Welke religieuze achtergronden en verwachtingen hebben nieuwe studenten van de opleidingen theologie en levensbeschouwing die Windesheim aanbiedt?
“We hebben een groep studenten die nauw betrokken is bij de eigen kerkgenootschap, maar er zijn ook studenten die vanuit een andere betrokkenheid belangstelling hebben voor geloven, zingeving, theologie en/of levensbeschouwing. Een toenemende groep studenten studeert bij ons voor het vak van godsdienstleraar. Ook zijn er studenten die in de zorg of in de diaconale presentie willen werken. Sinds kort willen steeds meer inschrijvers gaan reli-ondernemen.
Qua geloofsachtergrond zijn de studenten divers. Er zijn naast baptisten, evangelicalen, pinksterstudenten en PKN-leden, ook studenten van het Leger des Heils en de Molukse kerken. We hebben ook een paar katholieken die met hun diploma echter niet bij hun eigen kerk terecht kunnen. Vorig jaar schreef de eerste moslimstudent zich bij ons in. Ik verwacht dat in de toekomst meer moslimstudenten aan onze hogeschool de theologieopleiding zullen volgen. Er zijn ook zinzoekers ‘zonder religie’ en gelovigen die zich niet met de kerk als instituut willen identificeren.”
Jullie studenten hebben dus uiteenlopende spirituele oriëntaties. Vindt u het nodig om die verschillen met elkaar te verbinden voor het ontstaan van een ‘nieuw theologisch wij’?
“Wij staan openheid én diversiteit voor. Wij vinden het belangrijk dat studenten leren van elkaars verschillen, zonder hun eigenheid op te moeten geven. Daarom proberen we de nieuwsgierigheid van studenten naar elkaars religieuze achtergrond en opvattingen te stimuleren. Voor studenten met een uitgesproken geloof is dat nog een beetje wennen. Dit gold vooral toen Windesheim de opleiding van hogeschool Azusa (Amsterdam) overnam, waar voorheen voorgangers, oudsten en evangelisten van Pinkster- en Evangeliegemeenten geschoold werden. Deze studenten kregen ineens andere vakken die anders gedoceerd werden. Maar ook voor ‘onze’ docenten en studenten was het wennen. Steeds meer gelovigen uit pinkster- en evangeliegemeenten schrijven zich bij ons in, en stemmen in met het open en dialogische karakter van onze opleidingen theologie en levensbeschouwing.
We bieden in minoren en stages voldoende ruimte om je in een eigen richting te profileren. Nu zijn we bezig met het ontwerpen van een nieuw curriculum waarmee we hopen een nog betere balans te vinden tussen eigenheid en diversiteit. Het blijft een uitdaging om zo’n evenwicht te vinden. We willen niet dat de opleiding verzuild raakt, maar ook niet dat studenten, die de eigenheid van hun kerk belangrijk vinden, dit niet herkennen in de opleiding. Sinds vorig jaar hebben we een brainstormgroep van enkele docenten over de wijze waarop we identiteit willen vormgeven en uitdragen. We zijn het er over eens dat we van elkaar verschillen, maar we zijn enorm bereid om van elkaar te leren. Maar over wat we nou precies van elkaars godsdienst zouden moeten leren, is nog een zoektocht.”
Zou de opleiding niet meer studenten trekken als er meer aandacht zou zijn voor andere godsdiensten? Of zijn daar al vakken voor?
“Het is zonder meer belangrijk om rekening te houden met de verscheidenheid aan godsdiensten. Maar ik denk dat met name onze lerarenopleidingen wel wat meer aandacht aan de verschillende religies kunnen geven. Sommige leraren in opleiding willen graag meer kennis opdoen over het boeddhisme, hindoeïsme en de islam dan wij nu bieden. Het is niet altijd eenvoudig om, met de cursussen en studiepunten die we hebben, een koek te bakken die iedere student even goed smaakt.”
Ik overweeg theologie te gaan studeren maar twijfel. Geeft een opleiding religiewetenschappen mij geen beter inzicht in de belevingswereld van mijn islamitische slager en hindoeïstische collega? Waar heb ik in het alledaagse leven meer aan?
“Je kunt van elkaars religie leren door er over te lezen, maar het is nog leerzamer om aan religieuze tradities mee te doen. Om een boeddhistische tempel te bezoeken of de joodse Chanoeka te beleven hoef je niet te studeren, ook geen religiewetenschappen. Verbinding moet je ervaren. Vanuit onze opleidingen maken we soms uitstapjes naar gebedshuizen van andere religieuze groepen. Toch blijven sommige studenten dan liever thuis. Niet iedereen wil meedoen aan niet-christelijke rituelen. Voor hen is het opdoen van kennis genoeg. Dat respecteer ik, maar een dergelijke houding zou ik persoonlijk een groot gemis vinden.”
Volgens studiecoördinator John van Schaik van de Hogeschool Geesteswetenschappen Utrecht (HGU) is de theologie te rationeel geworden. Hij betreurt bijvoorbeeld dat veel theologen wonderen niet serieus nemen. Hoe denkt u daar over?
“De theologie is in mijn optiek inderdaad te rationeel, ja. Als studentenbegeleider vind ik het belangrijk om – het klinkt bijna als een mantra – de studenten te leren om met hoofd, hart en handen te werken. Veel hogescholen en vooral universiteiten schieten tekort in die formule, vooral bij het ontwikkelen van je intuïtie. Misschien dat de grotere aandacht voor geloofswonderen bij de evangelische beweging mij daarom wel aantrekt. Een genezingswonder kun je theologisch niet verklaren. Er is wel meer tussen hemel en aarde, dat je niet met de systematische theologie kan beschrijven. Het voordeel van onze theologieopleiding is dat we ‘beleving’ serieus nemen en het onzichtbare niet uitsluiten. Het is absoluut geen wetenschap pur sang. We vinden het belangrijker dat je, op een systematische manier, leert reflecteren over je persoonlijkheid in relatie tot geloof en werk. Dat je ervaart wat theologie in de praktijk voor je betekent. Daarom sturen we onze studenten met stages de buitenwereld in.
In de praktijk leg je vaak ook nieuwe verbindingen. De theologie van het boek wordt zo een theologie van het leven. Dat spreekt ook bachelor-studenten met een academisch diploma aan. Zij stellen het op prijs om bij ons te leren hoe je je kennis in de praktijk kan brengen, als professional dienstbaar kan zijn. Je kunt ook zeggen dat er zo verbindingen ontstaan tussen kennis en ondernemerschap. We kunnen onze studenten daar steeds beter in begeleiden.”
Stomen de opleidingen theologie en levensbeschouwing jullie studenten goed genoeg klaar voor het zelfstandig ondernemerschap? Steeds vaker moeten theologen hun geld buiten een dienstverband met de kerk verdienen.
“Over twee jaar introduceren we een vernieuwd studieprogramma. We hopen dat dit onze studenten nog beter voorbereidt op nieuwe arbeidsmarktontwikkelingen op het terrein van theologie, levensbeschouwing, kerk en samenleving. Daar hoort ook meer aandacht voor het zelfstandig ondernemerschap bij. Sinds vorig jaar hebben we het vak ‘Religie en ondernemen’, dat een oriëntatie geeft op diverse kanten van reli-ondernemen. Je leert bijvoorbeeld een bedrijfsplan maken en jezelf profileren.
Onze opleidingen hebben toekomst als ze niet alleen afgestemd blijven op kerk, zorg en onderwijs, maar ook een gevarieerd programma bieden voor reli-ondernemers. Daarom proberen wij met overheids- en kerkelijke instellingen na te denken over nieuwe banen voor reli-professionals. Er is wat dat betreft nog genoeg werk aan de winkel. Ook voor onze opleiding, die nog meer toegespitst moet worden op het ondernemerschap. We zien immers dat steeds meer theologen (uit noodzaak) een eigen bedrijfje oprichten. Ze laten zich bijvoorbeeld inhuren voor een viering, huwelijk of voor pastoraal werk. Of gaan aan de slag met sociale media. Als zelfstandige je eigen inkomen verdienen is overigens nog niet zo eenvoudig. Veel freelancers hebben voor een deel ook nog een kleine aanstelling bij bijvoorbeeld een kerk of school.
Toch worden veel (missionaire) vaardigheden die belangrijk zijn voor welk werk dan ook, bij ons al jarenlang aangeleerd. Studenten reflecteren op hun beroepsrollen en werk in de praktijk. Ze maken reflectieverslagen waarmee ze leren om ambities en plannen naar henzelf en naar potentiële werkgevers duidelijk te verwoorden. Maar dat is niet genoeg. We willen dat studenten aan Windesheim zoveel mogelijk praktijkervaring opdoen bij kerken en kerkelijke instellingen. Het komt geregeld voor dat studenten op hun stageplek kunnen blijven werken. Weliswaar vaak op tijdelijke basis.”
Denken kerken zelf wel genoeg na over nieuwe beroepsmogelijkheden?
“In veel kerken waar het nu nog redelijk goed mee gaat, wordt nu nog te weinig nagedacht over de inzet van professionals buiten hun kerk. Om als professional een goede bijdrage te kunnen leveren op het terrein van zingeving hoef je naar mijn mening niet per se voor je kerk in dienst te zijn. Je kunt ook werken in de jeugdzorg of geestelijke verzorging op het terrein van de sociale media.
Onze samenleving vraagt om gemeenschapszin, aandacht en zingeving. Je moet als kerk juist leren om oog te hebben voor nieuwe maatschappelijke behoeftes op zingevingsgebied. Kijk eens hoeveel mensen er door de vergrijzing en individualisering eenzaamheid ervaren. En hoeveel jongeren snakken naar plekken waar je vragen en twijfels over zingeving kan delen, zonder daarop aangekeken te worden door kritische collega’s of strenge geloofsgenoten. Kortom, de vrije markt biedt banen zat. Waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten, is vaak ook geld te vinden. Er zijn voor theologen en pastoraal werkers genoeg kansen om zich, vanuit hun kerk, zinnig op de markt te maken. Als kerken die kansen ontdekken en daarin investeren, kunnen ze ook een grotere rol van betekenis voor de samenleving worden. Het is daarnaast jammer dat meer en meer vakmensen slechts tijdelijk in dienst komen, zoals het geval is bij jongerenwerk voor de protestantse kerk. Er worden vooral korte termijncontracten aangeboden. Dat vind ik geen goede zaak voor de kennisverzameling- en opbouw. Stel dat je als kerk een theoloog aanneemt die na uitgebreid onderzoek met een geniaal projectplan komt. Een kerk mist haar kansen als zo’n professional opeens ander werk moet zien te vinden.
Een kerkgemeenschap die creatief op zoek gaat naar nieuwe manieren om zorg en zingeving te bieden, en bovendien kennisopbouw nastreeft, is niet gauw ten dode opgeschreven.
Anderzijds begrijp ik ook wel dat het geld voor kerken niet zomaar uit de lucht komt vallen. Bijkomend probleem is dat zelfstandige reli-ondernemers nog weinig als beroepsgroep zijn georganiseerd. Je hebt wel een vereniging voor Geestelijk Verzorgers, Albert Camus, maar die vereniging dekt lang niet de belangen van alle reli-ondernemers. Kerken kunnen wel vacatures uitschrijven, maar freelancers kunnen de ideeën die zij bedenken of opvangen nog niet kenbaar maken.”
Hoe gaat het met de opleidingen theologie en levensbeschouwing aan Hogeschool Windesheim?
“Voor alle HBO-opleidingen theologie is het aantal studenten in de loop der jaren afgenomen. Maar in het afgelopen jaar hebben zich bij ons meer studenten aangemeld dan in vorige jaren. Meer studenten in de voltijd, nieuwe masterstudenten en meer zij-instromers. Dit zijn bijvoorbeeld docenten godsdienst die vooralsnog een bevoegdheid moeten halen, of universiteitsstudenten die een praktijkgerichte scholing zoeken. Aan Windesheim volgen zo’n 220 studenten theologie of levensbeschouwing.”
Hoe moet de theologie zich nu tot ‘de wereld’ verhouden, als zij nog jarenlang wil voortbestaan? Is het gunstiger om je tegen de tekenen des tijds de verzetten, moet je er in meegaan of is er een gulden middenweg?
“We moeten ons niet zozeer ergens tegen verzetten! De opdracht van een theoloog is vooral om nieuwsgierig te zijn. Jammer genoeg zijn veel theologen niet nieuwsgierig. Ze denken eerder ‘het goed te weten’. Wat mij betreft kan de theologie gerust een ontvankelijke houding aannemen te midden van diverse zingevingsstromingen en ontwikkelingen. Tegelijkertijd kan zij haar eigenheid daarin inbrengen. Mijn boodschap is dus: wees open voor nieuwe invloeden en doe, als iets indruist tegen je intuïtie of geweten, af en toe je mond open. Zorg er als theoloog vooral voor dat je weet waar je voor staat. Deel dat, die identiteit, met anderen. Bouw geen muur om je heen, maar neem zo nu en dan een bouwsteen van een ander aan. Geef het een plek en bouw iets moois waar jij en zoveel mogelijk anderen iets waardevols in zien. Wees een makelaar in wijsheid, niet een drager van waarheid. Ik leen die termen met dankbaarheid van Ruard Ganzevoort, die ze bedacht heeft.
Eigenlijk zie ik in Nieuwwij.nl een voorbeeld. De website is weliswaar geen kerk, maar wel een plaats waar uiteenlopende ideeën samenkomen en waar iedere lezer de vrijheid heeft om te onderzoeken met welke ideeën en mensen hij zich wenst te verbinden.”
Kunnen we over tien jaar nog theologie (aan Windesheim) studeren?
“Ik hoop het. Er zit nu groei in onze opleidingen die we steeds beter willen laten aansluiten op ontwikkelingen van de arbeidsmarkt. Maar koffiedik kijken kan ik niet. De overheid kan zomaar ophouden de deeltijdopleidingen te financieren… We moeten dan op zoek naar andere manieren om ons onderwijs te organiseren en te financieren. Wat er ook gebeurt: ik geloof dat mensen altijd nieuwsgierig zullen blijven naar theologie en bronnen van zingeving. En dat het verlangen blijft om onze honger naar wijsheid met bijvoorbeeld de theologie te stillen.”