Gijs, we kennen elkaar al een aantal jaar. Voordat je Angela leerde kennen en voor haar naar Engeland verhuisde, vertelde je met enige regelmaat over De Drie Ranken, een oecumenische gemeente in Apeldoorn. Hoe ben je met het geloof opgegroeid?

“Dit komt door mijn ouders. Mijn vader is rooms-katholiek opgevoed, mijn moeder Nederlands hervormd. Toen we nog in Hengelo woonden, hebben zij mij laten dopen. Toen ik vijf was, verhuisden we naar Apeldoorn. In die tijd werkten daar de gereformeerden, de hervormden en de katholieken samen in De Drie Ranken. In dat verband heb ik de eerste communie gedaan, maar geen vormsel, het derde sacrament in de rooms-katholieke kerk waardoor je volledig lid wordt van de rooms-katholieke kerk.

Zowel mijn doop als mijn eerste communie vonden plaats tijdens oecumenische vieringen, met zowel katholieke als protestante voorgangers. Tijdens mijn middelbare schooltijd ben ik op een gegeven moment minder met mijn geloof gaan doen. Rond mijn 16e/17e jaar weer meer, vooral nadat ik voor het eerst een week in Taizé, een internationale oecumenische kloostergemeenschap in Frankrijk, was geweest. Dit leidde ertoe dat ik op mijn twintigste geloofsbelijdenis heb gedaan. Deze belijdenis vond plaats tijdens een oecumenische viering in De Drie Ranken.”

Wat heeft Taizé jou geleerd over het geloof en de verschillende christelijke tradities in de wereld?

“Over geloof heb ik daar geleerd dat het woord ‘geloof’ een groter woord lijkt dan het is. We denken soms dat we teveel twijfelen om ‘echt’ te geloven. Of we denken dat we niet ‘echt’ christen zijn, omdat we moeite hebben met een doctrine zus-of-zo, met een specifieke Bijbeltekst of zelfs een specifiek persoon. Maar dat is niet zo. Twijfelen en vraagtekens zetten horen bij het geloof. Dat hoor je op meerdere plekken en is niet uniek aan Taizé, maar in Taizé leerde ik te ‘leven met mijn twijfel’.

In Taizé komen verschillende christelijke tradities samen. Je herkent er elementen uit de katholieke traditie, de Anglicaanse, de orthodoxe en de protestantse traditie. Frère Roger, de stichter van Taizé, heeft eens gezegd dat we ons nooit moeten neerleggen bij het schandaal van de verdeeldheid van de christenen. Dat klinkt vrij heftig, maar hij heeft, denk ik, gelijk. Christus kwam niet ter wereld om een religie te creëren, en al helemaal niet om een religie te creëren met zo veel interne conflicten, machtsspelletjes en een farizeërachtige drang om altijd binnen de officiële lijntjes te kleuren.

Tegelijkertijd kent de Kerk-met-grote-K een enorme verscheidenheid aan vormen van eredienst, gebed, geloofsopvattingen, mensen en ideeën. Die rijkdom is kostbaar. We zouden ook niet één kerk moeten willen als die rijkdom daardoor verloren zou gaan, en we ons allemaal zouden “moeten” schikken naar één specifieke vorm van liturgie, gebed en theologie. Kerken worstelen hier echter mee. Willen en kunnen ze zich openstellen voor andere vormen? Ze zouden veel van elkaar kunnen leren.”

Je bent met Taizé op reis geweest naar Moskou. Daar maakte je kennis met de Russisch-orthodoxe kerk, een traditie die je nog niet kende. Wat spreekt je in die traditie aan?

“Ik heb daar geleerd te accepteren dat bidden iets fysieks kan zijn. Ik had altijd zoiets van “als God wil dat we in het verborgene bidden (Mt 6:6), dan maakt het niet uit wat we ‘aan de buitenkant’ doen.” Maar we hebben allemaal een lichaam, en dat is geen “vergissing” van God. Als we God “volledig” moeten liefhebben (Lev. 19.18), dan hoort ons lijf daar ook bij. De orthodoxe kerk doet dat door kruisjes te slaan en ook door rituelen tijdens de liturgie en door te bidden met iconen. Toen ik dit geaccepteerd had, is mijn bidden wat fysieker geworden.”

Je bevindt je in een multichristelijke omgeving. Is je geloof hierdoor ook multichristelijk geworden of houd je vast aan wat je van huis uit hebt meegekregen?

“Voor een deel houd ik vast aan wat ik heb meegekregen. Ik was met kerst in mijn “oude” kerk, en was blij met hoe we daar, in de kerstnachtviering, een persoonlijk verhaal van een jonge asielzoeker uit Syrië hoorden, inclusief een citaat uit de Koran. Ik ken genoeg kerken, zowel hier in Engeland als in Nederland, waar dat niet zou kunnen. Ik ben blij dat ik opgegroeid ben in de kerk waar het wél kan.

Voor een ander deel pas je je automatisch aan. Ik ken nu de populairdere Engelse hymns, en ken het Onze Vader in zowel de traditionele als moderne (Engelse) vorm uit mijn hoofd. Maar er zijn ook dingen waar ik me heel bewust niet aan wil aanpassen. De Church of England is bijvoorbeeld een staatskerk. Een aantal van de consequenties daarvan zijn mij vreemd. Er wordt regelmatig voor de (Engelse) koningin gebeden, een deel van de liturgie is wettelijk vastgelegd, trouwen in de kerk is rechtsgeldig, en elke wijziging in de structuur van de kerk zoals bijvoorbeeld de recente beslissing om vrouwen tot bisschop te laten wijden, moet door het parlement goedgekeurd worden. Daar heb ik moeite mee. Wat mij betreft heeft dit een slechte invloed op de kerk zelf en staat daar onvoldoende politieke invloed van de kerk tegenover. Dat is voor veel mensen hier een schokkende mening, dus ik moet oppassen met wanneer ik er iets over zeg. Maar ik zie mezelf daarover niet zo snel van mening veranderen.”

Is geloof persoonlijk of vind je dat je hiervan moet getuigen in de wereld?

“Ik vind het moeilijk om van mijn geloof te getuigen, ook al vind ik dat het wel op de één of andere manier zou moeten. Maar ik zie iedere keer wanneer ik in het centrum van Birmingham loop, een boel mensen evangeliseren. Mensen met megafoons die schreeuwen over Jezus en dat we allemaal zondig zijn en naar de hel gaan als we hem niet snel als onze verlosser accepteren. Andere mensen met stalletjes en megafoons schreeuwen over Mohammed (ja, die heb je ook). En ik zie niemand die ze serieus neemt. Dat helpt mij niet om met andere mensen over God te praten.”

Hoe zou je dan wel willen zien dat mensen van hun geloof getuigen?

“De centrale kerk in Birmingham (gek genoeg niet de kathedraal) – St. Martin in the Bull Ring – is iedere dag open. Er zijn mensen beschikbaar voor een gesprek, er is een klein cafeetje waar je, weg van de drukte, een kopje koffie of thee kunt drinken. ’s Winters hebben ze een nachtopvang voor daklozen. Veel kerken hier huisvesten een voedselbank. Veel kerken zijn dicht betrokken bij de lokale basisscholen, en sommige kerken hebben een “ouderenwerker”. De Engelse versie van “geen woorden maar daden” is “actions speak louder than words”. Daar geloof ik in – zelfs als de woorden uit een megafoon komen.”

In Nederland lijkt het net alsof er twee kampen zijn: de conservatieve gelovigen en de progressief gelovigen. Hoe zouden deze twee kampen volgens jou dichter bij elkaar kunnen komen?

“Het is een cliché-antwoord, maar pak de Bijbel erbij. We zijn het over erg veel dingen eens, en we hameren veel te vaak op de dingen waarover we het niet eens zijn. Laten we wat meer rekening houden met elkaar. Hoe we dingen zeggen maakt uit. Het is niet noodzakelijk om van iedere mug een olifant te maken. Samen diensten organiseren – zeker nu, in de week voor de eenheid van Christenen! – helpt ook om dichter bij elkaar te komen en om beter te begrijpen wat de ander beweegt. Petrus en Paulus waren het niet over alles eens, maar dat leidde niet tot een schisma. Daar zouden we een voorbeeld aan moeten nemen.”

Tanja van Hummel

Tanja van Hummel

Filosoof en Schrijfcoach

Tanja van Hummel is filosoof en schrijfcoach. Tijdens haar filosofiestudie aan de Radboud Universiteit ontdekte zij een voorliefde voor …
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.