ziet u de toekomst wat betreft diversiteit in de media?

“Alles verandert permanent en ook de diversiteit zelf verandert. Er is veel aan de hand en ook daar moet je in meegroeien. Een onafhankelijk medium ziet diversiteit als een ongoing project, een permanent proces waarin je moet meebewegen. Vraag jezelf iedere twee jaar af of je op de goede weg zit. Het is een moeilijk en ingewikkeld proces. Patronen moeten doorbroken worden en jezelf permanent ter discussie stellen is voor de meeste mensen niet fijn. We blijven daarom permanent projecten bedenken om mensen te stimuleren en te passioneren. Dat is een creatieve uitdaging. Het moet cool zijn om representatief en divers te zijn.”

Doe mee met de publiekscampagne "Ik ben En/En. En jij?"

EN EN Header-presentatie – LOGO

Ik ben Én/Én. En jij?

Nieuw Wij-campagne van start. We delen meer dan we denken!

Nieuw Wij Lab: onderzoek naar methoden van deskundigen en professionals

Nieuw Wij Banner

Deskundigen en professionals over discriminatie en polarisatie

Nieuw Wij interviewde 72 deskundigen en professionals die allemaal op hun eigen manier op…

Bron: youtu.be

Dit interview is oorspronkelijk geplaatst op 3 maart 2021 en is opnieuw gepubliceerd in het kader van de Nieuw Wij Zomerherhalingen.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
Al één reactie — praat mee.