Wilde je al langer een boek schrijven?
“Al eerder ontwikkelde ik de VIP methodiek: Vrijheid, Identiteit en Polarisatie. En vijf jaar geleden schreef ik een handleiding, genaamd: ‘Waarom zijn wij Nederlander?’ Dat was in opdracht van de gemeente Den Haag. Met belangrijke maatschappelijke thema’s ga je niet over één nacht ijs. Dit handboek is een doorontwikkeling van mijn werk van toen.”
Hoe omschrijven anderen jou?
“Anderen vinden mij eerlijk, loyaal en recht door zee. Daar herken ik me ook in.”
Waarom koos je ervoor om een stukje van je persoonlijke levensverhaal ook op te nemen in het handboek?
Dat levensverhaal had al een boek op zich kunnen worden (lacht). Ik heb lang getwijfeld of ik het wilde meenemen. Maar ik ben ervan overtuigd dat het een mooi verhaal is, en dat het ook aanslaat en past bij de huidige thema’s die spelen. Je kunt wel zeggen: ‘zo moet het’, maar het illustreren komt vaak beter aan. Mijn levensverhaal slaat ook nog steeds op de huidige problematiek.
Je schrijft over je eigen leven in ‘twee culturele werelden’. Zie je dat nog steeds bij de huidige generatie jongeren?
“Dat is inderdaad nog steeds hetzelfde. Sterker nog, ze leven zelfs in meerdere werelden: het leven op straat, op school, de groepscultuur en het leven op sociale media. Het is door die laatste alleen nog maar ingewikkelder geworden, sociale media werkt veel polarisatie in de hand. Dus daar moet je als docent in deze tijd nu óók nog tegenop boksen.”
Wat wil je bijdragen met het handboek?
“Ik wil jongeren erg graag sociaal en maatschappelijk weerbaar maken. Ik had het vak Burgerschap zelf ook op school willen hebben. Maar het was een andere tijd. Jong zijn is niet altijd even makkelijk. Dat is van alle tijden.
Voor jongeren is het best een ingewikkelde tijd, ze lopen tegen zoveel dingen aan. Ook als het gaat om het actuele debat rondom vrijheid van meningsuiting. Er worden inderdaad soms dingen gezegd die lelijk zijn of kwetsend. Daarom moeten we jongeren leren hoe ze met elkaar in gesprek, dialoog of discussie gaan. En ze leren hun gevoelens te uiten over bijvoorbeeld waaróm ze iets kwetsend vinden. Je hoeft niet meteen woedend te worden of met een stoel te gaan gooien. Aan de hand van het handboek kun je de diepte in met jongeren. Moet je inderdaad alles kunnen zeggen? Is er een grens aan vrijheid van meningsuiting of niet? Dat zijn belangrijke lessen.”
Ik las in je boek dat uit onderzoek bleek: van alle grondwetsartikelen vinden jongeren ‘vrijheid van meningsuiting’ het belangrijkst. Hoe denk jij daarover?
“Ja, ik merk ook duidelijk dat ze dat het belangrijkste vinden. Iedereen vindt dat trouwens in Nederland, ook volwassenen. “Ik mag toch zeggen wat ik denk?” Ja, dat weet ik, maar moet je mensen uitschelden op facebook? Kun je het ook op een andere manier zeggen? Moet je mensen uitschelden voor dik, lelijk, of om zijn of haar huidskleur? Is dat vrijheid van meningsuiting, of is dat racisme of discriminatie, en waar ligt die grens dan?
Ik denk dat het kan helpen om jongeren houvast te geven. Dat begint ook bij zelfvertrouwen. Jij vindt je geloof belangrijk? Hou dat vast! Voor jou is het christendom of de islam belangrijk en daar mag je ook trots op zijn. Maar andere mensen die niet geloven hechten daar geen waarde aan, dát moet je ook respecteren.”
Dus het trots zijn op je identiteit is een fundament van weerbaarheid?
“Ja natuurlijk mogen ze trots zijn, dat geeft ze houvast in het leven. Tijdens mijn gastlessen gaan we hierover in gesprek: Wat is zelfvertrouwen? Hoe krijg je dat zelfvertrouwen? Ik laat ze over zichzelf nadenken: wie ben ik, wat wil ik? Wie ben ik in brede zin? En dan niet alleen de culturele of religieuze aspecten van wie je bent, maar alle onderdelen van je identiteit.”
Denk jij dat jongeren zelfreflectie op hun identiteit te weinig meekrijgen in de thuisopvoeding?
“Er zijn kinderen die naar mijn idee wel als prinsjes en prinsesje groot worden gebracht. Ik vind het belangrijk dat kinderen wordt geleerd om zelf na te denken over wie ze willen zijn. En zelfreflectie is ook belangrijk. Kijk ook naar jezelf! Als je in de klas vraagt: wie wordt gediscrimineerd? Dan weten ze veel groepen op te noemen. Als je vraagt: wie discrimineert er? Dan blijft het vaak stil. Dat klopt niet, want als ik doorvraag krijg ik hele andere verhalen te horen. Die verhalen heb ik overigens ook opgenomen in het handboek.”
Je covert een breed aantal onderwerpen in het boek. Hoe heb je die geselecteerd?
“Het uitgangspunt zijn de grondwetsartikelen, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Universele Waarden van de Mens. Ik koos voor Artikel 1, het Gelijkheidsbeginsel, Artikel 6: de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing en artikel 7, de vrijheid van meningsuiting. Ook lessen over onaantastbaarheid van het lichaam moesten erin vond ik: artikel 11. Ik vind zelfbeschikking, vrouwenrechten en in gesprek gaan over ‘me too’ belangrijk.
De Grondwetsartikelen zijn als een kapstok om over sociale en maatschappelijke (gepolariseerde) thema’s na te denken. Het zijn stuk voor stuk mooie, basale artikelen en het fundament van onze democratische rechtstaat. Ik zou graag willen dat we waar dan ook, in de wijk, de buurt en op scholen, jong en oud met elkaar erover in gesprek gaan. Want de Grondwet is van ons allemaal en Nederland ook!”

Kun je een moment delen waarop je wist: dit is waarom de VIP methode werkt?
“Ik stel altijd dezelfde vragen aan het eind als aan het begin van een les. Vaak door middel van hele concrete stellingen, zodat ik een meting kan doen. En dan zie aan het eind dat meningen gaan wankelen. Puur omdat de jongeren elkaar vragen gingen stellen, bijvoorbeeld over het thema vluchtelingen. Als je de rust neemt om de thematiek te bespreken, dan zie je echt dat meningen hierover gaan schuiven.”
Is dat jouw doelstelling tijdens die lessen?
“Ja, het is enorm fijn om te merken als er meningen schuiven. Het gaat er niet om dat ze dan mijn mening verwoorden. Ik wil dat ze zelf kritisch leren nádenken. Dat ze leren onderzoeken, en aan de hand van feiten met elkaar in gesprek gaan. Ik wil ze weghouden van; ‘oh dat heb ik op Facebook of Insta gelezen, en dit vindt mijn moeder ervan. Nee! Wat vind jij? Dan ga je dieper en dieper. En dan blijkt dat ze het niet eens zijn met hun moeder of beste vriendin. Dat te ervaren is goed.
Uiteindelijk straks als ze aan het werk gaan, wordt hún gevraagd wat ze ergens van vinden. Dan bel je ook niet even je vriend of vriendin. Je peer group is niet meer, je moet dan zelf leren nadenken.”
Hoe zorg jij ervoor dat zowel orthodox gelovigen als seculiere jongeren de ruimte krijgen in een klassikale discussie?
“Beiden moeten inderdaad de ruimte krijgen. In het kader van grondwetsartikel 6 is er de vrijheid om fundamenteel of orthodox gelovig te zijn. Gelukkig kan dat in Nederland. De staat gaat niet over hóe je mag geloven. Alleen… het moet ook samen kunnen gaan met democratische en rechtsstatelijke waarden en normen. Het geeft wat mij betreft ruimte voor gesprek dat geen artikel van méér betekenis is dan het andere artikel. Het botst, het kan schuren en er is polarisatie, maar we moeten toch ergens in het midden uitkomen.”
Sommige scholen willen veel vrijheid bij het invullen van het vak burgerschap, anderen hebben behoefte aan meer kaders. Vind jij de wet te los of te strak?
“Dit jaar wordt er hopelijk door de Kamer een definitieve klap gegeven op het wetsvoorstel burgerschap. Ik denk dat het nu goed is. Ik zou niet willen dat de staat of een minister scholen gaat vertellen hóe scholen invulling geven aan het vak Burgerschap. Er staat alleen wát je moet bespreken. Bijvoorbeeld de kaders van de democratie en rechtstaat, en kritisch leren nadenken. Het kan dus per school verschillen, maar we hebben wel een rode draad door deze wet.”
Wat beoog jij met de VIP Academy voor de toekomst?
“Ik heb met heel veel plezier aan het handboek gewerkt, en nu wil ik er gewoon verder mee aan de slag in de praktijk. Ik zou ook met democratisch burgerschap aan de slag willen in de haarvaten van de samenleving. Als we, na corona, weer bij elkaar mogen komen zou ik heel graag gesprekken over Artikel 1 of over de vrijheid van meningsuiting met mensen in wijken en buurten willen voeren. We hebben als samenleving breed ook een verantwoordelijkheid, we hoeven niet alles over de schutting te gooien bij leerkrachten en docenten.”
Waarom ligt jouw passie bij het onderwijs?
“Mooie vraag! Ik ben op mijn 42ste pas moeder geworden. Ik ben mijn leven lang betrokken geweest bij het onderwijs, maar toen mijn dochter 4 werd en voor het eerst naar school ging, ging er een wereld voor me open. Voor mijn gevoel ben ik toen echt onderdeel geworden van ‘het onderwijs’. Ik wil dat alle kinderen in Nederland VIP zijn en gelijke kansen krijgen. Ik maak me boos omdat ik zie dat het nu nog steeds uitmaakt waar je wieg staat. Alle kinderen hebben recht op een fijn, veilig en gelukkig leven. En moeten zich kunnen ontwikkelen opdat zij op hun manier een fijne bijdrage kunnen leveren aan Nederland. Daar heb je een goede basis voor nodig.”
Interesse in het handboek? Kijk op https://nederlandisvanonsallemaal.info/
Vanuit de Nieuw Wij Academy stimuleren we jongeren om op een constructieve manier met elkaar in gesprek te gaan over wie zij zijn, waar ze voor staan en hoe ze zich tot maatschappelijke thema’s verhouden. We laten ons inspireren door bevlogen professionals met een vernieuwende visie op het onderwijs. Visies die prikkelen en aan het denken zetten. Ook werken we samen met de professionals die op Nieuw Wij aan het woord komen. Kijk op Nieuw Wij Academy, of neem contact op met Agnes van der Sluijs.
Geweldig artikel. Helemaal mee eens. Ik laat het boek bestellen.