Sofyan El Bouchtili groeit op in een islamitisch gezin in Londerzeel, België. Op elfjarige leeftijd komt hij tot het besef dat hij ongelovig is. Zowel voor hemzelf als voor zijn ouders een donderslag bij heldere hemel. Na een periode van afstand is de relatie gelukkig weer hersteld. Ze spreken nu op een liefdevolle manier met elkaar over geloof. Jongeren die worstelen met hun levensbeschouwing gunt hij meer begeleiding op dit onderwerp. Een gesprek over wereldbeeld, veerkracht, afstand nemen en weer opnieuw verbinden.
Waar en in welk gezin groeide je op?
Ik ben opgegroeid in Londerzeel, België. Dat is Vlaams-Brabant en ligt net buiten Brussel. Ik heb één oudere broer en twee jongere zussen, we waren met zes. Een islamitisch gezin in een klassiek Vlaams dorp met katholieke middelbare school; iedereen kent iedereen. Ik had veel goede vrienden in mijn dorp. Het was een dorp en gezin waar ik me in mijn vroegere jeugd echt thuis voelde, ik kende ook geen andere plekken.
Hoe ontwikkelde jouw geloofsbeleving zich?
Wij zijn islamitisch opgevoed, maar op mijn elfde merkte ik dat ik ongelovig was. Dat besef was een donderslag bij heldere hemel. Ik was op jonge leeftijd al nieuwsgierig en geïnteresseerd in wetenschap. Ik verwijs altijd naar een bekend filmpje waarin het startbeeld een huis op onze planeet is, en er steeds verder uitgezoomd wordt. Uiteindelijk zie je dan het hele melkwegstelsel, en daarna kun je nóg verder uitzoomen. Dat deed beseffen hoe nietig en onbelangrijk onze planeet eigenlijk is in de context van het universum. Op die leeftijd merken dat de aarde zo nietig is in vergelijking tot het heelal was een groot besef. Dat heeft uiteindelijk de rest in gang gezet. Het begon eerst met kleine twijfels die voortkwamen uit het stellen van vragen over mijn wereldbeeld. Dat waren dus al echte existentiële vragen op jonge leeftijd.
Wat deed het besef dat je niet meer geloofde met jou?
Ik had een grote paniekaanval. Ik wist niet goed of het oké was om niet gelovig te zijn. In de context van een Marokkaans gezin in een Vlaamse omgeving is religie een van de pilaren in hoe je je verhoudt ten opzichte van andere mensen. Ook was religie een invulling van onze identiteit, een belangrijk aspect van hoe mijn ouders mij hebben opgevoed en ik naar mijn familie en omgeving keek. Dus het feit dat ik misschien niet meer bij deze gemeenschap zou horen was heel afschrikwekkend. Er waren niet echt mensen om mij daarbij te begeleiden, waardoor het crashmoment groot was.
Hoe was het om een nieuw wereldbeeld te hebben en nog dezelfde opvoeding?
Ik merkte dat een God in dat wereldbeeld een nogal onwennige plek had gekregen. Ik merkte dat de manier waarop ik was opgevoed misschien niet strookte met hoe ik mijn leven zou willen invullen.
Ik heb de paniek van die grote verschuiving geprobeerd te overwinnen door het lang proberen stil te houden. Aan vrienden vertelde ik het wel, maar die waren ook niet zo religieus. Ze hadden geen context om mijn standpunt te kunnen begrijpen.
In die fase begon net mijn puberteit. Ik ben toen erg gaan rebelleren tegen mijn ouders en mijn opvoeding. Ik zat ook op Koranschool en na een tijd zei ik: nee, ik ga er niet meer naar toe. Dat was voor mijn ouders verschrikkelijk. Ze dachten dat het een fase was en dat het wel weer voorbij ging. Toen ik 15 was dacht ik: ik ben nu oud genoeg om het te vertellen. Dat heeft anders uitgepakt dan ik dacht.
Kun je het moment van je coming-out als ongelovige beschrijven?
Het was opnieuw een zeer beangstigend moment. Het moment dat ik het voor mijzelf besefte, was al een eenzame ervaring. Maar toen ik het mijn ouders vertelde en een heel negatieve reactie kreeg, toen voelde ik mij écht alleen. En uitgesloten van mijn omgeving.
Hoe het ging? Ik vroeg mijn ouders om even met mij te gaan zitten. Ik vertelde dat ik niet meer in God geloofde. Dit was voor hen een pijnlijk besef. Ze gaven heel duidelijk aan dat iemand die geen moslim was, niet thuishoorde in een moslimgezin, en dat dat een soort breuk zou betekenen tussen mij en hen. Het voelde alsof ik zelf iets fout had gedaan waardoor ik geen moslim meer was.
Wat had je fout gedaan dacht je?
Ik ben heel koppig en eigenwijs. En daarom was ik vragen gaan stellen. Ik dacht dat ik niet genoeg had geprobeerd om gelovig te zijn, en die vragen had moeten laten. Dat ik volgzamer had moeten zijn. Maar tegelijkertijd was ik ook een rebel. Ik speelde elektrische gitaar, echt harde muziek. Dat waren ook uitingen waarmee ik probeerde in te gaan tegen mijn opvoeding.
Waren er mensen waar je op terug kon vallen?
In die periode had ik alles aan mijn vrienden. Die waren een soort nieuwe familie geworden. Dat komt ook steeds terug in mijn leven: ik hecht snel belang aan vrienden, ook als de vriendschap nog jong is. Vooral toen ik erachter kwam dat de liefde van mijn ouders niet onvoorwaardelijk was, moesten mijn vrienden een soort thuis worden.
Heb je de relatie tussen jou en je ouders weer kunnen herstellen?
De relatie tussen mij en mijn ouders is nu veel beter. Ik had nooit verwacht dat deze weer zou kunnen herstellen op dit punt. Toen ik zeventien was en ging studeren heb ik meteen de banden verbroken. Onze relatie verslechterde erg, tót op het punt dat ik oud genoeg was om te zien dat ik het zo eigenlijk niet meer wilde. En toen ben ik heel veel werk gaan maken van het herstel van mijn familierelaties. En dat heeft ertoe geleid dat we nu weer een goede band hebben, elkaar proberen te zien en dat ik meer betrokken ben bij hoe mijn jongere zussen opgroeien. Dat is nu weer helemaal goed.
Hebben jij en je ouders het nu nog wel eens over het geloof?
Mijn ouders en ik praten nog wel over het geloof, maar op een totaal andere manier dan vroeger. Als tiener en puber maakte ik heel hard duidelijk hoe kritisch ik was over het geloof. Nu probeer ik te luisteren naar wat ze delen met mij. Ik sta er nu veel meer voor open en dat delen is een veel liefdevoller gebaar naar elkaar- langs beide kanten.
De manier waarop ik mij opstel naar de wereld en hoe ik naar andere mensen kijk is wel gefundeerd door de islam denk ik. Bijvoorbeeld dat ik nooit zal neerkijken op iemand die het minder heeft dan ik.
Als je terugkijkt: waar had jij als puber die worstelde met zijn levensbeschouwing behoefte aan gehad?
Ik had het meeste behoefte gehad aan begeleiding. En een omgeving waar ik het gevoel had dat ik erbij hoorde. Wat ik zelf ben gaan zoeken bij mijn vrienden, had ik op een andere manier kunnen verkrijgen met meer begeleiding. Bijvoorbeeld de vraag hoe je constructief over deze thema’s kunt praten. Als mijn ouders en ik het hierover hadden, dan was dat altijd in conflict. Het bleef nooit een rustig gesprek. Als je dat te vaak doet dan is er daarna geen gesprek meer mogelijk en kom je in mijn geval in de situatie waarin je geen band meer hebt met je ouders. Dat moet je vermijden.
Voel je je op andere manieren nog verbonden met je etnische of culturele afkomst?
Ik voel me nu, hoe ouder ik word, steeds meer verbonden met mijn culturele en etnische achtergrond. Ik ben me gaan verdiepen in mijn Berberse afkomst en hoe meer ik te weten kom, hoe leuker ik het vind om ermee bezig te zijn.
Mijn vader vindt het fijn dat ik me probeer in te lezen over waar ook hij vandaan komt. Hij heeft een interessant levensverhaal maar was daar vroeger heel zwijgzaam over. Hoe meer ik te weten kom, hoe meer ik besef waarom de islam zo’n groot fundament is in zijn leven.
Waar woon je nu en wat doe je in het dagelijks leven?
Ik woon nu in Amsterdam, en werk als freelance journalist. Ik ben opgeleid als breed journalist: thema’s als politiek, beleid en samenleving duik ik graag in. Momenteel werk ik aan defensie en veiligheid. Ik vind Amsterdam fantastisch om in te wonen, omdat ik sinds ik hier woon aan mezelf merk dat ik ben open gebloeid als persoon en mezelf hier kan ontwikkelen. Het is de eerste stad waar ik me geworteld voel.
Op welke plek ervaar jij een sense of belonging?
Ik denk dat thuis voor mij geen plek is. Maar het gevoel dat ik een moment deel met mensen die me heel lief zijn. Dat is voor mij een thuisgevoel.
Waarom wil jij je verhaal delen?
Ik was heel jong toen ik zelf met het vraagstuk van geloof en ongeloof moest dealen, dus ik heb wel begrip voor mijn heftige reactie van toen. Ik vind het belangrijk om het verhaal over mijn worsteling te delen, omdat ik zelf geen voorbeeld had. Ik kon daardoor zelf geen ervaringen duiden, ze in een context gieten en heel belangrijk: geruststelling ervaren. Even horen: het kan ook wel weer goed komen! Dat gun ik jongeren die nu met dezelfde vragen rondlopen.
Wat staat de samenleving te doen voor jongeren die worstelen met (on)geloof?
De rol die de samenleving kan spelen hierin is heel simpel gezegd: hokjes-denken loslaten. Mensen denken bijvoorbeeld, omdat je een Marokkaanse achtergrond hebt, dat je meteen moslim bent. Terwijl dat vandaag de dag geen steek meer houdt. Ook in het Midden-Oosten zie je gigantische verschuivingen onder mijn generatie. Maar het stoort mij ook niet als iemand dat denkt over mij – ik begrijp hun context ook. Structuur zorgt voor een bepaalde rust.
Maar die hokjes zijn voor sommige mensen erg beklemmend. Als je geen ruimte laat om hokjes los te laten, gaan mensen vastlopen in hun ontwikkeling. Dat heeft uiteindelijk veel negatievere gevolgen voor onze samenleving.
Dit interview verscheen oorspronkelijk op 30 september 2020 en is opnieuw gepubliceerd in het kader van de Nieuw Wij Winterherhalingen.
De Nieuw Wij Academy biedt rond ‘Stories of Belonging’ zowel een lessenserie voor VO en MBO als gespreksstarters voor jongeren aan. Zie www.nieuwwij.nl/academy. Bekijk de dossierpagina voor meer informatie.